Liedbundel voor GB-kring: tussen weerklank en weerstand
Het is een jaar geleden dat in Amersfoort de bundel ”Weerklank” werd gepresenteerd. Een uitgave met psalmen en liederen voor de eredienst, geselecteerd door een werkgroep uit de kring van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk. Hoe is het ”Weerklank” sindsdien vergaan? Waar vond de bundel weerklank? En hoe groot is de weerstand?
De liederenbundel, samengesteld door acht predikanten, een leerkracht, een neerlandicus en twee musici uit de kring van de Gereformeerde Bond, had als doel díé gemeenten te faciliteren waar ruimte is om in de eredienst naast de psalmen ook gezangen te zingen. ”Weerklank” wilde voorzien in een bundel met verantwoorde liederen die passen bij de gereformeerde liturgie. Daarnaast biedt de uitgave de 150 psalmen aan in een of meer andere berijmingen dan die van 1773.
”Weerklank” blijkt in een behoefte te voorzien. „De bundel is goed ontvangen”, aldus uitgeefdirecteur Nico de Waal van Boekencentrum. Inmiddels zijn er tussen de 10.000 en de 15.000 exemplaren verkocht. De derde druk wordt momenteel uitgerold. Van de begeleidingsbundel voor organisten verscheen een tweede druk. Het digitale pakket waarmee de bundel via de beamer geprojecteerd kan worden, verschijnt binnenkort. „Er zijn gemeenten die daarop wachten”, aldus De Waal.
Op de site weerklank.nl geeft initiatiefnemer ds. A. Schroten (Leerdam) aan welke gemeenten de bundel inmiddels gebruiken in de eredienst. Het lijstje telt zo’n veertig gemeenten. Vrijwel allemaal Gereformeerde Bondsgemeenten; daarnaast een enkele christelijke gereformeerde kerk.
Volgens De Waal zijn het vooral gemeenten uit het midden van de Bond. Het lijstje vermeldt namen als Amersfoort (Joriskerk) en Amstelveen, Benthuizen en Dussen, Kootwijk-Kootwijkerbroek en Leerdam, Meerkerk en Molenaarsgraaf, Putten en Rijssen. „Het zijn geen gemeenten die zich aan de rand van de Bond bevinden”, aldus De Waal. „Ik heb het idee dat er een stuk acceptatie is van het nieuwtestamentisch lied. De bundel heeft weerklank gevonden.”
Dankbaar
Ds. Schroten, eindredacteur van ”Weerklank”, is vooral dankbaar hoe de ontvangst van de bundel verlopen is. „We hebben deze uitgave gemaakt omdat we merkten dat veel gemeenten verlegen waren om bruikbare liederen voor de eredienst. Die gemeenten hebben we willen dienen. We hebben niemand gemaand om de bundel te gaan gebruiken. We wilden er geen spanning op zetten.”
Volgens de predikant uit Leerdam is ”Weerklank” voor zover hij kan zien geen splijtzwam geworden in GB-kring. „Daar hebben we ook erg ons best voor gedaan. Volgens mij is er nergens een gezangenstrijd op gang gekomen. Wel hoor je van gemeenten waar het onderlinge gesprek over het zingen in de eredienst moeizaam verloopt. Maar ook daar wás de bezinning vaak al op gang gekomen. Wat dat betreft, bracht het verschijnen van de Herziene Statenvertaling destijds meer teweeg. Daar hadden we eerlijk gezegd wel mee gerekend. Ik ben blij dat dat uitgebleven is.”
De bundel telt 618 liederen, die uit allerlei andere bundels afkomstig zijn. Zijn er mensen die de bundel te breed vinden? Ds. Schroten: „Wat betreft het aantal, hoorden we vooraf wel wat aarzeling. Is 618 niet erg veel? Maar na verschijning hoor ik die vraag zelden meer. Men is verrast dat er voor zo veel gelegenheden in het kerkelijk leven inhoudsvolle verzen zijn. Daarbij herkennen gemeenten zich inhoudelijk in de selectie die wij gemaakt hebben. Dat is ook wat we zochten. Dat er eenheid in het lied zou komen en geestelijke herkenning.”
Andere wind
De publieke weerstand tegen de bundel ”Weerklank” was erg klein, zegt ds. Schroten. Wie zich in GB-kring wel roerden, waren ds. M. van Kooten (Elspeet) en dr. P. H. van Harten (Ridderkerk).
De eerste schreef juni vorig jaar in de Veluwse Kerkbode dat hij, bij alle respect die hij heeft voor de samenstellers, „geen vertrouwen” heeft in het invoeren van ”Weerklank” bij de eredienst. „Ik blijf voor mezelf en de gemeente zitten met de vraag naar de geestelijke winst die het zingen van gezangen binnen de eredienst oplevert.”
Ds. Van Kooten zegt desgevraagd dat zijn artikeltje geen reacties heeft opgeleverd. Wel ziet hij om zich heen dat de bezinning op het zingen van gezangen hier en daar in gemeenten spanningen oplevert. „Ik ben zo bang dat het kerkgangers gaat kosten. Ik zit er geweldig mee dat we dit zo makkelijk laten gebeuren. Er is meer in beweging dan menigeen denkt.”
Emeritus predikant dr. P. H. van Harten publiceerde in juni naar aanleiding van het verschijnen van ”Weerklank” de brochure ”Psalm en lied”. Daarin signaleert hij dat er met betrekking tot het zingen in de eredienst in veel hervormd-gereformeerde gemeenten een „andere wind” waait dan enkele decennia geleden. Hij roept in zijn geschrift gemeenten die alleen psalmen zingen op daarbij te blijven.
Desgevraagd geeft dr. Van Harten aan dat zijn brochure aftrek heeft gevonden. „Honderden exemplaren vonden hun weg door heel het land; er was zelfs een derde druk nodig.” Onder de predikanten die een brochure bestelden, waren niet alleen oudere, maar ook jongere voorgangers. „Niet zelden betuigden die hun instemming.” Volgens de emeritus predikant legt menigeen in zijn reactie een verband tussen het invoeren van nieuwe liederen en de hedendaagse prediking. „De klacht is dat van menig hervormd-gereformeerde kansel de oproep tot bekering en de noodzaak van de wedergeboorte steeds minder gehoord worden.”
Gevoeliger en principiëler
De Gereformeerde Bondskring telt naar schatting 300 à 350 gemeenten. Behalve dat de nieuwe bundel in zo’n veertig gemeenten weerklank vindt en hier en daar weerstand oproept, is er een groot aantal gemeenten dat zich door de komst van ”Weerklank” niet genoodzaakt ziet ook het zingen van gezangen in te voeren.
Dat geldt bijvoorbeeld voor de hervormde gemeente van Moerkapelle (Zuid-Holland), zegt ds. A. J. van den Herik desgevraagd. „Wij houden het in de eredienst bij de gebruikelijke liturgie. Daarbuiten is er alle ruimte om andere liederen te zingen. Regelmatig is er bijvoorbeeld een uurtje zingen na de dienst. Met Kerst en Pasen zingen we vóór de dienst liederen, en met Pasen na de zegen het ”U zij de glorie”.”
In andere gemeenten waar hij voorgaat, wordt ds. Van den Herik nauwelijks geconfronteerd met ”Weerklank”. „Eén keer preekte ik in een gemeente waar deze bundel gebruikt wordt, maar er werd direct bij gezegd: U kúnt deze bundel gebruiken…”
Hij hoort wel van gemeenten waar ze besluiten ”Weerklank” te gebruiken. „Anderzijds was ik pas ergens waar ze het besluit om uit deze bundel te laten zingen weer gaan heroverwegen. In een andere gemeente zijn liturgische vernieuwingen uitgelopen op een rel, waardoor veel tweedracht ontstaan is.”
Ds. Van den Herik maakt een vergelijking met de Herziene Statenvertaling (HSV). „In bijna alle gemeenten waar ik preek, is de HSV geaccepteerd. Maar met de bundel ”Weerklank” ligt dat veel gevoeliger en principiëler.”
Waardevolle traditie
Ook in wijk 2 van de hervormde gemeente van Stolwijk wordt uitsluitend uit de berijming van 1773 gezongen, licht ds. J. J. ten Brinke toe. „Wel zijn er verschillende keren per jaar na de dienst zangmomenten bij het orgel, waarbij ook andere instrumenten meedoen. Dan wordt er uit verschillende bundels gezongen.”
Binnen de kerkenraad is er regelmatig bezinning op de verschillende aspecten van de liturgie, op dit moment aan de hand van de GB-uitgave ”In de kerk bij God”. De verschijning van ”Weerklank” is in de gemeente van ds. Ten Brinke, lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, geen aanleiding geweest voor expliciete bezinning op de zang in de eredienst. Als het gaat om de psalmen, probeert de predikant van tijd tot tijd moeilijke zinnen te verduidelijken. „Op dat punt leeft wel de wens om soms gebruik te kunnen maken van een herziene psalmberijming. Juist om de gemeente bij de geloofsbeleving van de psalmen te bewaren.”
In de hervormde gemeente van Emst (Gelderland) is ”Weerklank” geen issue, zegt ds. E. van den Noort. „Ik heb vanuit de gemeente niemand over de bundel gehoord. Wel hebben we het er als kerkenraad over gehad, omdat de informatie over de bundel als ingekomen stuk binnenkwam. Zo hadden we weer een stukje bezinning op de liturgie. Maar de noodzaak om te veranderen voelen we hier niet.”
Wel heeft de kerkenraad van Emst twee jaar geleden bewust een gemeenteavond over de liturgie gehouden, om de gemeenteleden uit te leggen waarom het in de eredienst gaat zoals het gaat. „Dat gebeurde op een mooie en ontspannen manier. Daar hebben we ook uitgelegd dat het zingen van de psalmen een waardevolle traditie is.” Ook op de langere termijn ziet ds. Van den Noort het niet gebeuren dat zijn gemeente ”Weerklank” in gebruik neemt. „Helemaal niet.”
Scherpenzeel en Middelharnis
In de hervormde gemeenten van Scherpenzeel (Gelderland) en Middelharnis vormde het in gebruik nemen van de bundel ”Weerklank” onderdeel van een jarenlang traject van bezinning op het zingen tijdens de eredienst.
In Scherpenzeel was Pieter Verrips, tot oktober vorig jaar scriba van de gemeente, intensief bij het proces betrokken. Al in 2012 besloot de kerkenraad dat er een zorgvuldig traject zou komen „om naast de psalmen andere Schriftgebonden liederen een plaats te geven in de eredienst.” Tijdens het uitvoeren van dit onderdeel van het beleidsplan werd de gemeente in het proces betrokken. Er werd om een schriftelijke reactie gevraagd en vervolgens was er een bijeenkomst waarin de kerkenraad sprak met voor- en tegenstanders van gezangen. „De belangrijkste conclusie daarbij was dat er Bijbelse argumenten zijn om gezangen te zingen, en dat de huiver tegen het zingen van gezangen een reëel cultureel-historisch kader heeft”, aldus Verrips. „Als kerkenraad hebben we ons gerealiseerd dat we die huiver nooit helemaal weg zullen kunnen nemen. Wel hebben we zowel de Bijbelse argumenten als de bestaande aarzelingen open gecommuniceerd met de gemeente.”
Uiteindelijk werd besloten om met ingang van het winterseizoen 2013-2014 ruimte te maken voor het zingen van andere liederen dan psalmen in de eredienst. Voorwaarde was dat er van iedere drie zangmomenten er bij twee een psalm moest worden opgegeven. Voor een reguliere kerkdienst met zes zangmomenten kunnen dus twee andere liederen gekozen worden. De verantwoordelijkheid voor de te kiezen gezangen werd bij de predikant gelegd, waarbij niet één speciale bundel werd aangewezen. De liederen die de predikant koos, werden door vrijwilligers afgedrukt op een liederenblad, dat in de kerk klaarlag. De luisteraars thuis kregen het blad bezorgd.
Toen vorig voorjaar ”Weerklank” werd aangekondigd, nam de kerkenraad uit praktische overwegingen de beslissing deze uitgave voortaan als vaste bundel te hanteren. Afgesproken werd dat de nieuwe bundel met ingang van advent 2016 leidraad zou zijn. De maanden ervoor schafte de gemeente voldoende bundels aan om in de kerkbanken te leggen.
De kaders voor het zingen tijdens de eredienst bleven gelijk. Wel is de stelregel dat van elke drie zangmomenten er bij twee een psalm moeten worden opgegeven, iets toegespitst. Die twee psalmen moeten uit de berijming van 1773 komen. Wil een predikant een nieuwe berijming van een psalm uit ”Weerklank” laten zingen, dan geldt dat als vrij lied, aldus Verrips. Op de psalmborden verschijnt dan een ”W” achter de psalm.
Samenbindend
De invoering van ”Weerklank” is in Middelharnis „heel soepel” verlopen, zegt organist Paul Kieviet. In de hervormde gemeente leefde al langer de vraag naar het zingen van liederen. Tijdens een gemeenteavond in september 2014 gaf de kerkenraad hierover uitleg en het jaar erop werd op basis van een „brede bezinning” binnen de kerkenraad een beleidsstuk opgesteld, dat ter bespreking werd gegeven.
Kieviet noemt het een „fundamentele bezinning.” Gesteld werd dat er geen steekhoudende argumenten zijn om per definitie tegen het zingen van liederen naast de psalmen te zijn. Wel werd er uitdrukkelijk vastgehouden aan het primaat van de psalmen. Er werd ook nagedacht over de criteria waaraan de te zingen liederen moesten voldoen. Daarbij ging het om de inhoud, die moest overeenkomen met de gereformeerde belijdenis, maar ook om muziekstijl, woordkeus, eenvoud en duurzaamheid.
Voorjaar 2015 werd het zingen van liederen tijdens de eredienst ingevoerd. Daarbij gold het maximum van twee gezangen per dienst. Ook werd het zingen van gezangen voorlopig beperkt tot diensten waarin de eigen predikant, ds. M. J. Middelkoop, voorging. De liederen werden in deze periode gekozen uit bestaande bundels, zoals het Liedboek voor de kerken en de hervormde zangbundel van 1938.
Toen ”Weerklank” april vorig jaar verscheen, besloot de gemeente een paar maanden later deze bundel in te voeren. Ook nu mogen er maximaal twee liederen worden opgegeven. Gastpredikanten die liever alleen psalmen opgeven, hebben daar overigens alle ruimte voor, zegt Kieviet. „Dat komt af en toe voor.”
Aanvankelijk was er in Middelharnis een grote variëteit aan meningen rond het kerkelijk lied. Van mensen voor wie het niet hoeft, tot mensen voor wie geldt ”hoe meer, hoe beter” en mensen die voorkeur hebben voor repertoire in de stijl van Opwekking. Volgens Kieviet is ”Weerklank” „een heel goede greep” geweest. De bundel is „samenbindend, belijdend en belijnd van inhoud”, stelt hij. „Ik denk dat de hele gemeente zich erin kan vinden.”
Hoofdbestuur Gereformeerde Bond
”Weerklank” was het werk van een aantal GB-predikanten die op persoonlijke titel zitting namen in de redactie van de bundel. Het GB-hoofdbestuur heeft dan ook steeds gezegd geen verantwoordelijkheid te dragen voor deze uitgave.
Algemeen secretaris drs. P. J. Vergunst heeft een redelijk overzicht van hoe de bundel in GB-kring ‘landt’. „Er zijn relatief veel gemeenten waar ”Weerklank” dankbaar ontvangen is en waar de bundel vrij probleemloos is ingevoerd, zoals in Rijssen, Middelharnis, Voorthuizen, Dussen, Waardenburg en Kootwijkerbroek. In die zin is het een feit dat veel kerkenraden op een bundel zaten te wachten die binnen het kader van de belijdenis van de Reformatie wil blijven.”
Komt hij veel onrust tegen? „Wat we zingen, ligt gevoeliger dan de keuze voor een Bijbelvertaling, dat weten we. Ik heb niet het idee –al kan er in gemeenten verschil van visie zijn– dat door de invoering van ”Weerklank” de polarisatie is toegenomen. Dat is ook een compliment aan de initiatiefnemer, ds. A. Schroten.”
In een themanummer van De Waarheidsvriend over de liturgie, dat bij de komst van ”Weerklank” verscheen, en in latere artikelen is volgens Vergunst onder meer verwoord „dat de kerkenraad die ervoor kiest uitsluitend psalmen te blijven zingen, beslist geen onverantwoord besluit neemt, maar ook dat alles wat God in Zijn Woord openbaarde door de zingende gemeente op de lippen genomen kan worden.”
Daarbij lag de focus op „overstijgende vragen, die dieper liggen dan psalm of Bijbellied”, aldus Vergunst. „Dat maakt dat ik van weerstand niet heel veel gehoord heb. Wel is het voor (oudere) gemeenteleden soms moeilijk hun diepste motief onder woorden te brengen en er het gesprek in de gemeente over te voeren.”
Heeft Vergunst de indruk dat de nieuwe bundel een aanjager is geweest voor het zingen van meer dan alleen psalmen in gemeenten die daarvóór nog sporadisch gezangen zongen? „De verschijning heeft wel stimulerend gewerkt, zeker in gemeenten waar de kerkenraad al redelijk voorgesorteerd stond voor het zingen van meer dan enige gezangen.”
Tegelijk tekent hij aan dat er ook veel GB-gemeenten zijn die de verschijning van ”Weerklank” voor kennisgeving aannemen. „Daar opteert men uit overtuiging voor het blijven zingen van de psalmen.”
Ander niveau
De voorzitter van het GB-hoofdbestuur, ds. A. J. Mensink (Krimpen aan den IJssel), heeft tot twee keer toe in De Waarheidsvriend geschreven over ”Weerklank” en de vragen die deze bundel oproept.
Vorig jaar stelde hij de samenstellers „zeer dankbaar” te zijn voor hun werk. Hij noemde ”Weerklank” een bundel „waarin ons vele verantwoorde geloofsliederen worden aangereikt of voorgezongen.” Tegelijk pleitte hij voor het juiste evenwicht. „Ik hoop werkelijk niet dat het zingen van liederen nóg meer ten koste gaat van de psalmen. Principieel liggen liederen op een ander niveau dan de psalmen. De psalmen behoren tot het geopenbaarde Woord van God, ze zijn anders geïnspireerd dan (goede!) geloofsliederen. De psalmen zijn geen neerslag van ervaring, maar van openbaring. En daarna van ervaren openbaring. Ik zou de stelling wel willen wagen dat we pas aan het zingen van liederen toe zijn als we ons het gehéle Psalter hebben toegeëigend.”
In februari kwam ds. Mensink in De Waarheidsvriend nog eens terug op het zingen in de eredienst. Een duidelijk ja of nee tegen de nieuwe bundel kon en wilde hij niet geven. Hij wilde vooral de spade dieper steken. Want: „Ons bedreigt de oppervlakkigheid, die zich zowel in een ongefundeerd conservatisme (alles laten zoals het is) kan uiten als in een ongegrond optimisme (als we gaan veranderen, gaat het beter met de gemeente).”
Onomwonden stelde de GB-voorzitter dat een gemeente die uitsluitend psalmen zingt „op zich geen onverantwoord besluit” neemt. „Wij kunnen met de psalmen toe.” Maar: „Zuinig zijn op en liefde tot de psalmen betekent in het Nieuwe Testament niet dat er een veto op andere liederen rust.” Het GB-hoofdbestuur heeft daarom in 2001 al uitgesproken dat in een gereformeerde liturgie Schriftberijmingen en Schriftgebonden liederen gezongen kunnen worden.
Ds. Mensink benadrukte opnieuw dat de bezinning breder gevoerd moet worden. „Welk geloof geven wij zingend door?” Daarbij legde hij de vinger ook bij wat er in kringverband allemaal gezongen wordt. Als het om de eredienst gaat, stelde hij dat in een situatie waar in de gemeente het inhoudelijke geloofsgesprek gevoerd is, het „van grote wijsheid getuigt als je ongereformeerde liederen uit de eredienst weghaalt en via een verantwoorde keuze uit ”Weerklank” de gereformeerde prediking in het zingen laat doorklinken.”
Lees ook: Bundel ”Weerklank” in Joriskerk Amersfoort gepresenteerd (RD 22-04-2016)