Column (Jan van Klinken): Halsema
Toen ik hoorde dat Femke Halsema van GroenLinks burgemeester van Amsterdam zou worden, moest ik denken aan Marijke, een oudere vrouw uit mijn schootsveld die een echte fan was van Halsema. Als ik weer eens naar Den Haag moest, moedigde zij mij aan om de politica een hart onder de riem te steken. „Geweldig, hoor, zoals zij zich staande houdt tussen al die kerels. Ze doet het toch maar”, klonk het steevast.
Van dat hart onder die riem is nooit wat gekomen. Daarvoor was mijn argwaan tegenover GroenLinks te groot. GroenLinks was in mijn ogen toch vooral de partij die ontstaan is uit PSP, CPN en PPR. Geen hond die nog weet wat voor soort partijen dat waren, maar ik zal ze niet snel vergeten. De PSP bestond vooral uit dienstweigeraars en gevaarlijke activisten, de CPN was de partij die ooit met het Moskou van Stalin heulde en de PPR werd bevolkt door luitjes met geitenwollen sokken, tuinbroeken en plakkers van affiches tegen onrecht in de wereld, ook al was dat in verste uithoeken.
Nu mag je daar het huidige GroenLinks niet op afrekenen, maar ook in een minder ver verleden bestond de achterban van de partij uit dubieuze lieden. Ik trap zomaar een open deur in: Wijnand Duyvendak, eens betrokken bij allerlei subversieve acties tegen de rechtsorde, en later toch maar mooi opgeklommen tot prominent Kamerlid. Berucht waren de RaRabranden. Het betrof brandstichtingen bij vestigingen van de Makro die heel Nederland in hun greep hielden. Weliswaar is nooit bewezen wie er achter die branden zat, maar er zijn toch verdraaid veel aanwijzingen dat de lucifers van links kwamen.
Het is misschien een beetje flauw om ook een link te leggen tussen de moord op Pim Fortuyn en GroenLinks. Formeel is die er niet en de dader, Volkert van der G., was een ”lone wolf”, zoals dat heet. Iemand die geheel op eigen houtje handelde en geen nauwe banden onderhield met GroenLinks. Maar hij omringde zich wel met mensen uit die partij. En laten we ook niet vergeten dat geweld in kringen van de GroenLinkse activisten lange tijd niet werd geschuwd.
Halsema heeft zich van dat verleden nooit gedistantieerd. Dat is haar kwalijk te nemen. Dat neemt niet weg dat ze gewoon een aimabele vrouw is. Tegelijk blijft waar wat ik een jaar of vier geleden over haar schreef, nadat ik tijdens een politieke campagne een dagje met haar had meegelopen: „Ik maakte kennis met een reuzeaardige vrouw die totaal geen kapsones had en bijna te gewoon was om een belangrijke politica te zijn.” We gaan het zien.