Jeugdpastoraat in crisistijd extra nodig
De coronacrisis blijkt een lakmoesproef voor het jeugdpastoraat en het relationeel jeugdwerk in de kerkelijke gemeente. Uit onderzoek van Stichting Chris en Voorkom! onder jongeren komt namelijk naar voren dat die zich minder goed voelen als structuur en sociale contacten wegvallen. Maar waar was de kerk tijdens de crisis? Wie had contact met de jongeren? Hoe werd voor hen gezorgd?
In de eerste week van de lockdown werd al snel duidelijk hoe het contact met kinderen en jongeren is en of het jeugdpastoraat ‘werkt’. Bleef alles stil en lag alles plat of werden er digitale ontmoetingen georganiseerd? Werd de meeste energie gestoken in het organiseren van onlinekerkdiensten of in het persoonlijke contact met die jongen of dat meisje?
Zoomavond
Om de kinderen en jongeren in de gemeente de steun en binding te kunnen geven die ze nodig hebben, moet er een duidelijke visie op jeugdpastoraat en/of relationeel jeugdwerk zijn en moeten die goed georganiseerd zijn. Als het daaraan schortte vóór de coronacrisis, betekende dat veelal verlamming tijdens de lockdown. Dan vielen alle activiteiten stil. Kinderen en jongeren kregen bijvoorbeeld te horen: „We kunnen elkaar niet zien, dus het gaat niet door.” Of: „Het seizoen is toch bijna ten einde, dus laten we maar stoppen.” Maar in geval van een goede organisatie was er actie. Een tiener gaf aan: „Ik ontving appjes van jeugdwerkers en er werd gelijk een Zoomavond gepland.”
Opmerkelijk is dat tieners teleurgesteld bleken omdat er naast de onlinekerkdienst vaak geen andere onlineactiviteiten voor volwassenen werden georganiseerd. Geen videobellen voor de kringen of digitaal koffiemoment. De lockdown werd namelijk ook een lakmoesproef voor de relatie tussen volwassenen in de gemeente. De tieners hebben gezien wat daarvan overbleef. Terwijl het de sfeer, de betrokkenheid en de binding zijn die een gemeente voor een jongere aantrekkelijk maken. Niet alleen aan hun adres maar ook tussen volwassenen onderling.
Betrouwbaar
Jongeren hebben behoefte aan structuur, aldus het onderzoek. Weten wat je moet doen of waar je verwacht wordt, is niet altijd leuk, maar wel lekker duidelijk. Daar ligt een kans voor sociale steun en binding. Hulde aan de jeugdwerkers die elke week online gingen, de kinderwerkers die elke week een verwerking van een Bijbelverhaal bij de kinderen langsbrachten, kaartjes verstuurden en leuke acties organiseerden. Zo gaven ze structuur op het moment dat jongeren die juist kwijtraakten. Zo lieten ze zien dat de kerk (de gemeenschap) niet alleen iets is van de zondagmorgen of de tieneravond, maar er juist ook is tijdens een crisis. Dat maakt de kerk betrouwbaar voor de leden, zeer specifiek voor de jonge leden.
Betrouwbaarheid bevordert een cultuur van veiligheid. Die veiligheid is de basis om in verbondenheid met en tot eer van God op te groeien.
Regie
De kerk is, als het goed is, een veilige plek, waar je geliefd en gekend wordt, met kaders en structuur. Geef jongeren binnen die kaders echter ook regie. In de afgelopen tijd raakten veel jongeren hun motivatie kwijt. Wat hen stimuleert om weer mee te doen, is ruimte aan hen geven om te experimenteren. Daar ligt een mooie kans om jongeren te betrekken bij het opnieuw opzetten van de diensten en het kerkelijk leven.
Experimenteren hoort bij tieners. Te vaak ligt de nadruk op hun negatieve experimenteergedrag, met bijvoorbeeld alcohol, lachgas en vandalisme. Geef hun dus ruimte om op een gezonde manier te experimenteren. Betrek hen bij de kerk en de tienergroep, geef verantwoordelijkheid aan hen. Natuurlijk is het belangrijk dat je hen begeleidt, maar doe dit door hen te bevragen, niet door met oplossingen te komen. Laat jongeren zelf ervaren wat werkt en wat niet werkt.
Sociale steun
Goed jeugdpastoraat gaat over meer dan alleen volwassenen die voor jongeren zorgen. Alle gemeenteleden zijn daarbij betrokken. Jongeren zorgen dus ook voor jongeren. Wat doe je bijvoorbeeld als iemand er niet is of lange tijd afwezig is?
Jongeren zijn in ontwikkeling. Ze missen soms nog wat sociale vaardigheden, maar willen er wel voor elkaar zijn. Onderneem daarom samen actie. Zo help je hen ervaren wat zorg dragen voor elkaar is. Maak elk van hen tot een belangrijke sociale steun voor de ander. Organiseer ook in de zomermaanden, als alles stilligt, contact. Jongeren hebben het nodig!
De auteurs zijn werkzaam bij ”Chris, wat er ook is” en docenten van de Kinder- en tienerpastoraatcursus.