President Trump blijft zijn huid duur verkopen
Niemand zal ontkennen dat Donald Trump zijn presidentiële huid duur verkoopt. Tot de laatste dag probeert hij met woorden en processen zijn gelijk te krijgen.
Want voor Trump staat vast: de verkiezingen zijn gestolen. Ook al heeft geen rechter hem daarin gelijk gegeven; ook niet de rechters die hijzelf heeft benoemd.
Het aantal rechtszaken dat Trump of zijn partijgenoten de achterliggende vijf weken zijn gestart, ligt rond de vijftig. Gelet op het feit dat elke zaak veel (papier)werk, menselijke inspanning en handenvol geld kost, is dat een prestatie van formaat. Nu is geld niet zo’n probleem. Na de verkiezingen van 3 november kwam er in Trumps campagnekas nog ruim 200 miljoen dollar binnen. Menskracht is er ook. Driekwart van de Republikeinen denkt dat Trump gelijk heeft met zijn bewering dat Biden de verkiezingen heeft gestolen. Om dat te ontmaskeren, zijn er genoeg mensen die al hun tijd daarvoor willen geven.
Afgelopen dinsdag was de zogenaamde ”safe-harbor-deadline”, de dag waarop staten de juridische geschillen over de verkiezingsuitslag moeten hebben beslecht. De verkiezingsresultaten moeten dan officieel zijn vastgesteld, zodat helder is op welke kandidaat de kiesmannen op 14 december bij het kiescollege moeten stemmen. Ondanks alle bezwaren die Trump en zijn team de achterliggende maanden hebben ingebracht, is de verdeling van de kiesmannen onveranderd gebleven: Biden 306 en Trump 232.
Van alle aanklachten die door de aanhangers van Trump zijn ingediend, is een negental zaken nog niet afgewikkeld. In twee zaken is hoger beroep aangetekend. Veruit de meeste aanklachten hebben tot niets geleid: óf ze zijn door het Trumpteam voortijdig ingetrokken (11), óf ze zijn door de rechter afgewezen wegens gebrek aan bewijs (23). In vier zaken heeft de rechter na onderzoek uitspraak gedaan, waarbij het team van Trump in één geval gelijk kreeg. Kortom, de winst van al die processsen is voor Trump en zijn partijgenoten heel mager.
Verbijsterend
Werkelijk verbijsterend was voor president Trump dat het federale hooggerechtshof afgelopen dinsdag in letterlijk één regel het beroep van de Republikeinen tegen de uitslag in de staat Pennsylvania van de hand wees. De partij van Trump wilde dat de verkiezingsresultaten in die staat ongeldig werden verklaard omdat de 2,5 miljoen poststemmen volgens hen niet hadden mogen worden meegeteld. De negen opperrechters waren het daarmee unaniem oneens. Dat viel Trump bar tegen.
Van de negen leden van het hoogste rechtscollege staan er zes als conservatief te boek. Drie opperrechters zijn door Trump benoemd. Trump hoopte op hun loyaliteit. De conservatieve achtergrond van deze rechters maakte hen bij progressieve Amerikanen verdacht. Vooral bij de recente benoeming van Amy Comey Barrett klonk deze kritiek. Dick Durbin, Democratisch senator voor de staat Illinois, zei dat Barrett door Trump naar het hooggerechtshof was gestuurd met de opdracht hem te helpen in de verkiezingsstrijd op het moment dat dit nodig is. De uitspraak van het federale hooggerechtshof van afgelopen dinsdag liet zien dat de opperrechters zich onafhankelijk opstellen. Tot grote teleurstelling van Trump en zijn sympathisanten.
Het is niet het enige voorbeeld dat rechters die door Trump zijn aangesteld –en dus zijn vertrouwen hadden– weigeren mee te gaan in zijn bewering dat de verkiezingen oneerlijk zijn verlopen. Stephanos Bibas, hoogleraar aan de University of Pennsylvania, werd in 2017 door Trump benoemd als lid van het Derde Hof van beroep. Hij behandelde een zaak in hoger beroep, waarin het ging om de verificatie van handtekeningen bij het stemmen in de staat Pennsylvania. In het vonnis was Bibas glashelder: „Beschuldigingen van fraude zijn ernstig. Maar verkiezingen alleen in algemene zin oneerlijk noemen, maakt ze nog niet onbetrouwbaar. Aanklachten vereisen specifieke beschuldigingen en vervolgens hoort daar het bewijs bij. We hebben in deze zaak geen van beide.”
In Georgia wees districtsrechter Steven D. Grimberg, vorig jaar door Trump genomineerd, een verzoek van Trumpaanhanger Lin Wood om de wettelijke bekrachtiging van de resultaten te stoppen van de hand. „Als we ter elfder ure de certificering van de stemmen stoppen, zou verwarring ontstaan en worden mensen van hun stemmen beroofd. Ik vind daarvoor geen grond – noch in de feiten, noch in de wet.”
Vorige week wees rechter Andrew Brasher het beroep van Sydney Powell af. Zij wilde de certificering van de stemmen in Georgia opschorten omdat de stemmachines zouden zijn voorgeprogrammeerd, zodat stemmen automatisch naar Biden zouden gaan. Zij vroeg meer tijd om de betrouwbaarheid van de machines te onderzoeken. Rechter Brasher, die dit voorjaar door Trump is benoemd, zag daar geen reden toe.
De redenering dat het de Democraten zijn die de rechtszaken van Trump en zijn partijgenoten afwijzen, klopt dus niet. Evengoed wordt dit gedaan door rechters van wie iedereen weet dat ze Republikein zijn.
Monster
Bij verschillende zaken bleek dat de rechters verbaasd of geïrriteerd raakten. Rechter Matthew Brann, een Republikein, schreef over de argumenten die het Trump-team inbracht: „Deze beweringen zijn, net als het monster van Frankenstein, lukraak samengevoegd.” In de staat Michigan toonde rechter Cynthia D. Stephens zich eveneens geërgerd over de gronden waarop een aanklacht was ingediend. „Maak mij eens duidelijk dat dit niet alleen van horen zeggen is. Kom op, zeg.”
Rechter Brann stelt in een latere toelichting op zijn beslissing dat Republikeinen hun eigen geloofwaardigheid ondergraven door steeds te beweren dat er op grote schaal fraude is gepleegd, waarbij ze dan afgaan op vage geruchten.
Brann noemt het inmiddels overbekende voorbeeld van William Bradley uit Michigan. Dat hij had gestemd, was volgens de Republikeinen onmogelijk. De man was immers in 1984 overleden. Een overtuigend voorbeeld van stembusfraude. Daar leek geen speld tussen te krijgen. Toch wel. De zoon van de overleden William Bradley heette ook William Bradley. En ja, die ging op 3 november inderdaad stemmen.
In Pennsylvania werd beweerd dat 21 overledenen hadden gestemd. De rechter zocht het uit en kwam tot de conclusie dat hier geen enkele aanwijzing voor te vinden was.
Op YouTube ging de achterliggende weken een filmpje rond waarop was te zien hoe verkiezingswaarnemers uit Michigan een stembus volpropten met ongeldige stembiljetten. Bij nader inzien bleek het te gaan om beelden die door Rusland waren geconstrueerd en in omloop gebracht.
Evenzo ontstond er de nodige deining over een foto waarop een vuilnisbak vol met stemenveloppen was te zien. Voor Trump en zijn aanhangers was dit een belangrijk bewijs voor het gerommel met de biljetten. Het bleek een oude foto te zijn van stemmen die in 2018 bij de Congresverkiezingen waren uitgebracht en die na de wettelijke bewaartermijn mochten worden weggegooid. „Maar dergelijke geruchten en beelden doen veel kwaad”, aldus rechter en Republikein Brann.
Incidenten
Voor veel Republikeinen blijft echter, ondanks dit alles, nog steeds het gevoel heersen dat er op grote schaal is gefraudeerd, constateert Richard L. Hasen, staatsrechtgeleerde aan de Universiteit van Californië. „Dat wordt gevoed door incidenten die er inderdaad zijn geweest. In de staat Georgia bleken in eerste instantie 2500 stemmen niet te zijn meegenomen in de telling. Maar dat is gecorrigeerd bij de hertelling. Er zijn twee gevallen bekend van mensen die probeerden met een stembiljet van een overleden persoon nóg een keer te stemmen. Die zijn echter ook gepakt. En laten we heel eerlijk zijn: als er meer dan 150 miljoen stemmen worden uitgebracht, gaat er hier of daar wel iets fout. Dat is echter iets anders dan dat er op grote schaal is gefraudeerd. Daarvan is geen sprake geweest.”
Die conclusie trok de Amerikaanse minister van Justitie William Barr eind vorige week ook. Hij had justitie en de veiligheidsdiensten opdracht gegeven om breed te onderzoeken of er sprake was geweest van onregelmatigheden of grootscheepse fraude bij de verkiezingen. Barr moest –tot ongenoegen van Trump– vaststellen dat hij daarvoor geen aanwijzingen had. Topambtenaren van Trumps eigen ministerie van Binnenlandse Veiligheid, die toezicht hielden op het verloop van de verkiezingen, hadden al eerder geconstateerd dat de presidentverkiezingen van 3 november de veiligste ooit in de Amerikaanse geschiedenis zijn geweest.
„Daarvan zijn Trump en zijn aanhangers beslist niet overtuigd”, concludeert Hasen. „Het lijkt erop dat geen enkel argument telt. Ik snap dat ze teleurgesteld zijn over de nederlaag van Trump. Maar zij moeten de feiten niet omdraaien. Dat past ook niet bij de waarden die vooral christelijke Republikeinen hoog hebben. Door voortdurend te suggereren dat de harde feiten niet kloppen en dat de rechters ongelijk hebben, ondergaven ze het vertrouwen in de democratie. Dat is heel gevaarlijk.”
Er worden intussen wel veel grote woorden gebruikt.
„Dat gebeurt inderdaad over en weer. Je wordt al snel als complotdenker, of juist als naïeveling weggezet. Dat is mij ook gebeurd. Daar houd ik niet van. Dat zijn wat mij betreft te gemakkelijk getrokken conclusies.”
Intussen zijn de beschuldigingen van fraude er wel. Hoe komen we achter de waarheid?
„In onze democratische rechtsorde geeft een meerderheid van de kiezers de doorslag. Dat zijn de door ons allen te eerbiedigen regels van het spel. Als iemand zich verongelijkt voelt, kan hij een klacht indienen. Daar hebben we een systeem voor bedacht – en ook in de Verenigde Staten zit dat goed in elkaar. Hier is controle nodig. Omdat de mens geneigd is tot alle kwaad, maar ook om ”checks en balances” in te bouwen. Het is aan de rechter om daar het laatste woord in te hebben. Daar hebben we het mee te doen.”
De kritiek op alle rechtszaken die worden gevoerd is dat de klachten niet specifiek genoeg zijn en vooral dat er geen bewijs wordt geleverd.
„Ik ga ervan uit dat de klachten die zijn ingediend goed geformuleerd en met redenen omkleed zijn. Anders kun je je de moeite besparen. Wat het bewijs betreft: er circuleren heel veel getuigenverklaringen en nog veel meer meningen. Dat wordt allemaal onderzocht. En ook hiervoor geldt: ik hoor het allemaal aan en neem er kennis van, maar de rechter beslist.”
Diezelfde rechter kwam in een aantal gevallen tot de conclusie dat het ‘bewijs’ nep was. Zoals de foto van weggegooide poststemmen die van twee jaar geleden bleek te zijn.
„Het is heel goed dat dit soort dingen openbaar komt. Waar het mij vooral omgaat is de manier waarop bij deze verkiezingen de stemmen zijn vergaard. Er waren meer dan 100 miljoen poststemmen. Daar kan gewoon van alles bij fout gaan. Als die poststemmen er niet waren geweest, was er niet zoveel deining geweest.”
Tegelijkertijd klinkt de klacht dat vooral de ”mainstream media” het nieuws over mogelijke fraude wegstoppen of er enigszins meewarig mee omgaan.
„Als een partij zegt grote zorgen te hebben over het verloop van de verkiezingen, zou ik het gemakzuchtig van mezelf vinden als ik niet bereid was daar kennis van te nemen. Zeker als een partij claimt over een lawine aan bewijzen en getuigen te beschikken. Daar moet je wel aandacht aan besteden. Tegelijkertijd laadt het verongelijkte kamp met de stap naar de rechter wel een flinke verantwoordelijkheid op zich. Het zal echt met substantiële en gefundeerde klachten moeten komen.”
De afgelopen maanden is door al deze ontwikkelingen veel gespeculeerd over het vertrouwen in de Amerikaanse democratie. Hoe kijkt u daar tegenaan?
„Het Amerikaanse systeem zit goed in elkaar, dat heeft zich de afgelopen tijd juist weer bewezen. Tegelijkertijd botsen de ideologieën wel steeds harder.”
Op 20 januari wordt Joe Biden als president geïnstalleerd. Hoe kijkt u naar die dag?
„Dat is de dag waarop we de volle wapenrusting aan zullen moeten hebben en de strijd zullen aangaan, gezien de liberale agenda die Biden voorstaat. Daar is mijn werk ook heel direct aan verbonden. We hebben er zó voor gebeden dat Trump mocht winnen. Tegelijk geldt ook: hoe jammer ik het ook vind; de Heere gaat Zijn Eigen weg. Daarom moeten we nooit bang zijn. Wel waakzaam.”