Nederlandse Andrea trouw met predikant in Gambia
Het begint allemaal met een artikel in het Reformatorisch Dagblad. Een gedeelde passie volgt. Twee jaar later trouwt de Nederlandse Andrea de Kievid in Gambia met baptistenpredikant Arnest Jassey.
Ook al is het vandaag vrijdag, toch zit de kerk van predikant Arnest B. Jassey stampvol. Het eenvoudige gebouwtje –vier muren met een golfplaten dak in een stoffige wijk van Gambia’s grootste stad Serrekunda– barst zowat uit zijn voegen. Zo’n 150 gasten zitten dicht opeengepakt op tuinstoelen te wachten op wat komen gaat.
De meeste kerkgangers zijn donker en zo te zien afkomstig uit de buurt. Sommigen dragen het lange gewaad dat moslims speciaal aantrekken voor het vrijdaggebed. Ook opmerkelijk: onder de bezoekers zijn veel blanke mannen en vrouwen, enkelen gehuld in Afrikaanse klederdracht.
De gospelband –drums, bas, elektrische piano en trompet– legt de verschillen ongewild bloot. Als de muziekgroep gaat spelen, beginnen de kerkgangers te dansen. Het is onmiskenbaar: op het punt van soeplesse, elegantie en ritmegevoel laten Afrikanen de gemiddelde westerling ver achter zich. Daar helpt geen Afrikaanse klederdracht tegen.
Trouwen met een toebab
Wat doen al die blanken, het zijn er zeker drie of vier dozijn, in de kerk van Arnest B. Jassey in deze uithoek van Serrekunda, ver van de luxe toeristenressorts van de kust van Gambia? Het antwoord is Andrea de Kievid, een 30-jarige Veenendaalse. Want Andrea trouwt vandaag met Arnest.
Helemaal voor de hand ligt dat huwelijk niet. Al is het alleen maar omdat Arnest er altijd tegen gepreekt heeft, tegen trouwen met een toebab, een blanke man of vrouw. Niet uit racisme, of omdat de cultuurkloof een goed huwelijk in de weg zou staan. Arnest was bevreesd voor iets anders. Iets wat hij ontelbare keren om zich heen gezien had, net als iedereen die wel eens in Gambia is geweest: aantrekkelijke, jonge Afrikaanse vrouwen die hand in hand lopen met bejaarde blanke mannen. Jonge Gambiaanse mannen die Europese dames op leeftijd het hof maken.
Natuurlijk, het kan echte aantrekkingskracht en oprechte liefde zijn. Maar iedereen die zichzelf niet voor de gek houdt, weet dat het dat vaak niet is. Althans niet wederzijds.
Welvaartskloof
De statistieken geven een idee van de harde werkelijkheid van het dagelijks leven in Gambia. Volgens de Wereldbank is het gemiddelde jaarinkomen per hoofd van de bevolking 680 dollar. Dat is nog geen 2 dollar per dag. Nederlanders verdienen per jaar gemiddeld 68 maal zo veel, ruim 46.000 dollar. Die realiteit speelt een onvermijdelijke rol in de persoonlijke relaties. Zelfs de armste Europese toerist is in Gambiaanse ogen schatrijk.
De onwaarschijnlijke liefdesaffaires tussen Europeanen en Gambianen waar Arnest in zijn preken op doelt, zijn misschien geen prostitutie in de strikte zin van het woord. Maar in de kern komt het er dicht bij in de buurt. De enorme welvaartskloof vertroebelt de zuiverheid van de persoonlijke relaties.
Precies om die reden wilde Arnest (44) onder geen beding met Andrea in Nederland gaan wonen. Het kostte Andrea zelfs de grootste moeite om hem te bewegen een paar weken naar Nederland te komen toen hun relatie vaste vorm begon te krijgen. Ze moest zwaar geschut inzetten: „Mijn ouders willen je leren kennen.” Daar had Arnest niet van terug.
Evangelisatie
Het begon allemaal met een krant op de bank van oma. In mei 2017 ging Andrea op bezoek bij haar grootmoeder in Veenendaal. Terwijl oma thee aan het zetten was, sloeg Andrea het Reformatorisch Dagblad open. Haar oog viel op een artikel over christenen in Gambia. Het verhaal, over hun groeiende kerk en de hoop op een betere toekomst na de recente verdrijving van dictator Yahya Jammeh, wekte meteen haar interesse. En de foto van baptistenpredikant Arnest Jassey met een Frans- en Engelstalige Bijbel op zijn knieën, die vond ze intrigerend.
Andrea, directiesecretaresse op een middelbare school in Apeldoorn, kende Gambia al een beetje. In de zomer van 2015 was ze er op jongerenreis geweest. Het viel haar toen op dat dit West-Afrikaanse land, waar 90 procent van de bevolking moslim is, „een zekere openheid” vertoonde voor het christendom. Ze woonde een kerkdienst bij en genoot van het enthousiasme onder de kerkgangers.
Een halfjaar later stapte ze opnieuw op het vliegtuig naar Gambia. Ze was toenemend geïnteresseerd geraakt in evangelisatie. Andrea bezocht opnieuw een predikant die ze tijdens haar eerste reis had leren kennen. Of de kerk ook iets aan evangelisatie deed? „Nee, want we willen de vrede met de moslims bewaren”, was het antwoord. Andere Gambiaanse christenen bevestigden dat idee.
Terug in Nederland benaderde Andrea verschillende Nederlandse zendingsorganisaties. Na wat rondbellen bleek dat zij evenmin missionair actief waren in Gambia. Dat verbaasde haar. Was er dan niemand die dit belangrijk vond? „Toen zag ik dat artikel in het RD”, zegt Andrea. „Ik dacht: hé, dus toch!”
Onder de plak
Met vertraging arriveren Andrea en Arnest op hun trouwdag bij de kerk. Autopech op weg naar de burgerlijke stand, dat soort dingen gebeuren. In de kerk wacht een programma met Bijbellezing, gebed en preken, en vooral met veel muziek. Acht predikanten van diverse genootschappen leiden de dienst.
Dominee Charles Nnamonu van de Christ Triumphal Ministries is belast met de eigenlijke huwelijksceremonie. Op zeker moment vertelt hij een opmerkelijk verhaal, dat zou zijn voorgevallen tijdens een huwelijksvoltrekking door een collega van hem.
„Als er een man aanwezig is die niet bij zijn vrouw onder de plak zit, laat hem zijn hand opsteken”, zei de dominee uit het verhaal van Nnamonu. Niemand stak zijn hand op. Uiteindelijk stond er, enigzins weifelend, toch een man op. „Vertel ons, wat is je geheim?” vroeg de dominee aan de man op wie alle ogen gericht waren. „Mijn vrouw zei me dat ik moest opstaan!”
De Gambiaanse kerkgangers kunnen er hartelijk om lachen.
Geanimeerde chat
Het krantenartikel laat Andrea niet los. Via Facebook zoekt ze contact met Arnest. „Normaal reageer ik niet op dit soort verzoeken tot vriendschap”, zegt Arnest. Echter, de foto op het Facebook-profiel van deze onbekende blanke vrouw is in Gambia genomen. Ze kent Gambia dus, denkt Arnest. Hij besluit een uitzondering te maken en accepteert Andrea’s uitnodiging.
Er volgt een geanimeerde chat. Andrea stelt zo veel vragen dat Arnest denkt dat hij met een journalist te maken heeft. Ze gaan over het stuk in het RD, hoe hij zijn werk als evangelist aanpakt en wat voor soort hulp hij daarbij kan gebruiken. Andrea stelt ook persoonlijke vragen, zoals: ben je getrouwd? „Ik gaf daar geen antwoord op”, zegt Arnest aan tafel in het huis in Serrekunda waar ze kort voor hun huwelijk zijn ingetrokken. „Ik zei alleen dat ik een dochter had.” Op dat moment voelt hij nog niets speciaals voor Andrea. Hij heeft haar tenslotte nooit gezien.
Andrea vertelt dat ze van plan is om in december 2017 samen met een Nederlandse vriendin naar Gambia te komen. Arnest nodigt haar uit om een dienst bij te wonen in de kerk die hij aan het bouwen is. Hij stelt ook voor om haar in contact te brengen met verdrukte christenen.
Gevoelens
Als Andrea eind 2017 de kerk van Arnest bezoekt, is het nog niet veel meer dan een schuurtje. Bij de zondagse dienst is het aantal kerkgangers op de vingers van één hand te tellen. Maar de soberheid en puurheid van de bijeenkomst maken indruk op Andrea. „Er was nog geen elektriciteit. Arnest preekte met een zaklamp boven de Bijbel”, zegt ze.
Op tweede kerstdag heeft Arnest tien ex-moslims opgetrommeld die bereid zijn hun verhaal aan Andrea te vertellen. Stuk voor stuk hebben ze te maken met pesterijen, verstoting of nog ergere represailles van hun omgeving omdat ze christen zijn geworden. Door de familie op straat gezet, baan kwijt, een poging tot vergiftiging – het grijpt Andrea aan.
Op een afstandje observeert Arnest het gesprek. „Iets raakte mijn hart toen ik keek naar de manier waarop zij met die mensen praatte, haha!” geeft Arnest nu zonder omwegen toe. De volgende dag vliegt Andrea terug naar Nederland. Arnest heeft zijn gevoelens niet uitgesproken. Maar wel heeft hij gezegd dat hij het als zijn taak ziet om christenen in Gambia te helpen. Of Andrea hem daarbij wil helpen? Ja, zegt Andrea zonder aarzeling. Al heeft ze op dat moment eigenlijk geen flauw idee hoe dat zou moeten.
Als Andrea terug is in Nederland, gaan de chats met Gambia in een hogere versnelling. Arnest wil een opvanghuis opzetten voor vervolgde christenen, de Christian Care Foundation The Gambia. In Nederland klopt Andrea voor ondersteuning aan bij de stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC). Dat leidt tot samenwerking. Het initiatief van Arnest – en nu ook van Andrea – wordt een werkgroep onder de vlag van HVC.
Wederzijds
Achteraf geeft Andrea toe dat ze eigenlijk de eerste keer al iets speciaals voelde voor Arnest. Alleen wilde ze er niets mee doen. Arnest bleek er net zo over te denken. En hij had natuurlijk altijd gepreekt tegen relaties met toebabs. Zelf verliefd worden op een witte vrouw uit het rijke Nederland is dan even lastig.
Twee maanden later, in februari 2018, is Andrea opnieuw in Gambia. In de tussentijd is tijdens de talloze chats via internet bij beiden de liefde opgebloeid. Maar de ander weet het niet. Arnest voelt dat hij zich moet uitspreken. Het kost hem moeite. Hij is bang dat als het niet wederzijds is, de plannen voor de stichting ook in het water zullen vallen.
Arnest raapt zijn moed bijeen en zegt dat hij verliefd is. Andrea geeft geen antwoord. Ze begint over iets anders te praten. Vandaag is geen goede dag voor mij, denkt Arnest.
De avond van dezelfde dag hebben ze weer een ontmoeting. Er is veel werk te verzetten voor de stichting. Dan vraagt Andrea: „Hoezo ben je verliefd?”
„Ik ook. Maar het was niet gemakkelijk om het te zeggen”, bekent Andrea.
Trouwplannen
Arnest komt snel met trouwplannen op de proppen. Iets té snel, vindt Andrea. Arnest reist in juli en december 2018 voor enkele weken naar Nederland. De automatische schuifdeuren op Zaventhem bezorgen hem een lichte cultuurschok. Wie doet die deuren steeds open en dicht? En de Nederlandse buren die wel heel vriendelijk hun stoelen uitlenen voor de verjaardag van Andrea maar ’s avonds niet op het feestje komen, dat begrijpt Arnest ook niet helemaal.
Maar voor de rest lopen de bezoeken soepel. Arnest wordt goed ontvangen door Andrea’s familie. Omgekeerd heeft ook de familie van Arnest alle vertrouwen in zijn keus.
Tijdens de kerkelijke ceremonie in Serrekunda staat er dan ook niemand op om bezwaar te maken tegen het huwelijk. Alle reden voor een uitbundig feest.