Veel oude muziek maar ook nieuwe kunst bij opening orgelzomer Groningen
Met een lange verjaardagsmiddag in de Der Aa-kerk en een drukbezocht openingsconcert in de Martinikerk is maandag in Groningen het tiendaagse festival ”Schnitger Meets...” van start gegaan. Een dag vol oude muziek uit de tijd van orgelbouwer Arp Schnitger. Maar ook een nieuwe vorm als dans werd voorzichtig ontdekt.
Hans Fidom benoemde het ’s middags in de eeuwenoude Der Aa-kerk, tijdens het verjaardagsfeest van Stichting Groningen Orgelland (SGO). Voor velen heeft het orgel nog een kerkelijk en statisch karakter. Terwijl het van huis uit –in de antieke wereld en vanaf de achtste eeuw ook in het Westen– juist een dynamische en wereldlijke uitstraling had.
Volgens Fidom, hoogleraar orgelkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is het zaak om voor de toekomst het „productenpalet” rond het orgel uit te breiden en die twee kanten van het instrument allebei te benutten: niet alleen het traditionele concert, maar ook zoeken naar verbinding met andere vormen van cultuur.
Hij noemde de recente ingebruikname van het orgel in de Oude Kerk in Amsterdam als voorbeeld, waar Jakob Lekkerkerker met een alternatief programma op zondag 12 mei 3000 mensen bij het Oudekerksorgel wist te betrekken. Fidom: „In de luistercultuur van vandaag past de klank van het orgel prima. We moeten ons afvragen: Is het orgel wel van ons? Of is het ook van andere mensen?” Even later: „We moeten zorgen dat veel meer mensen het orgel in het hart krijgen.”
Aansluitend aan het betoog van Fidom gaven de jonge organist Vincent Hensen en danseres Tara Salahshor een voorbeeld van hoe het zou kunnen. Terwijl Hensen op het Schnitgerorgel improviseerde, beeldde Salahshor onder het instrument de muziek uit: met gebaren en gezichtsuitdrukkingen, nu weer rennend, dan weer liggend op de grond. Het publiek –zo’n 300 man– vond het prachtig, blijkens het langdurige applaus.
Wapenfeiten
De rest van de middag –een lange zit van meer dan tweeënhalf uur– was vooral op de ouderwetse manier ingevuld. In een niet al te spannende lezing bracht organist Dirk Molenaar een halve eeuw SGO in kaart. Veel wapenfeiten uit vijf decennia – publicaties, excursies, cd-opnamen, steun aan restauraties. Veel namen – Van Meurs, Bolt, Edskes, Talsma. Aan het eind kwamen zelfs alle mensen voorbij die ooit in het SGO-bestuur zaten. Uit het applaus dat volgde, kon opgemaakt worden dat veel SGO’ers van het oude stempel in de kerk zaten.
Ook het orgelspel van Peter Westerbrink, titularis van de Der Aa-kerk, was oud en vertrouwd. Hij wilde uiteraard het Schnitgerorgel in al z’n facetten laten klinken. Het draait deze zomer in Groningen immers ook om de 300e sterfdag van de Duitse orgelbouwer Arp Schnitger (1648-1719).
Westerbrink gaf aan dat ‘zijn’ orgel een instrument is „dat zich niet laat temmen.” Het is in 2011 gerestaureerd en volgens Westerbrink heeft het zich nu pas een beetje gezet. De achterliggende jaren waren te vergelijken met een moeizame relatie, stelde hij. Niettemin sprak hij van een „prachtige kleurendoos”, waar hij graag een staalkaart van wilde laten horen.
Behalve een lieflijke Aria van de hedendaagse Engelse componist Andrew Carter en een romantisch ”Absolute” van de Fransman Eugène Gigout was het vooral barokmuziek wat de klok sloeg: Buxtehude, Weckmann, Bruhns. Vooral de lange variatiereeks over ”Vater unser” van Jacob Praetorius, terwijl de bezoekers er al twee uur in een warme kerk op hadden zitten, was voor sommigen letterlijk slaapverwekkend – ook al putte Westerbrink zich uit in verrassende registraties. Uit het warme applaus van het publiek sprak niettemin veel waardering voor zijn verrichtingen.
Draai
Molenaar had in zijn relaas verteld dat de SGO sinds kort een samenwerking is aangegaan met de steuninstelling Erfgoedpartners, die het Groninger orgelbezit wil positioneren te midden van ander cultuurerfgoed, zoals molens. Een vrucht van deze samenwerking is de uitgave ”In de voetsporen van Schnitger”, die deze zomer gratis wordt uitgedeeld. Een mooi, laagdrempelig boekje met veel kleurenfoto’s en niet te veel gedetailleerde informatie, dat toeristen moet verleiden het orgelbezit te gaan verkennen. Roeli Broekhuis, die de uitgave presenteerde, zei dat het „een diep gekoesterde wens” is dat 2019 zal zorgen voor een omwenteling, „een draai naar de moderne wereld”, waardoor het orgel voor een veel breder publiek een interessante kunstuiting zal worden.
Dans
’s Avonds verzorgden Erwin Wiersinga en Leo van Doeselaar in een volle Martinikerk het openingsconcert van de Orgelzomer Groningen. Opnieuw veel oude muziek: Lübeck, Weckmann, Bach en de 18e-eeuwse Groninger J. W. Lustig. Maar Van Doeselaar knipoogde ook naar het nu. Met een intieme Psalm 63 van Martiniorganist Wim van Beek (1930-2017). En met de moderne ”Danza irrazionale” die Oostenrijker Franz Danksagmüller nog dit jaar schreef. Juist bij die tegendraadse dans wist Van Doeselaar –met zijn soevereine spel– de Schnitgerfans van a tot z te boeien.