NPV: Denk tijdig na over levenseinde
„Denk tijdig na over je sterven. Medische en ethische vragen rond het levenseinde moeten worden besproken wanneer iemand in staat is helder en rustig na te denken.”
Dat zei Astrid Bokhorst, manager advies & toerusting bij de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV), woensdag op een symposium in de Pniëlkerk in Veenendaal met als thema ”Bitter en Zoet: over de rol van de pastor in het gesprek over het levenseinde”.
Het symposium was georganiseerd door de NPV en trok zo’n 150 belangstellenden. „Tijdig nadenken over het levenseinde vindt niemand makkelijk. Dit symposium is bedoeld om handvatten te geven om het pastorale gesprek rondom het levenseinde te voeren”, zei mr. D. J. H. van Dijk, NPV-directeur en lid van de Eerste Kamer, in zijn openingswoord.
Van Dijk verduidelijkte waarom de NPV meedoet in de coalitie Van Betekenis tot het Einde, een breed discussieoverleg waarin ook het Humanistisch Verbond participeert. „De NPV verdedigt haar standpunten, bijvoorbeeld over de afwijzing van euthanasie, juist daar waar het maatschappelijke debat zich afspeelt.”
De NPV lanceerde tijdens het symposium een nieuw ontwikkelde digitale keuzehulp Tijdig nadenken over het levenseinde. De digitale keuzehulp mikt op een brede doelgroep en wil mensen zelfstandig, zonder persoonlijke tussenkomst van een NPV-medewerker, hun weg laten vinden door de vaak ingewikkelde vragen over medische zaken en ethische dilemma’s, lichtte „toerustingmanager” Astrid Bokhorst toe.
In een workshop ”Pastoraat en het gesprek over het levenseinde” sprak Bokhorst in een kleinere setting over pastoraat en pastorale gesprekken rondom het levenseinde. Ze maakte duidelijk hoe moeilijk het is om levenseindevraagstukken te bespreken zonder een levensbedreigende ziekte. „Vragen over het wel of niet reanimeren, het al dan niet stoppen van een medische behandeling, moeten juist worden besproken wanneer iemand in staat is helder en rustig na te denken.”
Bokhorst benadrukte het belang van een lange vertrouwensrelatie tussen pastores en patiënten en hun naaste familieleden. „Bij het begeleiden van een zieke in terminale fase moet sprake zijn van goed samenspel tussen medisch deskundigen en pastores. Een pastor moet zich beperken tot geloofsvragen en medische zaken aan het oordeel van de arts of verpleegkundigen overlaten.”
Volgens de manager worden mensen te veel opgezadeld met de keus voor wel of niet reanimeren. „Reanimatie wordt te veel beschouwd als instrument in de zelfbeschikking. Een arts kan op medische gronden, met inachtneming van leeftijd, heel goed beoordelen of reanimeren wel of niet moet plaatsvinden.”
Ds. H. G. de Graaff, emeritus predikant in de Protestantse Kerk, behandelde in zijn workshop het omgaan met gevoelens van voltooid leven bij een pastorant. Hij verwees naar het proefschrift van Els van Wijngaarden uit 2016, waarin wordt aangetoond dat de mooiklinkende term voltooid leven in de praktijk minder positief is. „Niet het spuien van pastorale wijsheden, maar een volhardende pastorale nabijheid biedt soelaas voor levensmoede mensen.” Volgens ds. De Graaf zouden pastorale gesprekken „geen dialoog maar trialoog moeten zijn, omdat Jezus Christus er als Derde incognito bij zit.”
Dr. P. C. Hoek, predikant en docent praktische theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarium, hield woensdag de hoofdlezing, ”Bittere en zoete momenten – nadenken en spreken over het levenseinde”.