Theologenblog: Rouwdienst of dankdienst?
Ter vervanging van rouwdienst of dankdienst zou de neutralere term begrafenisdienst kunnen dienen. Deze biedt alle gelegenheid om uiting te geven aan verdriet en rouw, maar ook om God te danken, stelt Eric Peels.
De nationale ”week van de begraafplaats” staat voor de deur, met aandacht voor sterven en begraven.
Op het grensvlak van leven en dood telt elk woord. Hoe vaak klinkt na een overlijden niet het obligate „woorden schieten tekort”, als men niets weet te zeggen. Een goed en hartelijk woord op het juiste moment kan dan als balsem zijn.
De terminologie die rond het sterven gehanteerd wordt, zegt veel over cultuur en beleving. Dat geldt niet het minst ook voor de benaming van de kerkelijke samenkomst waarin afscheid wordt genomen van de overledene. Een keur van termen is voorhanden: uitvaartdienst, eucharistieviering, rouwdienst, herdenkingsdienst, afscheidsdienst, dankdienst of eenvoudig ”samenkomst”, waar men de schijn van een ”lijkpredicatie” (oude Dordtse kerkorde) wil vermijden.
In protestantse kring zijn de twee meest gebruikte benamingen ”rouwdienst” en ”dankdienst voor het leven”. De eerste term was lange tijd gebruikelijk, maar wordt langzaamaan steeds meer vervangen door de laatste. Rouwdienst klinkt immers verdrietig en zwaar: de dienst van het gebogen hoofd. Dankdienst klinkt veel positiever en blijer: de dienst van het opgeheven hoofd.
In meer behoudende gemeenten houdt men uitsluitend rouwdiensten, met een accent op de dood als „de bezoldiging der zonde” (Rom. 6:23) en een appel op de nabestaanden. In meer vooruitstrevende gemeenten houdt men liever dankdiensten, met een accent op het goede dat God in het leven van de overledene aan hen die achterblijven heeft geschonken. In veel gemeenten wordt nooit meer een rouwdienst gehouden.
Critici zouden erop kunnen wijzen dat deze ontwikkeling typisch modern-westers is. In oosterse of Afrikaanse culturen is het fenomeen dankdienst voor het leven onbekend. Daar houdt men begrafenisdiensten met soms een massaal vertoon van verdriet en rouw. Onze westerse cultuur is echter sterk gericht op het genieten van het goede leven en op het uitsluiten van storende factoren als gevoelens van pijn, schaamte en verlies. Wij worden niet graag geconfronteerd met de eindigheid van het leven en de afbraak van het lichaam. Rond een sterven voelen wij ons erg ongemakkelijk, wij keren graag zo snel mogelijk weer terug naar het ‘normale’ leven. Een dankdienst voor het leven past daarin beter dan een rouwdienst in het zwart.
Maar is de term dankdienst voor het leven bij het sterven van een christen inderdaad niet geschikter is dan de term rouwdienst? Je zou kunnen zeggen dat het eerste meer nieuwtestamentisch en het laatste meer oudtestamentisch is.
In oud-Israël waren er veel traditionele rouwgebruiken: luidruchtig het verdriet uiten, klaagvrouwen, zich onthouden van wassen en zalven, as en stof op het hoofd, de kleding scheuren, hoofd/baardhaar afscheren, zich onthouden van seks, blootvoets gaan, speciaal voedsel gebruiken, vasten, rouwklacht en treurlied. Men hield geen dankdienst voor het leven, maar gaf publiek uiting aan rouw, zelfs voor een periode van zeven dagen. Zicht op een opstandingsleven na de dood was er niet of nauwelijks.
Dat is anders in het Nieuwe Testament. Christus is opgestaan, het nieuwe leven vangt aan. „Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer.” (Rom. 14:8)
Voor wie in Hem gelooft, is de schuld gedragen, is de dood doorgang naar het eeuwige leven (Heidelbergse Catechismus, antw. 42). In dit perspectief mag dan ook dankbaar worden opgemerkt wat God in het leven hier gaf, aan deze overledene, en in hem aan allen rondom. Tegelijk blijft er dan ruimte voor rouw en verdriet.
Toch blijft het lastig. Kan ”dankdienst voor het leven” ook niet te hoog gegrepen zijn, als je hart gebroken is en je vooral met gevoelens van verdriet en gemis achterblijft? Wanneer in de gemeente waartoe je behoort al lange tijd alleen nog maar dankdiensten voor het leven worden gehouden, durf je bij een begrafenis van jouw geliefde haast niet meer van ”rouwdienst” te spreken. Alsof je tekortschiet in dankbaarheid en in het negatieve blijft steken, hoewel iedereen weet dat er in een dankdienst voor het leven terdege ook plaats is voor rouwen.
Misschien is rouwdienst te somber en dankdienst te licht, en is het beter te kiezen voor de neutralere term ”begrafenisdienst”. Een begrafenisdienst biedt alle gelegenheid om uiting te geven aan verdriet en rouw, in lied, gebed en prediking. Een begrafenisdienst biedt ook alle gelegenheid om God te danken voor de zegen van al zijn gaven tijdens het leven van de overledene, en boven alles voor de hoop die niet sterft. „Jezus leeft en wij met Hem, dood waar is uw schrik gebleven?”
De auteur is hoogleraar Oude Testament. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.