Nieuw geval van mazelen in Urk
In Urk is een nieuw geval van mazelen vastgesteld, zo meldde de GGD Flevoland maandagmiddag. De GGD spreekt nu niet meer van een cluster, maar van een lokale uitbraak van de infectieziekte.
De persoon bij wie door de huisarts mazelen is vastgesteld, kwam niet uit de kring waarin de ziekte eerder circuleerde. „Er is geen direct verband. Het gaat om een nieuw geval. Iemand die alle stadia van mazelen heeft meegemaakt”, aldus GGD-woordvoerder Sven van der Burg. „Mogelijk dat er nog nieuwe gevallen zijn. Dat ligt wel voor de hand, al hebben we daar geen beeld van. Niet iedereen meldt mazelen bij de huisarts.”
Vorige week maakte de GGD Flevoland bekend dat er tien personen in Urk mazelen hadden doorgemaakt, een zogeheten cluster. Nu er een nieuw geval van mazelen is aangetoond, wordt gesproken van een lokale uitbraak.
De GGD adviseert daarom ouders van ongevaccineerde kinderen in Urk en Tollebeek om hun kroost vervroegd te vaccineren. Zuigelingen van 6 tot 14 maanden krijgen vervroegde vaccinatie aangeboden.
Huisarts Wilco Bloed uit Urk krijgt vragen van ouders of er bij hun kind sprake is van mazelen of dat het gaat om uitslag veroorzaakt door de eikenprocessierups. „De rups komt veel voor in Urk. De symptomen die de brandhaartjes veroorzaken en de verschijnselen van mazelen kunnen op elkaar lijken. In beide gevallen kan er bijvoorbeeld sprake zijn van jeuk, bultjes, blaasjes, roodheid van de huid, rode en gezwollen ogen, een loopneus, hoesten en koorts. Een belangrijk verschil is wel dat bij mazelen sprake is van een uitslag van top tot teen, dus overal op de huid. De brandhaartjes van de eikenprocessierups veroorzaken een meer lokale uitslag, niet over het hele lichaam, maar alleen op de plaatsen waar de haartjes de huid irriteren. De brandhaartjes van de rups veroorzaken ook meer jeuk dan de vlekjes van mazelen.”
Bloed sluit –evenals de GGD– niet uit, dat zich nog meer gevallen van mazelen op Urk voordoen. „Al heb ik het idee dat de infectieziekte over z’n hoogtepunt heen is. De immuniteit onder de bevolking ligt hoog, mede door de epidemie uit 2013.”
Jeugdarts Gerda Koornstra van Zorggroep Oude en Nieuwe Land in Urk krijgt nogal wat vragen van ouders over vaccinatie van baby’s tussen de 6 en 14 maanden oud. Deze kinderen kunnen nu vanaf 6 maanden worden ingeënt, terwijl dit volgens het schema van het Rijksvaccinatieprogramma pas bij 14 maanden gebeurt. „We worden veel gebeld. Ook hebben we al een aantal vaccinaties gegeven aan kinderen tussen 6 en 14 maanden oud.” Voor deze groep geldt het advies om ze vervroegd te vaccineren. De vervroegde prik beschermt hen tegen mazelen, aldus Koornstra. Omdat de kleintjes minder immuniteit opbouwen dan oudere kinderen omdat hun afweersysteem nog niet volledig is ontwikkeld, volgt er alsnog een herhalingsprik bij 14 maanden.