Ondernemer staat voor lastige keuzes door coronacrisis
Ondanks de compensatiemaatregelen van de overheid is het de vraag hoelang ondernemers het hoofd boven water kunnen houden. Voor hen ontstaat een spagaat als zij personeel niet mogen ontslaan, terwijl daartoe wel de noodzaak ontstaat. In dat geval zijn ontslagen altijd nog wenselijker dan faillissementen.
Onze economie is op hardhandige wijze voor een groot deel tot stilstand gekomen. Met dit scenario hielden zelfs voorzichtige prognoses geen rekening. Daar waar supermarkten een forse omzetstijging melden, zien bijvoorbeeld de bloemen- en horecasector de omzet tot wel 100 procent afnemen.
Ondernemers die met een aanzienlijke omzetdaling te maken hebben, lopen daardoor tegen financiële problemen aan. Zo moet personeel wel doorbetaald worden, terwijl het niet of nauwelijks productief kan zijn. Vaste lasten als huur en abonnementen doen de kosten verder oplopen. Al met al zorgt dat voor een financieel debacle voor ondernemers.
Uitstel
Het kabinet heeft deze problematiek onderkend en is met een behoorlijk pakket aan compensatiemaatregelen gekomen. Banken zijn opgeroepen om meer liquiditeit te verstrekken, waardoor ondernemers aan hun financiële verplichtingen kunnen blijven voldoen. Ook krijgen ondernemers uitstel van belastingen en heffingen van gemeenten en de Belastingdienst.
Daarnaast kunnen ondernemers aanspraak maken op de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). De NOW compenseert maximaal 90 procent van de loonkosten over een periode van drie maanden. Daarnaast kan direct na aanvraag een voorschot worden verstrekt. Wel geldt daarbij dat een werkgever niet mag overgaan tot ontslag van werknemers vanwege een financieel slechte situatie.
Loonkosten
Of de maatregelen voor ondernemers voldoende zijn, is op dit moment nog moeilijk te zeggen en is bovendien sectorafhankelijk. De bloemen- en horecasector kennen een arbeidsintensieve productie met hoge loonkosten. Juist deze sectoren liggen volledig stil. Ondanks de compensatiemaatregelen van de overheid is het de vraag hoelang ondernemers in deze sectoren het hoofd nog boven water kunnen houden. Compensatie van 90 procent van de loonkosten betekent nog altijd 10 procent van de loonkosten uit eigen zak moeten betalen. Als de crisis nog een paar maanden aanhoudt, leidt dit gemakkelijk tot enkele tonnen aan loonkosten. Daarbij moeten de vaste lasten worden opgeteld. Bovendien geldt onder de NOW-regeling dat personeel niet ontslagen mag worden.
Daar komt nog bij dat financieringsverstrekkers voor extra krediet wel extra (privé)zekerheden vragen. Ondernemers staan daarmee voor de keuze om zich dieper in de schulden te steken. Ten slotte leidt uitstel van belastingen niet tot afstel. Kortom, ondernemers kunnen nog steeds tegen aanzienlijke kosten aanlopen.
Hoewel ik niet wil pleiten voor ontslagen, worden ondernemers wel in een lastige spagaat gebracht als zij personeel niet mogen ontslaan, terwijl daartoe –financieel gezien– wel de noodzaak ontstaat. In dat geval zijn ontslagen –hoe pijnlijk ook– altijd nog wenselijker dan faillissementen.
Bovendien zitten we nog wel een poosje met dit coronavirus opgescheept. De overheidsmaatregelen zijn verder aangescherpt en dat voor een langere termijn. Een scenario met faillissementen wordt daarmee steeds waarschijnlijker.
Beroep op overmacht
Het recht hanteert als uitgangspunt dat partijen moeten nakomen wat zij over en weer hebben afgesproken. Enkel bij hoge uitzondering kan een beroep op zogenoemde overmacht of onvoorziene omstandigheden worden gedaan. De rechtspraak leert dat een beroep op overmacht of onvoorziene omstandigheden ook bij epidemieën en pandemieën terughoudend wordt erkend. In bijvoorbeeld een zaak waarin een ondernemer zich vanwege de vogelgriep beriep op overmacht en onvoorziene omstandigheden, werd dit beroep niet gehonoreerd. De consequentie is dan dat overeenkomsten in principe nagekomen moeten worden.
Aan de andere kant heeft de coronacrisis meer impact dan de vogelgriep en zijn er ook veel meer overheidsmaatregelen. Of dit verschil zal maken, moet nog uitgewezen worden. Het nakomen van gemaakte afspraken zal bij dit coronavirus immers lang niet altijd mogelijk zijn. Het blijft echter de vraag of het recht bij een slechte financiële situatie door het coronavirus direct een oplossing biedt.
Los van het recht kunnen partijen wel altijd in overleg met elkaar gaan. Er kan gekeken worden wat financieel haalbaar is, om op die manier tot een alternatieve oplossing te komen. Met overleg kunnen ondernemers verder komen dan met het recht. Als overleg niet tot een oplossing leidt, kan vervolgens alsnog naar het recht worden gegrepen.
Diaconie
Als de compensatiemaatregelen niet voldoende zijn en overleg niet het gewenste effect heeft, ligt de prangende vraag voor: is er nog een alternatief?
Misschien kunnen kerken het gat opvullen. In dat geval kunnen ondernemers bij de diaconie van hun kerk aankloppen voor tijdelijke ondersteuning. Ik kan me echter goed voorstellen dat die drempel voor ondernemers hoog is. Je wilt je immers zoveel mogelijk zelf bedruipen.
Daarnaast kunnen ook vanuit het oogpunt van de kerk verschillende kanttekeningen worden gemaakt. De diaconie zorgt van oudsher voor noodlijdende particulieren. Het ondersteunen van ondernemers is een veel complexere financiële aangelegenheid en kan van de diaconie een soort veredelde sociale verzekeringsbank maken.
Maar als het gaat om een onderneming waar veel gemeenteleden werkzaam zijn, of zzp’ers? Juist in deze situatie kan de kerk als gemeenschap haar verantwoordelijkheid nemen en haar diaconale taken vervullen door deze ondernemers tijdelijke ondersteuning te geven. Om met de woorden van onze minister-president Mark Rutte te eindigen: „Samen komen we deze moeilijke periode te boven.”
De auteur is advocaat bij BVD advocaten.