Populaire vrijdenker Spinoza blijft weerbarstig
Radicale verlichter, vroom filosoof of totalitair politiek denker? Over de Nederlandse filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) lopen de gemoederen nog steeds flink op. Nieuwe studies laten zien hoe weerbarstig deze vrijdenker is.
Spinoza werd in 2007 opgenomen in de canon van Nederland. Hij geldt momenteel als een van de meest invloedrijke en populaire filosofen van de moderne tijd. Hij wordt vooral bewierookt door de Brits-Amerikaanse historicus Jonathan Israel, die hem typeert als de radicale verlichter, de grondlegger van de moderniteit, democratie en mensenrechten en de onvermoeibare sloper van het gezag van Bijbel, kerk en christendom. Kortom, de secularist avant la lettre.
De Amsterdamse filosoof Viktor Kal bestrijdt in zijn boek ”De list van Spinoza” Israel op dit punt opmerkelijk fel. Hij noemt Spinoza juist de voorloper van een totalitaire wereldbeschouwing, met zelfs een stippellijntje naar het moderne fascisme. Hij staaft dat met Spinoza’s gedachte dat bijgeloof de meest effectieve manier is om de massa te regeren en zulk bijgeloof meestal de vorm van godsdienst aanneemt. Het is dus feitelijk een opium voor het volk.
Spinoza construeert een „ware religie” (term van hem) die nodig is voor het gemenebest. In feite is het hem te doen om de macht van de kerkelijke leiders te neutraliseren en het kerkvolk aan banden te leggen. Geen emancipatie en moderniteit, maar een onvervalste conservatieve machtsgreep, aldus Kal. Spinoza komt met een list (vandaar de titel van zijn boek): de machthebber palmt het volk in om zo zijn macht te vergroten.
Voor het volk heeft Spinoza de grootst mogelijke minachting, aldus Kal. De gewone mensen hebben een (persoonlijke) God en morele wereldorde nodig, maar de filosoof weet beter. Met de religie heeft de machthebber het instrument in handen om het volk aan zich te binden. De moderne wereld heeft tal van grote leiders opgeleverd die hebben laten zien dat Spinoza’s theologisch-politieke programma goed uitvoerbaar is. Het resultaat is een „ongekende gelijkschakeling”, zoals de ondertitel van Kals boek luidt. Spinoza is voormodern, niet liberaal en tolerant.
Vroomheid
Heeft Kal gelijk? Dan zou Spinoza inderdaad van zijn (moderne) voetstuk vallen. Kals punt is terecht dat Spinoza vooral gebaat is bij een verlichte overheid, die de vrijdenker de hete adem van kerk en synagoge van het lijf houdt. Daarbij staat hij in de traditie van de remonstrantse overheidsopvatting. Kal heeft ook gelijk dat voor Spinoza religie vooral een zaak van moraliteit is.
Het ingewikkelde echter is dat Spinoza wel terdege een bepaalde vroomheid leert. Volgens Herman De Dijn is Spinoza’s visie op het geloof zelfs verwant aan het piëtisme, met zijn nadruk op praktische vroomheid en innerlijke vrede. Godsdienst is voor Spinoza niet primair een geloof –opgevat als set van overtuigingen– maar een praktijk van gehoorzaamheid en dienstbaarheid.
Spinoza voelde zich ook geïnspireerd door de doopsgezinden voor wie de ethiek belangrijker was dan de leer. Uiteindelijk wordt de mens beoordeeld naar zijn werken, en niet zozeer uit de letter van de belijdenis, zo schrijft hij. En hun toenemende vrijzinnigheid vond uiteraard weerklank bij Spinoza.
Dubbelzinnig
Spinoza neemt een dubbelzinnige houding aan ten opzichte van de verhouding tussen rede en geloof. Volgens hem is er geen sprake van twee verschillende wegen naar de ene waarheid, die van de rede en van het geloof. Alleen het natuurlijke licht van de ratio is de weg naar de waarheid.
Maar er zijn volgens De Dijn bij Spinoza wel twee wegen naar het goede leven en naar het heil. Enerzijds de brede weg voor de massa van eenvoudige lieden, de Joods-christelijke (maar in feite universeel-religieuze) boodschap van gehoorzaamheid aan God en liefde tot de naaste. Anderzijds het steile pad van de enkeling, die in het geval van Spinoza komt tot een filosofische religie. Het eerste wordt in Spinoza’s ”Theologisch-politiek traktaat” uiteengezet, het andere in zijn ”Ethica”.
Spinoza leert uiteindelijk een radicale scheiding tussen religie en filosofie/wetenschap. Het zijn twee totaal verschillende werkelijkheden. Spinoza: „Elk van beide heerst op haar eigen terrein: de rede heerst op het gebied van waarheid en wijsheid, de theologie op dat van vroomheid en gehoorzaamheid.”
Volgens Spinoza is het christendom afgeweken van zijn oorspronkelijke boodschap van moreel heil en liefde tot God en de naaste en verworden tot uiterlijk vertoon, machtsmisbruik en bijgeloof, vervolging van andersdenkenden. Hij is volgens De Dijn dus niet alleen een filosoof, maar ook religieus hervormer. Spinoza zegt zelfs dat alleen op grond van de Schrift de oorspronkelijke boodschap weer herontdekt moet worden, en dat is zaak van iedere gelovige, niet van een elite in de kerk.
Tegelijkertijd schroomt Spinoza niet om de Bijbel historisch-kritisch te lezen en kritiek te oefenen op wonderen en het feit van de opstanding. In feite stelt hij dat het bijgeloof al in de Schrift aanwezig is en de vervorming daarna is begonnen, door de vroege vermenging met de Griekse filosofie.
Atheïsme?
Spinoza werd beschuldigd van atheïsme, wat hij altijd verworpen heeft. Formeel had hij daarin gelijk. Men kan hem het beste als een pan-en-theïst beschouwen: de hele werkelijkheid is in God. Spinoza vereenzelvigt God en natuur, maar laat ze niet, zoals in het pantheïsme, samenvallen. Alle dingen zijn in God en bewegen zich in God, zo beroept Spinoza zich op Paulus.
Spinoza is vooral een determinist. Hij denkt zeer rationeel in oorzaken. De natuur heeft als eerste oorzaak God. Alles wordt geregeerd door een logische wetmatigheid. God is geen persoonlijke en barmhartige God, met een wil en bedoelingen, maar een onpersoonlijke oergrond, de substantie die via de ijzeren wetten van de natuur alles noodzakelijk voortbrengt. De Gereformeerde Bondstheoloog J. Severijn heeft eens het spinozisme een filosofische variant van de predestinatieleer genoemd.
Spinoza blijft een vrijdenker en daarin heeft Israel gelijk. Spinoza verheerlijkt de absolute rol van de rede om over God en de openbaring te spreken. Toch is volgens De Dijn Spinoza weer een buitengewone verlichtingsfilosoof, omdat hij aan de godsdienst als vroomheid vasthoudt, als „vredevolle innerlijkheid, piëtisme.” Diens accent op ethiek, levenspraktijk, ascese en het nastreven van innerlijke blijdschap en afkeer van materialisme, zijn waarden die volgens De Dijn goed gedijen in het christendom.
Spinoza houdt christenen soms ook een spiegel voor aangaande hun aardsgezindheid. Hij verbaast zich ook over hen die er prat gaan de christelijke godsdienst te belijden, met de waarden van liefde, vreugde, vrede, zelfbeheersing en trouw jegens allen, dat zij „met uitzonderlijke heftigheid strijden en elkaar dagelijks met de bitterste haat bejegenen.” Maar daarvoor hoef je het geloof in een persoonlijke God niet op te geven.
Boekgegevens
Spinoza en de weg naar het geluk. Een filosofie van de eenvoud; Frédéric Lenoir; uitg. Balans; 223 blz.; € 19,99;
De andere Spinoza. De twee wegen naar het ware geluk; Herman De Dijn; uitg. Pelckmans; 253 blz.; € 24,50;
De list van Spinoza. De grote gelijkschakeling; Victor Kal; uitg. Prometheus; 281 blz.; € 19,99.