Ze krijgt jaarlijks ongeveer zestig manuscripten voor de kiezen. Gemiddeld dertig kunnen het kritische oog van redacteur Froukje Hulsman van uitgeverij De Banier in Apeldoorn doorstaan. „De schrijver is het goud van de uitgeverij, ik help om dat goud te laten blinken.” Wie de werkkamer van Hulsman (36) binnenstapt, ziet in één oogopslag: hier komen boeken tot stand. In de kast, op haar bureau, in de vensterbank: overal zijn kleurrijke kaften te zien.
Werken bij een uitgeverij is altijd een droom van de Edese. Met het oog op zo’n toekomstige werkplek kiest ze voor de studie Nederlands. Maar aan de bak komen bij een uitgeverij blijkt lastig. Hulsman gaat eerst op de eindredactie van het Reformatorisch Dagblad aan de slag. Wanneer het RD in 2008 De Banier koopt, rolt de twintiger zo het boekenvak in. „Ik kreeg een paar klussen van Wim (Kranendonk, de toenmalige hoofdredacteur, MR) toebedeeld. Daar had ik wel oren naar.”
Inmiddels bestiert Hulsman in haar eentje de afdeling kinderboeken en romans van De Banier. Ze begeleidt het complete proces: van idee totdat het boek in de winkel ligt. Eigenlijk dekt bureauredacteur dan ook niet de lading. „Ik noem mezelf gewoon redacteur. De functies van acquirerend redacteur, bureauredacteur en redacteur zijn in elkaar geschoven bij De Banier.”
Bij elk boek stapt Hulsman op een ander punt in. Start het bij nieuwe auteurs bij een compleet manuscript, schrijvers die al meer hebben geschreven, kloppen vaak in een eerder stadium bij haar aan. „We bespreken dan samen een nieuw idee voor een boek. Vervolgens gaat de schrijver aan de slag en komt met een veel uitgebreider voorstel. Daar geef ik feedback op, vooral gericht op de verhaallijn. Daarna is het wachten op het definitieve manuscript. Soms ploft dat na een jaar pas in de mailbox.”
Illustraties
Hulsman neemt het ingestuurde manuscript door op macro- en op microniveau. „Macro gaat over de grote dingen. Bijvoorbeeld een scène die ik er liever uit wil, of een bijpersonage dat in het verhaal geen functie heeft. Micro speelt zich af op zinsniveau. Dat noem je redigeren. Ik kruip dan door een tekst heen. Verschillen we van mening, dan wint de auteur bij de kleine dingen. Bij grote dingen, zoals de verhaallijn of personages, win ik.”
Terwijl de auteur zich na Hulsmans terugkoppeling weer op zijn of haar verhaal stort, zorgt zij ook voor alles rondom de tekst: illustraties, promotieteksten, de cover. In de meeste gevallen kiest Hulsman de passages uit waar ze een illustratie bij wil. En bij het bepalen van de cover heeft zij een belangrijke stem.
Elke auteur heeft een redacteur nodig, is Hulsmans stellige overtuiging. „Al is je aandeel per boek natuurlijk verschillend. Hoe beter een auteur, hoe minder werk je eraan hebt.”
Zeker in de eerste leesronde van een nieuw boek haalt ze er nog heel wat fouten en slordigheden uit. „Soms schrijven auteurs dingen op die helemaal niet kunnen. Of ze hebben moeite met de seizoenen. Dan begint het verhaal in de zomer en is het een paar pagina’s later opeens lente.”
Geloofwaardigheid vindt Hulsman belangrijk. Daarom laat ze bij een boek dat zich bijvoorbeeld in het ziekenhuis afspeelt, altijd iemand uit de medische wereld meelezen. „Ik kijk ook kritisch naar de dialogen. Lopen ze lekker? Spreektaal mag zeker, maar de woorden moeten passen bij de tijd waarin het verhaal speelt. Ik kwam een keer de woorden „mafkees” en „cool” tegen in een kinderboek over de Tweede Wereldoorlog. Die woorden passen niet in de setting van die tijd.”
Op een goede manier feedback leveren is een kunst, zegt Hulsman. „Schrijvers hebben vaak niet in de gaten hoeveel ze van zichzelf prijsgeven. Een boek voelt als hun kindje, dus daar moet je op een voorzichtige manier mee omgaan. Ze moeten zich veilig voelen. Ik zeg altijd duidelijk: mijn feedback is niet bedoeld om je af te kraken, maar om je op te bouwen.”
In het begin van haar carrière als redacteur was Hulsman „iets stelliger” in haar kritiek. „Ik ben daardoor weleens een auteur kwijtgeraakt. Nu kies ik bij lastige onderwerpen altijd voor een telefoontje of een gesprek. Geen brief of mail, zoals ik aan het begin nog weleens deed.”
Samen aan hetzelfde boek werken, dat schept tijdens het schrijfproces onherroepelijk een band tussen auteur en redacteur. „Het blijft een zakelijke relatie, maar persoonlijk contact is daarin belangrijk. Ik probeer in gesprekken met auteurs ook iets van mezelf te laten zien, hoe ik tegen de dingen aankijk. Een vriendin word je niet. Vertrouwen win je door goed te zijn in je vak.”
In een enkel geval klikt het niet met een nieuwe auteur. Hulsman kan dan terugvallen op „een leger aan freelancers.” Sowieso is het niet haalbaar om alle kinderboeken en romans zelf te begeleiden. Een aantal manuscripten moet worden uitbesteed aan externe redacteuren.
Hulsman geniet nog steeds met volle teugen van haar werk. „Ik hou van boeken en van taal. Samen met een auteur een mooi product maken. Ook al ben je niet het creatieve brein van een boek, je kunt veel creativiteit kwijt. ”
Het is tegelijk niet altijd makkelijk om te werken in de boekenbranche. „Er verschijnen ontzettend veel nieuwe titels. De doorloopsnelheid van een boek is drie jaar. Daarna moet het plaatsmaken voor een nieuwe uitgave. Vergelijk dat met de boeken van W. G. van de Hulst of de Kameleonreeks: die gingen jaren mee.”
Literatuur
Omdat het team van De Banier klein is –drie redacteuren, een uitgever, een secretaresse, een vertegenwoordiger en een logistiek medewerker– is de werkdruk hoog. Buiten kantoortijd lukt het Hulsman niet altijd om afstand van haar werk te nemen. „Er staart me thuis altijd wel een stapel manuscripten aan. ’s Avonds denk ik dan: pak ik een boek of toch een manuscript?” Twee keer per jaar werkt het team toe naar een belangrijke deadline: de voorjaarsaanbieding en de najaarsaanbieding. „Dan is het hard aanpakken om alles op tijd af te krijgen.”
Als ze zelf leest ter ontspanning, zet ze haar redacteursbril even af. Lachend: „Ik ben geen vakidioot. Wel wil ik breed blijven lezen. Op het werk ben ik niet zo bezig met literatuur, dus zit ik op een literatuurkring om dat soort boeken ook te blijven lezen.”
Gaat het na al die jaren auteurs begeleiden weleens kriebelen zelf naar de pen te grijpen? Ze lacht. „Ergens ligt al een plot klaar voor een kinderboek. Misschien schrijf ik dat ooit nog eens.”
serie De uitgeverij
Vierdelige zomerserie over mensen die een functie hebben bij een uitgeverij. Vandaag deel 2: de bureauredacteur. Volgende keer: de vertegenwoordiger.