Fruytierdocent Van Ittersum ontdekt betekenis doop bij Ratzinger en Augustinus
Boerenzoon, een tijdlang agrarisch medewerker, en nu promoveerde hij woensdag in Tilburg op een vergelijking tussen Augustinus en Joseph Ratzinger, oftewel paus Benedictus XVI. Opmerkelijke ontwikkeling van Matthijs van Ittersum, teamleider aan de reformatorische scholengemeenschap Fruytier, locatie Rijssen. „Er ging een wereld voor mij open toen ik hun visie op de doop leerde kennen.”
In zijn voorwoord dankt Van Ittersum (39) de rooms-katholieke priester Antoine Bodar als een bron van inspiratie. „Ontmoetingen met hem leidden mij tot een beter begrip van de Katholieke Kerk van vandaag”, schrijft hij. Ook is hij „dankbaar” voor de gastvrijheid van de monniken van de St. Willibrordsabdij te Doetinchem, waar hij werkte aan zijn proefschrift.
Van Ittersum draagt zijn dissertatie op aan voormalig paus Benedictus XVI, „wiens theologie mij heeft verrast.” Zaterdag gaf hij zijn boek mee aan kardinaal Gerhard Müller, de voormalige prefect van de Congregatie voor de geloofsleer. Müller, die een dag in Den Bosch was en een persoonlijke vriend is van Ratzinger, zou het proefschrift meenemen naar de vroegere paus, vergezeld van een persoonlijk woord van de promovendus. „Dat ik het boek aan Ratzinger opdraag, vond ik wel zo netjes”, zegt Van Ittersum. „Ik vind hem een van de grootste theologen van de twintigste eeuw.”
Zijn proefschrift ligt wellicht wat gevoelig in een reformatorisch bolwerk als Rijssen, erkent hij met een glimlach. „Het beeld in reformatorische kringen van de Katholieke Kerk is niet zo positief, omdat het gekleurd is door de Heidelbergse Catechismus en zijn beschrijving van de mis. Alsof de ontwikkelingen daarna hebben stilgestaan en er geen Tweede Vaticaans Concilie is geweest.” Toch ging er een bus met twee klassen van leerlingen en docenten mee naar de promotie in Tilburg. Van Ittersum is naast teamleider ook docent Latijn.
Vroege Kerk
Van Ittersum vertelt hoe hij verrast is door een combinatie van de theologie van Ratzinger en de Vroege Kerk. „Ratzinger is gepokt en gemazeld in de Vroege Kerk en gepromoveerd op Augustinus, wiens leerling hij altijd gebleven is. Zo kwam ik al gauw in aanraking met de leer van de kerk. Deze neemt een grote plaats in bij Ratzinger. De kerk als het Lichaam van Christus is niet alleen een mystieke grootheid, maar ook een zichtbaar instituut.”
Dat was voor Van Ittersum reden om na zijn theologiestudie aan het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam de keuze te maken voor de Protestantse Kerk in Nederland, waar hij zich met zijn vrouw in Kampen bij aansloot. Van Ittersum is gedoopt in de Hervormde Kerk en grotendeels opgegroeid in Canada, waar hij lid was van de Reformed Church in America in Springford.
In zijn proefschrift ”Baptism in the Tradition of Augustine? The Theology of Joseph Ratzinger with Respect to Baptism” –onder supervisie van prof. dr. Paul van Geest en dr. Aza Goudriaan– vergelijkt hij de leer van de doop van Ratzinger met die van Augustinus. „De doop is bij beide theologen ten diepste de inlijving in de kerk. Vooral bij Ratzinger ligt daar de nadruk op. Het is niet zo dat bij hem de persoonlijke toe-eigening ontbreekt, maar Ratzinger ziet het geloof vooral als het geloof van de kerk, waarin de gelovige participeert.”
Bij Augustinus is het geloof daarentegen meer gericht op de vergeving van de zonden. Ratzinger bevindt zich in een ander klimaat, mogelijk mede gestempeld door de oosterse theologie, haar liturgie, en een groter accent op de incarnatie. Bij Augustinus is het geloof persoonlijker en van groot belang voor de eeuwige bestemming van de mens, in hemel of hel. „Ratzinger ontkent het bestaan van de hel niet, maar bij hem is het geloof primair het opgenomen worden in de gemeenschap met God. Het geloof heeft een meer sociaal karakter en biedt een tegenwicht tegen het individualisme en de desintegratie van het moderne bestaan.”
Mysterie
De doop is een van de grote sacramenten van de kerk, zegt Van Ittersum. „Er ging een hele wereld voor mij open toen ik de betekenis daarvan bij de beide theologen ontdekte. Ik groeide op met de leer van de doop en het verbond. Ik ontdekte in mijn onderzoek dat de doop niet alleen een belangrijk begin is, maar ook een proces van een steeds inniger verworteling in het Lichaam van Christus. De doop mondt uit in de eucharistie als het wezen van de kerk. De Katholieke Kerk houdt geloof en rede, hart en hoofd, bij elkaar en laat God ook werkelijk een mysterie zijn. Theologie is uiteindelijk meer een zaak van gebed, van liturgie en vieren, dan van de uitwerking van een leer of dogma.”