Wie zich in de wereld van sociale media beweegt, moet mediavaardig en vooral mediawijs zijn: de geesten duiden, patronen doorzien, grenzen trekken en het goede doen. Als een zoutend zout en een lichtend licht.
Winston Smith leeft in een haast utopische samenleving waarin vrede, welvaart, waarheid en liefde de dienst uitmaken. Maar schijn bedriegt: alles draait om beïnvloeding van burgers, zodat ze doen wat de machthebbers willen. George Orwell schetste in 1949 met zijn boek ”1984” een grimmig toekomstperspectief. Nu, drie decennia later, heeft onze samenleving veel trekjes van dit ”Oceanië”. Welke invloed hebben sociale media op onze meningsvorming? Blijft er ruimte over voor een Bijbels geluid? Facebook en Twitter zitten bij het Europees Parlement aan tafel alsof het autonome staten zijn. Overheden lijken weinig grip te hebben op deze techreuzen. De Facebook-holding, eigenaar van Instagram, Facebook en WhatsApp, heeft inmiddels evenveel actieve gebruikers (3,2 miljard) als het totaal aantal inwoners in de continenten Europa, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Australië bij elkaar! Hoe zijn ze zo machtig geworden?
Sociale media hebben, dankzij onze toestemming, inzicht in vrijwel al onze voorkeuren. Ze ‘weten’ exact waarvoor wij gevoelig zijn en kennen de vragen waarvan onze huisgenoten niet op de hoogte zijn maar die wij in de anonimiteit van internet wél stellen. Een van de ontwikkelaars van Facebook, Chris Hughes, onthulde in 2019 dat hij zich met spijt realiseerde meegewerkt te hebben aan het creëren van een monster. De sprong in techniek maakte het mogelijk om iets te maken waardoor mensen ingepakt worden in een systeem, waarin ze vastgehouden worden door hun eigen psychologische behoeften.
Vluchtig
De enorme invloed van sociale media is terug te zien in de beweeglijkheid van de samenleving. De grillige mening van de burger bepaalt wie in het zadel komt en wie uitgerangeerd raakt. Dit lijkt een gezond democratisch principe, maar maakt de burger echt in vrijheid een keuze? „Wat is waarheid?” vroeg Pontius Pilatus zich af toen hij moest rechtspreken over Jezus. In het publieke debat lijkt deze vraag er nauwelijks toe te doen. Het draait om dominante meningen. Een steeds groter gedeelte van de agenda van de Tweede Kamer wordt ingevuld op basis van (reacties op) uitspraken in talkshows. Ook tijdens debatten gaat het erom met een pittige uitspraak het nieuws te halen, in de hoop dat die snedige quote zich snel verspreidt en de burger zich gezien en gehoord voelt.
Denkpolitie
Gaandeweg veranderde Facebook haar missie naar „mensen de macht geven een gemeenschap te bouwen en de wereld dichter bij elkaar te brengen.” Je bent vrij om te kiezen wie je wilt zijn en waar je bij wilt horen, maar het ultieme doel is om „de wereld dichter bij elkaar brengen.”
Wie een verdeelde wereld harmonieuzer wil maken, moet scheidsrechter spelen. Facebook en ook andere techreuzen stellen niet alleen criteria op voor wat wél en wat níet getoond mag worden maar kiezen ook wat goed is en wat niet. ”Het goede” is nu vooral uitgewerkt als het tegengaan van discriminatie. Daar kan niemand tegen zijn. Toch heeft dit trekjes van het ministerie van Waarheid en het ministerie van Liefde uit het boek ”1984”. Het ministerie van Waarheid is stiekem bezig met voorlichting, zodat de burger correct gaat denken, en het ministerie van Liefde is bezig met censuur en onderdrukking onder het mom van vrijheid. Facebook bepaalt niet alleen dat foto’s van Zwarte Pieten of roetveegpieten geweerd worden, maar gaat ook meebeslissen in hoeverre uitingen bijvoorbeeld genoeg genderneutraal zijn of niet strijdig zijn met ”algemeen geaccepteerde uitgangspunten”. In de praktijk kan dat betekenen dat de vrije meningsuiting van christenen flink beperkt wordt.
Strijd
Een wereld die zelf bepaalt wat goed en kwaad is, waarin de mening van de meesten de enige is die gehoord mag worden en waarin technologie een op zichzelf staande macht lijkt, heeft apocalyptische trekjes. Paulus waarschuwt Timotheüs voor zware tijden waarin „de mensen liefhebbers zullen zijn van zichzelf, grootsprekers, hoogmoedig, zonder natuurlijke liefde, kwaadsprekers, zonder liefde voor het goede, verwaand, meer liefhebbers van zingenot dan liefhebbers van God” (2 Timotheüs 3:1-5). De samenleving, de politiek en de macht lijken steeds meer georganiseerd te worden vanuit deze ”mechanismen”. De geest van de ”mens der zonde” keert zich tegen Gods waarheid en creëert een eigen systeem van waarheden. Dat lijkt een vrijwel onaantastbaar systeem. Een technologische macht die ons leven en denken sterk beïnvloedt en onmisbaar schijnt.
Wijs en weerbaar
Deze strijd der geesten kan niet aangegaan worden zonder de geestelijke wapenrusting (Efeze 5). Wie gelooft dat deze wereld, ondanks de verkilling en verharding, Gods wereld is, kán zich er niet uit terugtrekken. Wie slecht bewapend de strijd ingaat, gaat zeker voor de bijl. Net zoals een strijder moet oefenen, vraagt deze houding ook om oefening. Daarom in de Week van de Mediawijsheid (6-13 november) een pleidooi voor mediavorming vanuit Bijbelse waarden. Wie zich beweegt in de wereld van sociale media moet niet alleen mediavaardig maar vooral ook mediawijs zijn. Mediawijsheid betekent dat we de geesten duiden, patronen doorzien, duidelijke grenzen trekken en vormgeven aan ”het goede doen.” Zo mag een christen, zelfs in een samenleving waarin dit geluid gemarginaliseerd dreigt te worden, het goede doen en een zoutend zout en een lichtend licht zijn.
De auteur is als onderwijsadviseur bij Driestar educatief actief op het snijvlak van persoonlijk leiderschap en persoonsvorming en lid van Stichting Mediawijzer.