Ds. Zomer biedt pastoraat aan buitenkerkelijken
Hij heeft een hart voor pastoraat aan iedereen. Zijn ideaal is dat plaatselijke kerken de handen ineenslaan om mensen die de kerk verlaten hebben, te bereiken met een vorm van pastoraat, op hoop van zegen. Ds. Gert Zomer voelt zich aangetrokken tot mensen aan de onderkant van de samenleving en de rand van de kerk.
Hij heeft altijd een missionaire instelling gehad, met oog voor mensen buiten de kerk. „In Zwolle kwam ik in contact met gedetineerden in de gevangenis en ik raakte onder de indruk van hun openhartigheid. Ze hoorden niet bij de kerk maar praatten wel over hun geloof. Eenzelfde ervaring deed ik op in de omgang met zwervers en anderen in Amsterdam.”
Ds. Zomer (59) is predikant in de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Houten, nog steeds, maar hij werkt er niet meer. In 2016 liep hij er vast. „Op 11 december van dat jaar stortte ik helemaal in. Ik kon die zondagmorgen mijn bed niet meer uitkomen om te gaan preken. Die dag bleek later een keerpunt in mijn leven te zijn. Mede door de interventie van een psycholoog heb ik besloten om te stoppen als allround gemeentepredikant. Dat gaf me bevrijding.”
Ds. Zomer woont nu in Kampen. De predikant, met een kruisje op zijn borst, wijst naar een ingelijste tekst in zijn studeerkamer: „Ik geloof. Kom mijn ongeloof te hulp.” Ds. Zomer: „Na het dieptepunt in 2016 heb ik een ervaring gehad van Gods aanwezigheid. Dat vertaalt zich in het bijzonder naar het eerste hoofdstuk van Genesis, waar God Zich de Schepper betoont. Ik weet veel niet van God en heb veel vragen over Hem, maar ik weet wel dat Hij in Jezus Christus mijn Redder is. Ik wil doen zoals Hij deed. Jezus zocht de mensen in hun ellende op en Hij luisterde naar hun verhaal. Zo wil ik er ook zijn voor de schapen zonder aardse herder.”
En daarom bedrijft u pastoraat voor iedereen?
„Het is mijn passie om Jezus te brengen bij de mensen die weggegroeid zijn van de kerk. Er zijn heel veel mensen die niet meer in de kerk komen maar wel van alles hebben met het christelijk geloof. Enige tijd geleden vroeg een stelletje dat niet meer naar de kerk ging om een toespraak te houden op hun huwelijksfeest. Ik begin dan blanco. Tijdens de voorbereidende gesprekken ging de Bijbel open en vroeg ik hen om Efeze 5 door te lezen. Dat deden ze en ze waren verbaasd dat er zulke mooie dingen over het huwelijk in de Bijbel staan. De bruidegom had eruit opgepikt dat hij zijn toekomstige vrouw het beste moest geven.”
Wat doet u nog meer?
„Je kunt denken aan het voorgaan tijdens rouwplechtigheden, het begeleiden van mensen in een rouwperiode of in moeilijke levenssituaties, het praten met jongeren met twijfels en met lhbt’ers. Zo heb ik contact met een transgender die in haar kerk wordt genegeerd terwijl ook haar ouders niet met haar weten om te gaan. Ze vertelde me dat ze veel van God houdt en vroeg me haar bij God te brengen. Dat probeer ik dan.”
Wijst u dan ook de zonde aan?
„Het mooie van dit pastoraat is dat ik hier niets over hoef te vinden. Ik spreek geen oordeel uit over haar, zoals dat in de kerk vaak wel gebeurt. Ik begeleid haar en samen zoeken we naar de weg van God met haar. En daarbij gaat de Bijbel als het even kan open.
Ik heb ook een man en een vrouw begeleid die beiden al een aantal keren gescheiden waren. Ik heb het verhaal van de gebrokenheid van hun levens aangehoord en heb me van een oordeel onthouden. Ze hebben aangegeven met God te willen leven en ik kreeg de kans op hun huwelijksdag voor een totaal seculier publiek uit de Bijbel te lezen, uit Psalm 23 om precies te zijn.”
Is de Bijbel altijd onder handbereik?
„Ik heb de Bijbel, op mijn iPhone, altijd bij me maar ik denk niet dat ik er tijdens alle pastorale gesprekken uit zal lezen, al is dat tot nu toe wel gebeurd. Mensen komen bij mij terecht door middel van bekenden, via een kerkenraad of via mijn website. Iedereen is welkom, al zal ik mogelijk mensen met een psychiatrische achtergrond moeten doorverwijzen.
Als iemand die helemaal niets met het christelijk geloof heeft mij vraagt om hem of haar te begeleiden, zal ik niet direct met de Bijbel aankomen. Ik sluit aan op de plaats waar de mensen zich bevinden en kijk in het vervolgtraject of ik iets van het evangelie kan delen.”
Is dit werk geen taak van de kerken?
„Dat is het zeker maar veel kerken doen het niet. Ik heb hierover afspraken gemaakt met mijn eigen kerkenraad. In de praktijk worden mensen die zijn afgehaakt gauw vergeten. Kerkloze christenen zijn in veel gevallen ook onbetaalde rekeningen van de kerk. Waarom laten de kerken de pastorale zorg ophouden bij de kerkmuren? Het is mijn ideaal dat plaatselijke kerken samen de pastorale mogelijkheden voor afhakers bekijken. Kerkverlaters zouden op een centrale plek in een stad of dorp voor pastorale zorg moeten kunnen aankloppen.”
Denkt u dat er dan mensen terugkeren naar de kerk?
„Dat weet niemand, maar ik vind het wel een opdracht om present te zijn. Ik dank God als Hij mij gebruikt om er te zijn. Het is zaaien op hoop van zegen.”