Uit de hand gelopen hobby: Gerrit Veldman maakt laagdrempelige vertaling Institutie
In zijn eentje vertaalde hij de hele Institutie van Calvijn, op een laagdrempelige wijze. Het was aanvankelijk helemaal niet de bedoeling van Gerrit Veldman (44). „Wat begon als hobby- en studieproject voor mezelf, is een beetje uit de hand gelopen.”
Begin 2013 stuitte Veldman, freelance historicus, dankzij een vriend op Facebook op een leesrooster met behulp waarvan je in één jaar de Institutie kon lezen. „Ik begon daaraan in de vertaling van Sizoo. Maar die is natuurlijk flink verouderd en al snel merkte ik dat ik sterk de neiging had om die vertaling al lezend te hertalen in modern Nederlands.”
In diezelfde tijd volgde hij een cursus nieuwtestamentisch Grieks. „Toen kwamen er drie dingen bij elkaar: de behoefte om ook mijn Latijn op te halen, de behoefte om eens grondig door de Institutie te kruipen om zo mijn kennis van de gereformeerde theologie te verdiepen en de uitdaging om de tekst van de Institutie over te zetten in modern Nederlands.”
Zijn werkwijze was dat hij steeds begon met het hertalen van de vertaling van Sizoo. „Die vergeleek ik vervolgens met de Engelse vertalingen van Battles en van Beveridge. Pas daarna keek ik naar het Latijn, waarbij ik dan vooral lette op de passages waarin de genoemde vertalingen inhoudelijk van elkaar verschilden.”
Het resultaat is ernaar: een kloeke band van 727 bladzijden in groot formaat, een heldere en gedetailleerde inhoudsopgave, veel tussenkopjes in de tekst en compleet met registers (uitgeverij Theofilus).
Veldman, die in IJsselmuiden woont, heeft geprobeerd zijn vertaling zo laagdrempelig mogelijk te maken, met eenvoudig taalgebruik: korte zinnen en hedendaagse woorden. „Daardoor is het wel een wat vrije vertaling geworden, hier en daar misschien zelfs meer een parafrase. Maar ik hoop dat de Institutie daardoor wel goed leesbaar is voor gewone kerkleden. Of dat gelukt is, weet ik niet, maar de reacties zijn vooralsnog heel positief. Ik zou het fijn vinden als mijn vertaling eraan bijdraagt dat velen, ook jongeren, de Institutie gaan lezen. Misschien niet van begin tot eind, want niet alles is even gemakkelijk en even relevant voor nu. Maar ook als je erin gaat grasduinen of hem als naslagwerk gebruikt, kun je er al veel van leren.”
Intussen was er in 2009 een vertaling van dr. C. A. de Niet gekomen.
„Inderdaad, toen ik begon, was de vertaling van De Niet nog heel nieuw en dat was voor mij wel een demotiverende factor. Gezien de reputatie van De Niet heb ik nooit de pretentie of de illusie gehad mij met hem te kunnen meten. Het is ook nooit mijn bedoeling geweest om mijn vertaling te publiceren, anders dan op mijn website. Maar tot mijn verrassing kwamen er na een tijdje steeds meer positieve reacties van lezers die mijn vertaling heel bruikbaar vonden. En wat mij een beetje overviel: een aantal van hen, ook een aantal christelijke boekhandels, vroeg ook om een gedrukte versie.”
Wat is voor u de waarde van de Institutie?
„Het werk biedt een volledig overzicht van alle kernpunten van de Bijbelse leer zoals je die in de gereformeerde belijdenissen vindt. En het is tijdloos: doordat het een oud boek is, wordt je zicht niet vertroebeld door de stokpaardjes van onze tijd. Je ziet beter wat de tijdloze kern is van ons geloof. Er zijn maar weinig vragen of bezwaren die mensen in onze tijd hebben bij de gereformeerde leer waarop Calvijn niet meer of minder diep is ingegaan. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de betekenis van Christus’ kruisdood en van de rechtvaardiging, aan de kinder- of volwassendoop, aan het mensbeeld, aan het Schriftgezag. Er is in gereformeerd Nederland op het moment van alles aan het schuiven. Ik zou daarom graag zien dat mensen weer op zoek gaan naar de bronnen van de gereformeerde leer, om te ontdekken dat al die zogenaamd nieuwe ideeën van nu helemaal niet nieuw zijn, maar in het verleden al lang zijn overdacht en zo nodig afgewezen.”