Bijna 70 miljoen vluchtelingen en ontheemden mogen we niet negeren
We moeten het probleem van bijna 70 miljoen vluchtelingen en ontheemden niet verhullen omdat het zich ver weg afspeelt. Laten we aandacht en zorg aan vluchtelingen besteden, bepleit Arco van Wessel.
Het was een tijdje stil rond het thema migratie en vluchtelingen, maar de afgelopen week was het opeens weer voorpaginanieuws. Er was nieuws over de nieuwe Italiaanse regering die weigerde de Aquarius met ruim 600 mensen aan boord te laten afmeren. En er was nieuws over de EU, die het budget voor asiel en migratie wil verdrievoudigen, maar het niet eens kan worden over het beleid dat daarmee gepaard moet gaan.
Daarmee is het eigenlijk een uitzonderlijke week geweest. We horen nog maar weinig over het onderwerp en het woord vluchteling valt sowieso heel weinig bij dergelijke verslaggeving. Als je niet beter weet zou je denken dat er bijna geen vluchtelingenproblematiek meer is. Niets is minder waar. Al decennialang groeit het aantal vluchtelingen en ontheemden heel hard. Hoe kan het dan dat we het er nog zo weinig over hebben?
Laten we beginnen met de feiten. Elk jaar op Wereldvluchtelingendag (20 juni) publiceert de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, de statistieken. De UNHCR telde 68,5 miljoen mensen die op de vlucht zijn voor vervolging en geweld. Dat is het hoogste aantal sinds de Tweede Wereldoorlog en een verdubbeling van het aantal sinds de eeuwwisseling! Dat is dramatisch. Dat we er dan toch zo weinig aandacht aan besteden kan op meerdere manieren verklaard worden.
Ver van mijn bed
De eerste verklaring is dat het probleem weer net als vroeger een ver-van-mijn-bedprobleem is. In 2015 zagen we opeens een enorme toename van vluchtelingen die Europa bereikten. Europa was in rep en roer, iedereen sprak over de vluchtelingencrisis. Er waren heftige debatten tussen voor- en tegenstanders van de opname van asielzoekers. Het ging toen om meer dan 1 miljoen mensen in één jaar tijd. Inmiddels is aantal weer teruggezakt tot ruim onder de 200.000 per jaar, het oude niveau. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van de Turkijedeal en de afspraken met landen in Noord-Afrika. Vluchtelingen zijn nu weer een probleem van ver weg, het raakt ons niet meer.
De tweede, meer bedrieglijke reden waarom we weinig over vluchtelingen horen heeft te maken met woordkeuze. Toen in 2015 massaal mensen Europa binnenkwamen werd er meteen gesproken over een ”vluchtelingencrisis”. Er waren heel veel Syriërs in die stroom; mensen die de oorlog in hun thuisland ontvluchtten. Na een tijdje kwam het besef dat ook veel economische migranten de oversteek maakten. Media zoals de BBC kozen er op een gegeven moment bewust voor hun woordkeuze aan te passen: men had het in de verslaggeving alleen nog over een ”migrantencrisis” in plaats van een ”vluchtelingencrisis”. Ook de koppen van de BBC-webpagina’s over het onderwerp werden aangepast. De feitelijke situatie was niet veranderd, alleen het woordgebruik veranderde. Dat was op zich taalkundig en juridisch wel juist, maar daarmee werd bewust of onbewust ook het appel op ons geweten uit de discussie gehaald. Een vluchteling moet je helpen, een migrant is iemand die ontevreden is met zijn bestaan… Opeens lijken de bootjes van destijds vol te zitten met gelukzoekers.
De werkelijkheid is echter dat we met een ernstig en steeds groter wordend probleem te maken hebben. Bijna 70 miljoen mensen op de vlucht voor vervolging, conflict en geweld. Dat gaat over 12 miljoen Syriërs. Maar het gaat ook over bijvoorbeeld 2,3 miljoen Jemenieten. Mensen die de afgelopen maanden bijna dagelijks bommen hebben zien vallen. Mensen die hun kinderen niet meer konden voeden omdat de aanvoer van levensmiddelen was afgesloten. Mensen die hun kinderen zagen sterven aan cholera. Bijna 70 miljoen mensen: dat gaat ook over 4,2 miljoen Zuid-Sudanezen. Mensen op de vlucht voor willekeurig geweld. Mensen die gezinsleden vermoord zagen worden, die verkracht werden en wier hutten in brand werden gestoken.
Voor onze deur
Bijna 70 miljoen vluchtelingen en ontheemden: we mogen hen niet negeren omdat ze ver weg zijn. We moeten erdoorheen prikken als er verhullend over hen gesproken wordt. Laten we nu net zo veel aandacht en zorg aan vluchtelingen besteden als we zouden doen wanneer ze weer voor onze deur stonden.
Toen in 2015 de vluchtelingen uit Syrië bij ons aan de deur klopten, gaven veel kerken aandacht en zorg aan hen. Veel mensen gingen vrijwilligerswerk doen in de tijdelijke opvangcentra of brachten spullen. Ook mensen die een verblijfsstatus krijgen, worden nu vaak liefdevol opgevangen door kerkelijk meelevende betrokkenen. Dat is prachtig. Dat is ook bij D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld niet onopgemerkt gebleven. In het AD van 7 juni gaf ze aan: „Alle medemenselijkheid is weg. Drie jaar geleden had ik dit voor onmogelijk gehouden, maar ik zou de regeringsleiders nu de kerken ten voorbeeld willen stellen. Die stellen naastenliefde op een hoger voetstuk dan zij.”
De meeste tijdelijke opvangcentra in Nederland zijn nu echter weg. En 95 procent van de vluchtelingen en ontheemden blijft in de regio. Onder hen zijn de meest kwetsbaren, die geen mogelijkheid hebben om de moeilijke reis naar Europa of naar andere westerse landen te maken. Zij moeten geholpen worden door professionele organisaties die als een verlengstuk van kerkelijke gemeenten kunnen functioneren. Door die organisaties te steunen, kunnen kerken en mensen in Nederland hun grote betrokkenheid blijven tonen aan de miljoenen vluchtelingen en ontheemden die dat het meest nodig hebben.
De auteur is directeur programma’s bij ZOA, organisatie voor noodhulp en wederopbouw.