Boek Maaike Bakker belicht geloofsleven tijdens jeugd in Barendrecht
Een wasketel vol met piepers voor hongerige mensen uit het westen. Duitse soldaten op de dijk. Een knorrend varken dat dood moet, net als kippen, hanen en konijnen die geslacht worden. „Het is de winter van 1944-1945. Ik ben 5 jaar.”
Met deze zin begint het in eigen beheer uitgegeven egododument ”Mee op de wind: mijn jeugdjaren in Barendrecht” (uitg. in eigen beheer) van Maaike Bakker, een schoonzus van wijlen ds. F. Mallan. In sommige verhalen komt deze predikant voor onder de naam Frans.
Bakker schrijft verhalen over haar jeugdjaren, doorgebracht temidden van uitgestrekte akkers in de polder, in de tijd dat Barendrecht nog een gewoon tuindersdorp was. Het was de wereld van maandag-wasdag, de jaarlijkse voorjaarsschoonmaak, de lorrenboer, zaklopen, vlooienspel en de zinken teil voor de wekelijkse schrobbeurt.
Ernstig boek
”Mee op de wind” is ook een ernstig boek. Maaikes oudste broer Piet moet sterven. Maar voor Piet is het niet erg, want hij mag naar de hemel, heeft hij gezegd. „Piet wil dat wij Psalm 68 vers 10 zingen. „Geloofd zij God met diepst ontzag.” Terwijl wij dat zingen, hoor ik dat Piet heel blij is. Hij zingt het hardst van ons allemaal!”
Heintje, het buurjongetje van de overkant, sterft ook. „Heintje is drie jaar en nog lang niet groot. En nu is hij er al niet meer. Ik ben zes jaar. (…) Waar is Heintje nu? Zou hij ook in de hemel bij God zijn, net als Piet? Of niet?”
Gezelschap
Het huis waar Maaike Bakker woonde is al lang verdwenen. Het had groene luiken. ’s Winters was het er altijd ijskoud. Er stonden ijsbloemen op de ramen en de washandjes hingen bevroren aan de haakjes.
Maar het grote, zwarte boek, de Bijbel in de Statenvertaling, is altijd gebleven. „De diepe betekenis van de woorden begreep ik lang niet altijd. Maar juist daardoor begreep ik dat in die woorden een mysterie lag. Een mysterie dat ik in de gewone taal veel minder ontdekte.”
Bij de familie Bakker wordt ook gezelschap gehouden. Het hoofdstuk dat daarover gaat, heet ”Uurtjes van korte duurtjes”. Van heinde en ver komen mensen bij elkaar om over Gods Woord en hun bevindingen te praten. Rond de tafel met het rode pluchen tafelkleed zitten bekeerde mensen en „bekommerde zielen.” „Ze hopen dat zij door deze middag getroost en bemoedigd zullen worden door het Woord van God en elkaar.”
Verrijzend Nederland
Onduidelijk blijft waarom Maaike Bakker (geboren in 1939, nu wonend in Amstelveen), haar persoonlijke jeugdgeschiedenis publiceert. Voor wie is zo’n ego-document bedoeld?
Haar schoonzoon Lodewijk Dros, journalist bij dagblad Trouw, schrijft in het voorwoord van het boek dat Maaike Bakker in haar verhalen rondkijkt als een kind, waardoor ze meer ziet dan menig groot mens. „Ze vertelt het kleine verhaal van verrijzend Nederland, van klein en groot geluk, van kleine en grote rampen voor een gevoelig kind, dat langzamerhand groot wordt, maar nooit kind-af is.”