„Doorbreek monopolie asbestbranche”
De overheid moet nieuwe methoden voor asbestsanering stimuleren. Een overgrote meerderheid van de Tweede Kamer stemde donderdag in met een motie van de leden Stoffer (SGP) en Von Martels (CDA), die hiertoe oproept.
Alleen de PVV stemde tegen. De Stichting Ascert, de enige organisatie die saneringstechnieken mag goedkeuren, zou innovatieve technieken tegenhouden door onderzoek te rekken, stellen de indieners van de motie. Daardoor zouden nieuwe en goedkopere alternatieve manieren om asbest uit gebouwen te verwijderen, geen kans krijgen.
Dat de stichting haar werk niet goed doet, erkende staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken) al in een Kamerdebat. De Kamer vraagt nu de bewindsvrouw om de overeenkomst met Ascert op te zeggen en de bevoegdheid om saneringstechnieken toe te laten, bij het ministerie neer te leggen.
Voor woningcorporaties betekent de modernisering een doorbraak. „Marktwerking en innovatie om de asbestsanering veiliger, goedkoper en risicogestuurd te maken, kan eindelijk doorgang vinden”, zegt Ronald Leushuis, voorzitter van een werkgroep van bestuurders van koepelorganisatie Aedes. Woningcorporaties maken nu hoge kosten voor het verwijderen van bijvoorbeeld vensterbanken, terwijl die amper schadelijk zijn voor milieu en gezondheid, volgens een recent rapport van TNO.
De asbestbranche lijkt nieuwe technieken bewust te blokkeren uit vrees voor omzetverlies, stelt de Vereniging Eigen Huis (VEH). Door meerdere certificatiemogelijkheden toe te staan, doorbreekt de politiek deze „patstelling”, aldus de vereniging.
Als voorbeeld van een effectievere en veilige methode noemt VEH het vooraf aanbrengen van een speciaal schuim op asbesthoudend materiaal.