Synode CGK buigt zich opnieuw over vrouw in ambt
De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) buigt zich dit najaar opnieuw over de vrouw in het ambt.
Het onderwerp komt op de agenda vanwege een zogenoemde instructie van de particuliere synode van het Oosten, die woensdag in Noordeloos bijeenkwam. Deze regionale vergadering vraagt de generale synode een besluit uit 1998 „op houdbaarheid” te toetsen en te kijken of dat aanvulling of bijstelling behoeft. De CGK spraken toen uit dat volgens de Bijbel „het gezaghebbend leidinggeven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt.”
De particuliere synode wil ook dat gemeenten zich intussen houden aan de gemaakte afspraken, „zodat de druk op de eenheid van het kerkverband niet nog verder toeneemt.” en Door eventuele „onomkeerbare besluiten” komt deze eenheid „onder onaanvaardbaar hoge druk.”
Binnen de CGK willen enkele samenwerkingsgemeenten –die deel uitmaken van zowel de CGK als de Nederlands Gereformeerde Kerken of de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt– vrouwelijke ambtsdragers benoemen. Andere gemeenten zijn daar sterk op tegen.
De particuliere synode constateert „dat momenteel niet slechts de eenheid, maar mogelijk zelfs het voortbestaan van onze kerken ter discussie staat, zodat het alleen al om die reden goed is dat de generale synode zich buigt over een kwestie die zoveel spanning oproept.”
De particuliere synode vindt het geen goed idee dat samenwerkingsgemeenten kiezen voor een bepaald kerkverband –dat bijvoorbeeld wel vrouwelijke ambtsdragers kent– of de samenwerking verbreekt. „Dat doet geen recht aan de katholiciteit van de kerk, en ook niet aan het doorgaande appel van synodewege om plaatselijk eenheid te zoeken.”
Ook het niet houden aan afspraken die in het kerkverband gelden, is volgens de particuliere synode in strijd met de „katholiciteit van de kerk” en het zoeken van onderlinge eenheid. Het beroepen van vrouwelijke predikanten zet „de draagkracht van de onderlinge eenheid binnen de CGK temeer onder druk.”