Opinie

Problematiek van angst- en paniekstoornissen moet uit taboesfeer

Bijna een op de vijf volwassenen krijgt ooit te maken met een angststoornis. Maar meer dan de helft van degenen die klachten hebben, durft hierover niet te praten met vrienden en familie. Dat blijkt uit nieuw onderzoek dat dinsdag naar buiten kwam. Om de problematiek van angst- en paniekstoornissen bespreekbaar te maken, is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) deze week begonnen met een campagne met de slogan ”Hey! Het is oké, maak het bespreekbaar.”

Hoofdredactie
3 April 2019 10:51Gewijzigd op 16 November 2020 15:41

Angst- en paniekstoornissen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Niet zelden ontstaan ze al in de tienerjaren. Ze zijn er overigens in alle soorten en maten en dragen namen als agorafobie (pleinvrees), antropofobie (mensenvrees) en atychifobie (faalangst).

De symptomen van deze stoornissen lijken op die van een hartaanval. Mensen die een paniekaanval krijgen, zijn vaak kortademig, duizelig, zweten overmatig en voelen soms een druk op de borst. Zo’n aanval kan zich overal voordoen: in de supermarkt, in een lift of zelfs thuis op de bank. Het vertrouwen in het goed functioneren van het eigen lichaam neemt bij de meeste patiënten sterk af. Wat vroeger de normaalste zaak van de wereld was, zoals een winkelbezoek, wordt ineens een opgave.

Niet weten wanneer de volgende paniekaanval komt, maakt onzeker. En onzekerheid kan ertoe leiden dat mensen in hun schulp kruipen en als vanzelf in een isolement terechtkomen.

Praten over hun angststoornis durven velen niet. En dat is jammer. Uit een recente peiling blijkt dat mensen met een angststoornis minder last hiervan hebben wanneer zij hierover spreken. Hun vrienden en familie blijken ook meer begrip te tonen als open over de stoornis kan worden gesproken.

Het is dan ook een goede zaak dat staatssecretaris Blokhuis van VWS door middel van een campagne het zwijgen over angst- en paniekstoornissen wil doorbreken. Het kan volgens hem niet zo zijn dat in een land als Nederland mensen zich schamen om hierover te praten. Pas wanneer de problematiek bespreekbaar is, kan het taboe erop worden doorbroken, is de terechte conclusie van de staatssecretaris.

De overheidscampagne kan ook voor kerkelijke ambtsdragers een goede aanleiding zijn om zich in deze materie te verdiepen. Bekend is dat veel mensen met een angststoornis er tegen opzien om naar de kerk te gaan of om die reden helemaal niet meer komen. Ook zijn er gemeenteleden die letterlijk met angst en beven in de kerkbank zitten en vanwege paniekgevoelens het niet aandurven om bijvoorbeeld deel te nemen aan het avondmaal. Zulke mensen lijden in stilte. Het kan goud waard zijn als een predikant of ouderling door een enkele vraag in een pastoraal gesprek het probleem bespreekbaar weet te krijgen. Pas als het zwijgen wordt doorbroken, ligt ook de weg open naar professionele hulpverlening, die vaak noodzakelijk is.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer