Theologenblog: Verkijk je niet op vrijheid bij Spinoza
Spinoza is razend populair. Ook Koert van Bekkum gaat graag bij hem in de leer, al bouwt hij op het punt van vrijheid wel meer reserve in.
April is de maand van de filosofie. Een vloed aan boeken, interviews vol maatschappijkritiek, ideeën en levenskunst overspoelen de markt. Geen wonder, te midden van alle wereldwijde en dagelijkse hectiek kan het geen kwaad even stil te staan en je te bezinnen. In een cultuur waarin geloof in God allesbehalve vanzelfsprekend is, spreekt de filosofie daarin begrijpelijkerwijs een duchtig woordje mee.
Hier valt inderdaad veel te leren. Een boek dat veel aandacht trekt, is dat van socioloog en rechtsgeleerde Kees Schuyt over wat hij in zijn leven leerde van Baruch de Spinoza (1632-1677). Schuyts toegankelijk geschreven en prettig relativerende introductie tot Spinoza heeft in elk geval Jan Schinkelshoek overtuigd. De voormalig CDA-woordvoerder is in zijn bevindelijke jeugd altijd ernstig gewaarschuwd tegen de filosoof die in 1656 door de Portugees-Joodse gemeenschap in Amsterdam in de ban werd gedaan. Nu geniet hij echter van Spinoza’s diep invoelende adviezen hoe met tegenslag om te gaan. En als je zijn denken van de scherpe randen ontdoet, ziet Schinkelshoek in zijn vrijheidsstreven een mooie filosofie van redelijke, vrijheidslievende politiek, en daarmee van het maatschappelijk middenveld.
Nu is “vrijheid” volgens Spinoza inderdaad “het doel van de staat”, zoals ook vermeld op diens standbeeld onder het raam van de werkkamer van de Amsterdamse burgemeester. Maar wat voor vrijheid?
Dit jaar begon ik het college over historische discussies rond de Bijbelboeken Genesis tot Deuteronomium met het laten lezen van de bladzijden waarin Spinoza uiteenzet waarom Mozes ze niet kan hebben geschreven. In de uitgave van de Britse historicus Jonathan Israel. Want in Nederlandse vertalingen van de Tractatus theologico-politicus (1670) ontbreekt precies dat stuk. Onlangs was dezelfde passage onderwerp van gesprek op een congres in Bazel over ontwikkelingen in de historische bestudering van de Pentateuch.
Beide keren volgde, zowel onder studenten als wetenschappers op zoek naar een alternatief voor de moderne Pentateuchkritiek, een dubbele reactie. Spinoza’s nuchtere argumentatie is een verademing vergeleken met de speculatieve redeneringen die het latere gesprek beheersen. Maar tegelijk roept zijn toon van absolute zekerheid irritatie op. Spinoza probeerde de goddelijke waarheden van de Bijbelteksten aan het licht te brengen, juist door een puur rationele manier benadering ervan. Maar doet dat de eigen aard van de Schrift wel recht? Of heeft deze methode alles in zich om de Bijbel, zoals omstandig is betoogd, seculier te laten buikspreken?
Spinoza is razend populair. Dat heeft te maken met zijn fijnzinnigheid. Maar ook met het feit dat de rationalistische, antireligieuze trek in zijn denken door een groep invloedrijke historici onder leiding van de al genoemde Jonathan Israel is verklaard tot de kern van de Verlichting. Waar Abraham Kuyper ooit het calvinisme tekende als de oorsprong en waarborg van onze vrijheden, zijn het nu Spinoza’s beginsel van redelijkheid en menselijke autonomie waar we onze tolerantie en alle andere moderne verworvenheden aan te danken hebben. Dat is een uiterst aanvechtbaar beeld, zo bleek afgelopen jaar uit een fascinerend debat tussen Rob Hartmans en Israel in de Nederlandse boekengids. Maar ja, veel liberalen – zowel rechts als groen – zien dat nu eenmaal zo.
Hoever de invloed van dit Spinozabeeld reikt, viel vorig jaar te beluisteren in de H. J. Schoo-lezing van minister Edith Schippers. Waar traditionele, conservatieve liberalen nog wel eens somberen over de menselijke natuur en de het doorgeschoten vrijheidsideaal van de moderne samenleving, verklaarde de VVD-bewindsvrouw ‘onze’ cultuur onomwonden tot de betere. En vanuit de gedachte dat een zelfstandige, door de ratio gemaakte afweging ook op de grens van leven en dood beslissend moet zijn, kwam ze ook met een wetsvoorstel over ‘voltooid leven’. Een voorstel dat het in de huidige formatie waarschijnlijk niet gaat halen. Maar toch.
Schinkelshoek leert graag van Spinoza. Ik leer graag mee, al begrijp ik de joodse denker niet altijd. Toch bouw ik, zo merk ik, meer reserve in, juist op het punt van de vrijheid. Als je die rationeel verabsoluteert, worden meer tegendraadse visies op de werkelijkheid, zoals die van Pesach of de Stille Week en Pasen, immers zomaar uitgefilterd en komen ze onder druk te staan.
Koert van Bekkum is universitair docent Oude Testament. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.