Column: Gepaste muziek op Goede Vrijdag
Goede Vrijdag. Als kind had ik altijd een wat onbestemd gevoel bij deze dag. Het was geen zondag, en ook geen feestdag, zoals Hemelvaart. Iedereen ging gewoon aan het werk, en ’s avonds zat je in de kerk. Daar bleek het de belangrijkste dag van het jaar te zijn: de ”betaaldag van de Kerk”. Immers, het had geklonken op Golgotha: „Tetelestai!”, ofwel: „Het is volbracht!” Het hoogtepunt van de heilsgeschiedenis! En als dan in de preek dáár de nadruk op viel, op de weg die Christus opende door Zijn bloedstorting, waarvan het gescheurde voorhangsel in de tempel sprak, dan kwam over deze vrijdagavonddienst een diepe gouden gloed te liggen.
De muziek in de kerk was altijd ingetogen. Psalm 22 voor de dienst, of Psalm 40. Niet uitbundig, dat was niet gepast. Sober, stemmig orgelspel, om de kerkganger in een verstilde stemming te brengen. Heel anders dan met Pasen: dan wilde de organist nog weleens ”Daar juicht een toon” door de kerk laten galmen. Dan was het wél gepast: we herdachten immers het vreugdevolle feit van de opstanding.
Inmiddels is in veel gemeenten de overdenking van Christus’ lijden en sterven iets van een hele week geworden: elke avond van de Stille Week een bijeenkomst met gebed, meditatie, samenzang en muziek; met de Goede Vrijdagdienst als afsluiting. Wat opvalt, is dat deze avonden veelal hetzelfde stemmige, serene karakter hebben als de vrijdagavonddienst van vroeger. Mensen fluisteren, schuifelen, mediteren. De muziek moet zachtjes en ingetogen zijn. De organist die het hele orgel zou opentrekken, zou iets ongepasts doen.
En Bach dan? Hij laat zijn ”Johannes Passion”, bedoeld voor Goede Vrijdag, beginnen met het majestueuze ”Herr, unser Herscher”. En het slotkoor van de ”Matthäus Passion” (”Wir setzen uns mit tränen nieder”) is evenmin ingetogen te noemen. En denk eens aan Golgotha. Serene stilte als Jezus sterft? Nee. Hijzelf roept met „grote stem.” De belijdenis van de hoofdman over honderd is evenmin verstild. En dan de tekenen: het gedreun van een schuddende aarde en het geraas van scheurende rotsen.
Onze serene invulling van de diensten in de Stille Week en op Goede Vrijdag belicht vooral één kant: dat Christus’ lijden voor de zonde ons verootmoedigt en stil-verwonderd maakt vanwege Zijn onbevattelijke liefde. Dat is heel waardevol. Maar zou met evenveel recht ook niet een andere kant kunnen worden benadrukt? Die van de overwinning: „Het is volbracht!” Daarbij past geen fluisterzacht orgelspel; juist uitbundige muziek.
Maar of iedereen het gepast zou vinden als de organist vanavond dát accent legt…