Smouter: RD en ND waren hun tijd ver vooruit
Voegen christelijke media als het Reformatorisch Dagblad (RD) en het Nederlands Dagblad (ND) iets toe aan het medialandschap? Hebben ze een woord voor de wereld? Of preken ze vooral voor eigen parochie?
Het antwoord daarop verschilt voor beide kranten, betoogt Christoph van den Belt, die promoveert op de geschiedenis van het RD en het ND, woensdag tijdens een congres over religie en journalistiek in het gebouw van Erdee Media Groep. „Het RD is niet alleen opgericht voor de eigen achterban, maar ook voor de buurman. Het ND koos met de naamswijziging van Gereformeerd Gezinsblad in Nederlands Dagblad voor een bredere doelgroep dan de vrijgemaakte.” Van den Belt vindt dat het ND er meer dan het RD in heeft geïnvesteerd om een breed christelijke doelgroep aan te spreken en daar ook beter in slaagt.
Terwijl in het verleden de meeste kranten in Nederland tot een zuil behoorden, zijn zuilmedia nu een uitzondering. De voormalige zuilkranten verloren hun identiteit en zochten hun ideaal in objectiviteit en neutraliteit, analyseerde NRC-correspondent Karel Smouter. „Daarmee werden de media een progressief-liberale eenheidsworst, die vaak ook nog eens werken vanuit Amsterdam. Het RD en het ND hielden juist vast aan hun beginsel en waren transparant over hun niet-neutrale positie. Door dat te doen waren ze hun tijd ver vooruit. Ze zijn weer modieus geworden.”
Langzamerhand dringt in de Randstad door dat Nederland groter is dan de stad, ziet Smouter. „Sommige thema’s uit de regio, zoals de Groningse gasproblematiek en onvrede van boeren, bleven lang buiten het blikveld van de landelijke pers. Het RD en het ND hebben voelsprieten die andere media missen.”
Bijlmerramp
De beginselvastheid en de gerichtheid op de eigen achterban van christelijke media hebben ook iets ongemakkelijks, aldus Smouter. „Ik hoorde dat het ND na de Bijlmerramp schreef dat er geen gereformeerd-vrijgemaakten waren omgekomen.” ND-hoofdredacteur Sjirk Kuijper beaamt dat. „Maar zoiets vind ik niet kneuterig. Voordat een ND-journalist deze week in Ruinerwold verslag deed van de vondst van het opgesloten gezin wees ik hem erop dat hij ook iemand van de kerk moest interviewen: kerkelijke gemeenten zijn belangrijk voor een gemeenschap.”
Voor het RD en het ND is het vaak balanceren tussen betrokkenheid op de uitgangspunten en kritische distantie ten opzichte van de achterban, ontdekte Van den Belt tijdens zijn studie. „Bij het RD geldt dat inzake de verwantschap met de SGP, bijvoorbeeld toen ds. H. G. Abma in 1981 terugtrad als SGP-Kamerlid. Bas van der Vlies was, als nummer 4 van de kieslijst, zijn aangewezen opvolger. Omdat hij geen lid van de Gereformeerde Bond was, werd er een voorkeursactie gestart voor Gerrit Holdijk, die wel lid was van de bond. De gang van zaken leidde tot spanning binnen de partij. Het RD was terughoudend in de berichtgeving, maar noemde de gang van zaken in een commentaar wel onverkwikkelijk. Een verzoeningspoging van ds. Slagboom kreeg in een artikel juist bewust extra aandacht.”
De metafoor van wachter én boodschapper geldt nog steeds voor het RD, aldus hoofdredacteur Steef de Bruijn. „Een halve eeuw geleden waren we als wachter vooral gericht op de achterban. Maar we zijn opener geworden, we hebben een boodschap voor de wereld. Digitale kanalen bieden daarvoor kansen.”
Zelfs de locatie van beide mediabedrijven –het ND huist in Amersfoort, het RD in Apeldoorn– doet ertoe, vindt Kuijper. „Apeldoorn is de meest gemiddelde gemeente van ons land, Amersfoort het geografische midden. Wij staan midden in de samenleving.”