Column: Zalig zijn de vredestichters
„Het is veilig! Het is veilig!” roept onze buurtoudste vroeg in de morgen, terwijl mensen nog rondlopen met stalen buizen, bijlen en hakmessen. Hij vertegenwoordigt het lokale bestuur, op het laagste niveau hier in Wamena, Papoea (Indonesië). Later verkondigt ook de burgemeester: „Alles is veilig, je kunt gewoon je winkel weer opendoen.”
Als dit zo benadrukt moet worden, is duidelijk dat dit niet vanzelfsprekend is. Vorige week maandag liep een leerlingenprotest over racisme uit op brandstichting, moordpartijen en uiteindelijk een soort veldslag van Papoea’s tegenover leger, politie en milities. Voor veel mensen is hun gevoel van veiligheid in rook opgegaan.
Toen ik tijdens mijn studie kennismaakte met de piramide van Maslow (1908-1970), over de rangorde van basisbehoeften en hogere behoeften, vond ik dit een simplistische theorie. Logisch dat mensen eerst hun basisbehoeften willen vervullen, zoals onderdak, voedsel en veiligheid. Maar niemand kan toch zonder een vorm van religie, sport, muziek of intellectueel bezig zijn. Deze crisissituatie liet zien dat echt alleen de basisbehoeften tellen. Zelfs eten, drinken en een dak boven je hoofd komen op de tweede plaats. Dit in tegenstelling tot Maslows rangorde. Het gaat alleen om het redden van het vege lijf, zonder na te denken over wat erna komt.
In ons huis vingen we tijdens het hoogtepunt van de rellen veel vluchtelingen op. Iedereen zat versuft op de grond, terwijl er eigenlijk met hen nog niets gebeurd was. Ze waren verdoofd door het voortdurende geweervuur, het gejoel en de grote rookwolken. De behoefte aan veiligheid stond op de voorgrond. „Vlucht snel verder”, kwam iemand zeggen, „het leger komt er aan!” Iedereen stond snel op, maar gelukkig kon ik de boel weer kalmeren, zodat er iets van een voorlopig plan kon komen.
Het is ironisch dat ik daarvoor mijn ”witte privilege” in de strijd moest werpen, door te beloven dat ik bij de poort eventuele militairen zou opvangen. Als blanke heb je hier een speciale status bij de verschillende bevolkingsgroepen. Je bent niet helemaal onderdeel van een van de partijen en hebt bovendien toegang tot buitenlandse netwerken, zoals via een ambassade.
Een andere ‘simpele’ theorie zegt dat mensen drie basisreacties hebben in een crisissituatie: vechten, vluchten of bevriezen (Cannon, 1915). Inmiddels heb ik geleerd dat de meesten voor vluchten kiezen. Zelfs de hoogland-Papoea’s hier in Wamena, die toch bekendstaan als dappere krijgers die eeuwenlang stammenoorlogen uitvochten, vluchten het liefst. Zo zaten ons huis en onze tuin in een mum van tijd vol. Vervolgens is bijna iedereen halsoverkop de stad uitgevlucht en is de rust goeddeels weergekeerd, op wat nachtelijke onrust na. Mensen vluchtten naar een veiliger situatie, ook al moeten ze 80 kilometer lopen en in de openlucht overnachten.
Dat zijn ervaringen en gevoelens die we in onze westerse samenleving niet vaak meer aan den lijve ondervinden. Onze maatschappij draait vooral om de hogere behoeften. Op nu.nl heeft het gewone nieuws uit binnen- en buitenland evenveel ruimte als sport en entertainment. Kunnen we ons daarom vaak niet goed verplaatsen in een vluchteling die naar Europa wil?
Het is opvallend dat juist deze basisbehoeften de kern vormen van christelijk handelen en naastenliefde. Niet de organisatoren van bezinningsdagen, schrijvers van krantencolumns, mensen die mooie bekeringsverhalen kunnen vertellen of degenen die graag vergaderen, worden zaliggesproken. Jezus heeft het over armen van geest, hongerigen en dorstenden naar gerechtigheid, barmhartigen en vervolgden. Zalig zijn de vredestichters, want ze zullen Gods kinderen genoemd worden. Zitten onze goede werken dan een voet te hoog? Ligt de nadruk te vaak op denken in plaats van handelen? Jezus noemt juist de gestalte van het hart (barmhartigheid, reinheid) en het praktische handelen. Een beker koud water voor een dorstig iemand. Het is niet veel, maar we moeten de behoeftige mens zien en geven wat nodig is.
De auteur is consultant bij Lentera Papua in Indonesië en universitair hoofddocent ondernemerschap en organisatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.