Schalk (RMU): Christen kan niet meer achteroverleunen
Peter Schalk (58) kondigde woensdag zijn vertrek aan bij de RMU. Aan het eind van het kalenderjaar zwaait hij af. Daarmee komt een einde aan een 25-jarig tijdperk. Een gesprek over idealen, de tijdgeest en zondagswerk.
De RMU, voluit de Reformatorisch Maatschappelijke Unie, staat er goed voor, volgens Schalk. „Een stabiele en gezonde organisatie met een stabiel ledenaantal.” De vakorganisatie, waarin zowel ondernemers als werknemers vertegenwoordigd zijn, werkt sinds vorig jaar vanuit een nieuw beleidsplan. Schalks opvolger komt zo „op een rijdende beleidstrein.”
Op 1 september 1994 kwam Schalk bij de RMU binnen. Om de RMU de tijd te geven rustig naar een nieuwe raad van bestuur te zoeken, blijft hij nog tot het einde van het jaar. Na de zomer begint de zoektocht naar een opvolger.
Waarom stopt u bij de RMU?
„Ik liep al een tijdje rond met het idee om te vertrekken. De combinatie van mijn functie bij de RMU en mijn lidmaatschap van de Eerste Kamer voor de SGP is best pittig. Toen het er een aantal maanden geleden ook nog op leek dat ik als enige SGP-senator over zou blijven, begon de gedachte om te vertrekken bij de RMU verder te rijpen. Uiteindelijk behielden we toch onze tweede zetel. De mogelijkheid om te vertrekken had zich toen echter al wel in mijn hoofd genesteld. Nu de organisatie er goed voor staat, vind ik dit een mooi moment om het stokje over te dragen. Dat kan ik met een gerust hart doen.”
U heeft nog geen nieuwe baan. Geeft dat onzekerheid?
„Natuurlijk geeft dat voor mijzelf onzekerheid, maar ik gun de RMU de tijd om een opvolger voor mij te vinden. Daarom heb ik ervoor gekozen mijn vertrek nu al kenbaar te maken. Intern heb ik dat al in april gedaan. Ik ben aan het einde van het jaar niet helemaal werkloos, omdat ik nog lid blijf van de Eerste Kamer. Verder leg ik in Gods handen wat er op mijn pad mag komen.”
Wat was uw hoogtepunt bij de RMU?
„Hoogtepunten zijn voor mij de momenten geweest waarop daadwerkelijk Bijbelse waarden met maatschappelijke kwesties werden verbonden. Zo heb ik de uitgave van onze waarden- en normenwijzer als een hoogtepunt beleefd, net als de oprichting van het Platform Waarden en Normen. In dat platform zijn een aantal organisaties verenigd die zich verbonden voelen in de belijdenis dat de Bijbel het Woord van God is.”
En het dieptepunt?
„In het jaar 2000 zei iemand van D66 in de Tweede Kamer: „Vroeger dachten we dat God het leven gaf en nam, maar wij hebben de teugels van ons leven zelf in handen genomen.” Dat raakte me diep. Het is de kern van de mens die in zonde is gevallen en tekenend voor hoe steeds meer mensen in het leven staan.”
Vanuit welk ideaal werkt u?
„Mijn standpunt is dat de Bijbelse principes, samengevat in De Tien Geboden, goed zijn voor iedereen. Dus niet alleen voor christenen. Alles wat goed is voor de mens, staat in de Wet. Prof. dr. Velema zei ooit tegen me: „De Tien Geboden zijn onthullend en richtinggevend. Onthullend over wie wij zijn en richtinggevend over waar wij naartoe moeten.” Een prachtige samenvatting die veel inspiratie geeft voor het werk bij de RMU.”
Is er nog ruimte voor de opvattingen en idealen van de RMU?
„Ik heb me nooit beknot gevoeld om te kunnen uitdragen waar het ons om gaat. Dat ervaar ik als een geschenk. Maar de tijdgeest van individualisering en de 24-uurseconomie wordt natuurlijk wel gevoeld. Ik constateer dat de samenleving steeds verder van onze principes af komt te staan. Zo komt op zondag werken steeds vaker voor. Toch merk ik ook wel dat mensen buiten onze kring het soms met ons eens zijn, bijvoorbeeld over de zondagsrust.”
Wat kan de RMU voor zijn leden betekenen op het vlak van zondagsarbeid?
„Gelukkig valt het aantal arbeidsconflicten over zondagsarbeid mee, omdat gewetensbezwaarden goed worden beschermd door de wet. Het kan natuurlijk wel zo zijn dat iemand bij een sollicitatie wordt afgewezen omdat hij of zij de zondagsrust in ere houdt. Wij pleiten ervoor dat iedereen bij een sollicitatie uitkomt voor het geloof. Daar kan je maar beter direct duidelijk in zijn. De RMU probeert leden toerusting te geven. Iedereen vertelt waar hij of zij voor staat en wat zijn of haar levensvisie is, dus waarom wij als christenen niet?”
Bent u weleens moedeloos geweest over de druk die wordt gelegd op christelijke principes?
„Natuurlijk zijn er moeilijke momenten geweest, maar ik ga niet met mijn rug tegen de muur staan en zeggen dat ik het niet meer weet. De tijd dat christenen achterover kunnen leunen ligt ver achter ons. De samenleving spoort christenen meer dan ooit aan om te laten zien waar ze voor staan. Dat we christen zijn, moet aan ons gemerkt worden. Daar dwingt de samenleving anno 2019 ons toe.”