Cultuur & boeken

De tien plagen waren vooral gericht tegen de Egyptische goden

Wat zijn de godsdienstige achtergronden van de tien plagen die God gebruikte om Israël uit Egypte te bevrijden? Ds. Harm Jan Boiten heeft zich verdiept in de Egyptische godenwereld en laat zien dat elk van de plagen het gezag van bepaalde goden aantast. Ook de farao, als handhaver van de goddelijke orde, delft het onderspit.

Prof. dr. M. J. Paul
4 February 2020 18:33Gewijzigd op 16 November 2020 18:09
”De zevende plaag” (hagel en vuur), op een schilderij van John Martin (1823). beeld Wikimedia
”De zevende plaag” (hagel en vuur), op een schilderij van John Martin (1823). beeld Wikimedia

De ondertitel van het boek spreekt over het godsgericht over Egyptische goden. De auteur ontleent deze invalshoek aan Exodus 12:12. Daar staat: „En Ik zal aan al de goden van de Egyptenaren strafgerichten voltrekken, Ik, de Heere.” Een soortgelijke uitspraak staat te lezen in Numeri 33:4. De rampen waren dus niet alleen tegen de farao en zijn dienaren gericht.

Ds. Boiten vermeldt bij de plagen gesuggereerde natuurlijke oorzaken, maar meent dat die tekortschieten als verklaring. Het is immers de Heere (Jahwe) Die Zich aan Mozes bekendgemaakt heeft en Zijn macht toont. Het is waar dat God ook natuurlijke verschijnselen kan gebruiken, maar de nadruk ligt op de duidelijke tekenen van Zijn aanwezigheid en op Zijn grote macht.

In het begin doen de tovenaars in Egypte de tekenen na. De auteur meent dat dit geen „goochelarij” is. Hij voelt meer voor de verklaring dat hier het werk van de duivel zichtbaar wordt. Immers, ook Paulus noemt tekenen en wonderen als werkingen van de satan. In de Joodse traditie wordt gezegd dat de magiërs geïnspireerd waren door Belial, de overste van de boze geesten.

Ds. Boiten noemt tientallen Egyptische goden en laat in kleurrijke illustraties zien hoe zij afgebeeld werden. Dr. Jakobus van Dijk, emeritus docent egyptologie aan de universiteit te Groningen en te Leiden, heeft hem hierbij geholpen. Het is zonder meer de kracht van dit boek dat zo veel informatie over de Egyptische godsdienst verschaft wordt.

Demonische oorsprong

De lezer kan echter ook overweldigd worden door de vele namen en achtergronden. De vraag die hierbij opkomt, is: hoe kwam het dat de Egyptenaren dit hele pantheon van goden, op allerlei manieren afgebeeld, vereerden? Wat is de oorsprong? De auteur noemt terecht Romeinen 1, waar staat dat de verering van vergankelijke schepselen de plaats in ging nemen van de heerlijkheid van de onvergankelijke God. Maar dan nog blijft de vraag: waarom dan deze tientallen goden en deze afbeeldingen? Zelf ben ik geneigd meer nadruk te leggen op de demonische oorsprong en op de geestelijke machten die volken in de greep kunnen houden om deze goden te vereren. Zie ook 1 Korinthe 10:20, waar sprake is van het offeren aan demonen. Vanuit dit gezichtspunt zijn nog meer lijnen naar onze tijd te trekken.

Ds. Boiten aanvaardt de historische betrouwbaarheid van de beschrijving in Exodus en noemt verbanden met allerlei latere Bijbelgedeelten. Er is een duidelijke relatie met de rampen die in het boek Openbaring beschreven staan. Ook de verharding van het hart van de farao krijgt aandacht.

Hier en daar licht iets op van de archeologische en historische achtergronden, maar deze blijven grotendeels buiten beschouwing. Terloops wordt gezegd dat Amenhotep II mogelijk de farao van de uittocht is. Wanneer Mozes en Aäron voor hem staan, vraagt hij: „Wie is de Heere?” en hij voegt eraan toe Hem niet te kennen (Exodus 5:2). In de loop van de gebeurtenissen verandert dat. Het is opmerkelijk dat uit de tijd van Amenhotep III een lijst gevonden is met de regel: „Het land van de Shasoe van Jahwe.” Dus toen was de naam wel bekend!

Vermenging

Ds. Boiten meent dat de Israëlieten volop meededen met de Egyptische afgodendienst. Hij baseert dat op de latere geschiedenis en op Ezechiël 20. Het lijkt mij dat de God van Abraham, Izak en Jakob ook nog vereerd werd, al zal er vermenging zijn opgetreden.

Wie meer weten wil over de godsdienstige achtergronden van de plagen in Egypte, kan uitstekend terecht in dit boek. Niet altijd zijn de relaties tussen de plagen en de goden even duidelijk, maar de auteur geeft dit ook aan. Het boek gebruikt vooral de Herziene Statenvertaling. De auteur heeft in Kampen gestudeerd en is emeritus predikant van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.

Boekgegevens

De tien plagen. Godsgericht over Egyptische goden, ds. Harm Jan Boiten; uitg. Jongbloed/Groen; 320 blz.; € 19,95

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer