Moderne atheïsten vooral laconiek
Amerikaanse jongeren schamen zich niet meer om er voor uit te komen dat ze atheïst zijn. Volgens het onderzoeksinstituut Barna, dat bijna wekelijks peilingen doet op de markt van religie en geloof, is het aantal jongeren in de VS dat zegt niet in God te geloven dubbel zo groot als het aantal volwassenen dat stelt ongelovig te zijn.
Binnen de Amerikaanse context is dit opmerkelijk. Anders dan in Nederland ging men er daar tot voor kort min of meer vanuit dat iedere burger wel een of andere religie aanhangt – in veruit de meeste gevallen een protestantse.
Hoewel er vaak de kritiek was dat het Amerikaanse christendom drieduizend mijl breed was en een inch diep zat, werd de samenleving toch gestempeld door een algemeen religieus besef. Dat wordt minder. „Atheïsme is bij Amerikanen niet langer een vies woord”, zeggen de Barna-onderzoekers.
Men kan zich afvragen van welk soort atheïsme hier sprake is. Gaat het om een tamelijk laconieke constatering dat men ‘gewoon’ geen interesse heeft in het geloof en dus ook niet denkt aan God en daarom ook leeft zonder God? Of hangen deze jongeren een strijdbaar atheïsme aan dat alles in het werk stelt om het geloof in God te bestrijden? Het lijkt erop dat het meer om het eerste dan om het laatste gaat.
Daarmee is overigens niet gezegd dat het dan om een minder ernstige vorm van atheïsme gaat. Of men nu laconiek of strijdbaar atheïst is, in beide gevallen is het resultaat hetzelfde: het bestaan van God wordt ontkend.
Het is ook een misvatting te denken dat laconieke atheïsten sympathieker staan tegenover kerk en geloof dan strijdbare. Gebrek aan interesse in geloof en het negeren ervan kan ook leiden tot onderlinge vervreemding en miscommunicatie tussen ongelovigen en gelovigen. Nu al zijn er in Amerika en Europa duizenden mensen die niets (willen) snappen van mensen die gelovig zijn. Dat zal alleen maar erger worden. Wanneer de jeugdige ontkenners van het bestaan van God in de toekomst op bestuurlijke en beleidsbepalende posten zitten, zal dat zijn effecten hebben.
Schokkend is ook dat het onderzoek aantoont dat het atheïsme min of meer erfelijk is. Wie zonder het geloof in God opgevoed wordt, eindigt vrijwel altijd zijn leven ook zonder God. Nieuw is dit niet. De Bijbel leert dat de zonden van ouders –en ongeloof is zonde– vaak doorwerken in hun kinderen.
Tegelijk ligt hier ook een belangrijke les voor christelijke ouders. Het Amerikaanse onderzoek is opnieuw een signaal dat het belangrijk is dat vaders en moeders veel aandacht geven aan de toerusting van hun kinderen. Huisgodsdienst verdient alle aandacht. Het gesprek over Bijbel, kerk en geloof mag geen restpost zijn waar men hooguit op zondag nog aan toekomt. Het heeft topprioriteit.