Opinie

Column: Ontwikkelingshulp die pijn doet

We zijn meer dan vijftig jaar als objecten behandeld, we willen nu serieus genomen worden. Prima dat jullie ons willen helpen, maar dan wel sámen met ons, niet vóór ons.

Elco van Burg
23 October 2017 10:34Gewijzigd op 17 November 2020 02:38Leestijd 4 minuten
„Een probleem is dat de unieke vaardigheden van de lokale mensen vaak niet erkend en gebruikt worden door hulporganisaties.” Foto: dorp in Indonesië. beeld iStock
„Een probleem is dat de unieke vaardigheden van de lokale mensen vaak niet erkend en gebruikt worden door hulporganisaties.” Foto: dorp in Indonesië. beeld iStock

De emoties lopen op tijdens een gesprek tussen vertegenwoordigers van lokale Papoeakerken en een hulpverlenende organisatie. Deze Indonesische, christelijke stichting is van plan om scholen en klinieken te bouwen in dorpen en heeft daar genoeg geld voor. De Javaanse dokter die als kwartiermaker (wegbereider) voor deze organisatie werkt, heeft net een presentatie gegeven. De boodschap was dat in de afgelegen dorpen niets aanwezig is. Geen verplegers, geen docenten. De stichting is daarom al begonnen met het bouwen van scholen en klinieken. Zonder voorafgaand overleg met de kerken en de dorpen. Daar protesteren de lokale mensen tegen: we willen het samen doen, we willen niet alleen hulp van buitenaf.

In de weken erna hoor ik regelmatig de cynische grap van lokale collega’s die bij deze presentatie waren: „Als je in een dorp veel water ziet, dan geef je de mensen als advies: ga vissen kweken, zodat je genoeg eten hebt.” De dokter had namelijk in haar presentatie opgemerkt dat er in een van de dorpen veel vijvers waren en de vraag gesteld: „Waarom kweken de mensen dan geen vissen, zodat ze genoeg voedingsstoffen binnenkrijgen?” Eén blik in zo’n vijver had haar duidelijk kunnen maken dat deze vijvers al vol met vissen zitten.

Deze duidelijk misplaatste observatie werd zo een voorbeeld van de beperkingen van de hulpbenadering van deze stichting: door alles van buitenaf te willen doen, met eigen mensen en eigen programma’s, wordt een groot deel van de context gemist. De hulp kan daardoor averechts uitpakken.

Het eerste probleem van deze hulpbenadering is dat de lokale bewoners niet als gelijkwaardige mensen, als naasten gezien worden. Ze zijn slachtoffers en de hulpverleners hebben vooral medelijden. Dat doet geen recht aan de eigen verantwoordelijkheid en capaciteiten van de mensen ter plekke. Ze gaan zich minderwaardig en onmachtig voelen. De vertegenwoordigers van de kerken voelden dit scherp aan. Ze eisten dat dingen sámen met hen in plaats van vóór hen gedaan zouden worden.

Het tweede probleem is dat de unieke vaardigheden van de lokale mensen niet erkend en gebruikt worden. In de dorpen waar de stichting wil gaan werken, zijn inderdaad geen of weinig gediplomeerde verpleegkundigen en onderwijzers.

Er zijn echter wel vrijwilligers, die vaak al jarenlang trouw hun werk doen. Deze mensen hebben unieke kennis en vaardigheden: ze komen uit de dorpen zelf, spreken de stamtaal en kennen iedereen. Deze stichting werkt echter niet met hen samen en vervangt hen dus in feite. Het gevaar is groot dat deze lokale hulpinfrastructuur verdwenen is als de stichting over een aantal jaren weer vertrekt.

Een derde probleem is dat er geen lokaal eigenaarschap komt bij een benadering die vóór de mensen werkt. De externe stichting is en blijft de eigenaar van de school of kliniek en betaalt voor alles. De lokale mensen maken er gebruik van, maar willen gewoon betaald worden voor wat ze doen voor de school of de kliniek. Die zijn niet van hen, dus waarom zou je dan gratis werken? Dit belemmert de duurzaamheid van de projecten en overdracht zal erg moeizaam zijn.

Voor ons als hulpverleners van buitenaf is het vaak verleidelijk om voor een dergelijke aanpak te kiezen. We willen de mensen helpen. En het snelste (en in onze ogen beste) resultaat wordt bereikt door dat met onze eigen middelen en mensen te doen. Inderdaad, alleen op deze manier kun je in een jaar een school of een kliniek uit de grond stampen en goed laten draaien. De ‘bijwerkingen’ van deze aanpak zijn echter groot en staan vaak goede resultaten op de lange termijn in de weg.

Verschillende auteurs hebben bovendien laten zien dat een christelijke aanpak anders is. Bijvoorbeeld het veelgeprezen boek ”When helping hurts” (”Als helpen pijn veroorzaakt”, Corbett en Fikkert) betoogt dat het geven van materiële hulp aan de armen een aantal diepere oorzaken van armoede versterkt in plaats van wegneemt. Het gevoel van minderwaardigheid neemt toe, waardoor de armoede in stand blijft. Jezus deed veel sámen met de mensen, in de eerste plaats met Zijn discipelen, die Hij uitzond zonder eigen middelen en zonder Zijn directe begeleiding (Luk. 10). Dit is niet gemakkelijk, want niet alles gaat dan goed, zoals we ook bij de discipelen zien (Matth. 17:19). De enige manier om lokale mensen echt te helpen, is het aanpakken van diepere oorzaken van armoede en andere problemen. Laten we naast onze naaste staan in plaats van ons als superieur te gedragen.

Elco van Burg is consultant bij Lentera Papua in Indonesië en universitair hoofddocent ondernemerschap en organisatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer