Pleidooi voor bevinding en authentiek geestelijk leven
We fulmineren als gereformeerdebonders tegen een te grote nadruk op ervaring en gevoel in de preek, zegt dr. C. A. van der Sluijs. „We moeten gelóven. Maar hóé doe je dat dan? Is dat geen genade en zaak van waarachtige bekering? Het gaat toch om doorlééfde ervaring?”
Dr. Van der Sluijs, hervormd emeritus predikant in Veenendaal, toont zich in zijn nieuwste boek bezorgd over de verschuivingen die hij waarneemt binnen de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. „Die naar links deze keer.” Al is hij niet alléén pessimistisch.
In ”Aarde in hemels licht. Prediking en verzoening in seculiere tijden” (uitg. Brevier, Kampen) knoopt dr. Van der Sluijs aan bij de in 1965 verschenen brochure van prof. dr. C. Graafland over verschuivingen in de Gereformeerde Bond. „Hij keerde zich toen –terecht– tegen de verschuiving naar rechts, naar de systematisering van de bevinding en de ondergeschikte plaats van het verbond en de belofte. Maar nu zijn grote delen van de Bond van de weeromstuit allergisch voor ervaring. We zijn vaak neokohlbruggianen geworden. We horen zo dikwijls: het zit niet in de gevoelens en ervaringen, het gaat toch om het nochtans van het geloof? Pardon, bij Kohlbrugge was het toch een doorlééfde ervaring, een volstrekte afhankelijkheid van Christus en Zijn genade?”
Hartenkreet
Zijn boek is een „cri de coeur”, zegt de 75-jarige emeritus predikant, een hartenkreet. „Ik schreef het omdat ik er persoonlijk onder gebukt ga. Als emeritus predikant heb ik veel tijd om via internet preken van collega’s her en der te horen en ik vind het gehalte soms schrikbarend. Ook in theologisch opzicht hoor ik niet of nauwelijks meer dat het in onze zaligheid ten diepste gaat om de eer van God van eeuwigheid tot in eeuwigheid. Men focust bijzonder snel op de praktijk en de wereld. De verkiezing wordt niet of moeizaam beleden, soms met verwerping van de verwerping.”
Zijn boek biedt een hernieuwde oriëntatie op de Reformatie. „Het gaat mij om de herontdekking van de Bijbels-gereformeerde leer van de verzoening door voldoening. Daarnaast wil ik vooral aandacht vragen voor authentiek geestelijk leven, het bevindelijke leven in de prediking en het nabije leven met God.”
In zijn publicatie gaat dr. Van der Sluijs vooral te rade bij de overleden Gereformeerde Bondsvoormannen G. Boer en I. Kievit. „Een gezond bevindelijk element kenmerkte hun krachtige prediking, waarbij Reformatie en Nadere Reformatie vruchtbaar op elkaar inwerkten.”
De Veenendaalse predikant voert onder meer een pleidooi voor de gedachte van de „vierschaar” bij ds. Kievit. „Natuurlijk niet als model, maar wel dat we uit Gods mond horen dat we persoonlijk gerechtvaardigd zijn. Dat kom je ook bij Boer tegen, het duidelijk weten dat we in Christus overgegaan zijn. De manier waarop we het beleven laat ik graag aan God over, maar laten we eraan vasthouden dat het heil van Godswege werkelijk geschíédt. Je wordt erin meegenomen of niet, je beantwoordt het of niet.”
Het geloofsleven is tegenwoordig zo vaag, zegt dr. Van der Sluijs. „Je bent gedoopt, je hoort erbij, je moet geloven en werkzaam zijn met de beloften, en je ziet vervolgens zo ongeveer de hele gemeente aan het avondmaal gaan. Ik krijg het er benauwd van. Waar is het wonder van bekering en wedergeboorte? Het gevaar is nu dat men zo bang is voor lijdelijkheid dat we een activisme kweken buiten een waar geloof om. Is dit niet anders dan tijdgeloof? Ik plaats dit overigens in het kader van een dreigende buiten- en binnenkerkelijke secularisatie waarmee de gehele gereformeerde gezindte te maken heeft.”
Coccejus
Dr. Van der Sluijs is bang dat sinds het orthodoxe deel in de kerk in 2004 is weggegaan –na de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland– de Gereformeerde Bond in „onbalans” is geraakt. „Ik mis grotendeels het bevindelijke element, dat er voor 2004 vaak nog wel was, al ontaardde dit vaak weer in rechtzinnigheid zonder God of een onbereikbaar bevindelijk leven.”
Hij kijkt soms verlangend terug op het geestelijk leven in zijn vroege jeugd op Overflakkee. „Ik mis de geoefende kinderen Gods, om het eens ouderwets te zeggen. We hebben nu te maken met een gecamoufleerd coccejanisme. De kern van Coccejus was de vriendschap Gods, de ”amicitia Dei”, wat een uitloop heeft naar de evangelische beweging. De boodschap van de Reformatie was de ”favor Dei”, de gunst Gods, voortvloeiend uit het eeuwig welbehagen, de verkiezing van eeuwigheid. Men heeft in dezen stilzwijgend de theologische positie overgenomen van wijlen de confessionele dr. W. J. van Asselt in zijn proefschrift getiteld ”Amicitia Dei”.”
De emeritus predikant wil echter niet in mineur eindigen. „Ik zie tot mijn verrassing dat er bij jongeren herkenning is als je de oerreformatorische noties van de verzoening door voldoening aan de orde stelt. Je ziet hen druk noteren wat zij horen onder de preek. De oudere generatie lijkt echter ingedommeld te zijn en gelooft het wel. We kunnen natuurlijk niet terug naar vroeger. Ik gebruik in mijn prediking eigentijdse taal. Maar de essentie van mijn prediking blijft de rechtvaardiging van de goddeloze en het wonder van Gods genade. En dan wordt de geur van Christus verspreid, daar ben ik van overtuigd. ”
Dr. Van der Sluijs en de crisis in de prediking
Dr. C. A. van der Sluijs (1942), hervormd emeritus predikant in Veenendaal, publiceerde diverse boeken over de crisis in de prediking, onder meer ”Dordt vandaag” (1996), ”Gereformeerden zonder God” (1999) en ”Prediking in de crisis” (2005). Daarin is hij kritisch tegenover zowel de rechterflank van de reformatorische kerken, tot uiting komend in de theologie van de ‘refocultuur’, als tegenover allerlei evangelische invloeden in die kerken. Dr. Van der Sluijs bepleit een krachtige gereformeerde theologie als antwoord op rechtzinnigheid zonder levend geloof, oppervlakkig geloofsoptimisme en evangelisch-charismatisch gedachtegoed.