„Moeder is de persoon die meer voor je gedaan heeft dan wie ook ter wereld”
Moederdag raakt langzaamaan uit de gratie. Onderzoeksbureau Q&A heeft 1200 consumenten ondervraagd en de helft van hen zegt dit jaar wat te geven aan moeders. In 2017 was dat nog 57 procent en in eerdere jaren steeds meer dan 60 procent.
Het onderzoeksbureau geeft geen verklaring voor deze dalende trend en constateert slechts dat steeds minder mensen zich verplicht voelen om wat aan Moederdag te doen. Er zijn wel redenen te bedenken. Wat te denken van het geboortecijfer, dat sinds 2000 met 15 procent is gedaald: van 206.600 naar 169.200 levendgeborenen vorig jaar? Ook het kindertal daalt, van 1,72 (2000) naar 1,61 kinderen per moeder in 2017. Ter vergelijking: in 1900 was dat 4,5 kind per moeder. Daarbij worden de moeders steeds ouder voor ze hun eerste kind krijgen, nu gemiddeld al 31,2 jaar. Bovendien eindigt bijna 40 procent van de huwelijken in een echtscheiding (in 2000 was dat 34 procent). Daardoor wonen drie op de tien vijftienjarigen bij één ouder – dat aandeel is in 20 jaar met 50 procent toegenomen.
Die cijfers laten zich niet zo gemakkelijk combineren, maar de totaalconclusie is wel dat vrouwen minder vaak moeder worden, minder kinderen hebben, pas later moeder worden en minder vaak hun kinderen bij zich houden. En ook al heeft iedereen een moeder, het moederschap als zodanig is daardoor minder in tel.
Natuurlijk zijn er ook andere invloeden die de aankopen voor Moederdag beïnvloeden. Veelgehoorde kritiek is dat die dag ingegeven is door commerciële motieven, zoals Sinterklaas en Valentijnsdag. Er zijn ook wel bezwaren geuit omdat Moederdag niet te verenigen valt met de heiliging van de zondag. Ook feministen vinden Moederdag maar niks. Een columniste van NRC Handelsblad hekelde ooit Moederdag omdat die „het dier in de vrouw” eert. Het zou juist vernederend zijn voor vrouwen om hen te waarderen vanwege het feit dat zij voor de voortplanting moeten zorgen.
Daar staat tegenover dat Moederdag helemaal geen commerciële of feministische wortels heeft. De oorsprong ervan is een gedenkdienst op de tweede zondag in mei 1908 waarin de Amerikaanse Anna Jarvis wilde stilstaan bij het overlijden van haar moeder. Zij zette zich daarna in voor een jaarlijkse dag omdat een moeder „de persoon is die meer voor je gedaan heeft dan wie ook ter wereld.” Jarvis heeft zich hevig verzet tegen de vercommercialisering van Moederdag.
Een eeuw later staan traditionele genderpatronen ter discussie, is moederschap minder vanzelfsprekend dan ooit en moeten moeders de aandacht voor hun gezin steeds vaker delen met die voor hun werkkring.
Voor christenen is dat te meer reden om moeders extra aandacht te geven. Structureel, maar ook op Moederdag. De Bijbel spreekt allerminst neerbuigend over vrouwen en is juist vol lof over moeders en moederliefde. Zelfs over naamloze moeders, zoals die volhardende Kananese vrouw die bad voor haar kind en om haar geloof geprezen werd door de Zaligmaker.