Opinie
Column: Markt, overheid en klimaat hangen samen

Nederland is in de ban van het klimaatakkoord. De politieke partijen buitelen over elkaar heen in hun strijd voor of tegen het klimaatakkoord. Terwijl scholieren en nu ook ouderen demonstreren en klimaatactie eisen, roepen Wilders en Baudet om het hardst dat het klimaatprobleem onzin is.

Johan Graafland
De Nederlandse Bank heeft berekend dat een bedrijfsbelasting van 50 euro per ton CO2 geen grote gevolgen heeft voor de Nederlandse economie. Foto: bouwnijverheid aan de Amsterdamse Zuidas. beeld ANP, Lex van Lieshout
De Nederlandse Bank heeft berekend dat een bedrijfsbelasting van 50 euro per ton CO2 geen grote gevolgen heeft voor de Nederlandse economie. Foto: bouwnijverheid aan de Amsterdamse Zuidas. beeld ANP, Lex van Lieshout

Zelf organiseer ik op 9 april met anderen een debat over het klimaatakkoord. Daarin gaan een theoloog, een directeur die deelnam aan de klimaattafels (en lid is van mijn eigen kerkelijke gemeente) en de wethouder die milieuzaken behartigt in mijn stad met elkaar en het publiek in discussie (zie jansdebat.nl). Een van de vragen die de wethouder in onze voorbespreking opwierp, is wat de rol is van de overheid, van de burger en van het bedrijfsleven.

Over deze vraag heb ik onlangs een wetenschappelijk artikel gepubliceerd (zie doi.org/10.1016/j.jclepro.2019.01.308) in het kader van een groot onderzoeksproject over marktwerking (zie moralmarkets.org).

In dit artikel analyseer ik in hoeverre vrijemarktwerking dan wel overheidsregulering het duurzaam ondernemen van bedrijven bevordert.

Volgens de vrijemarktideologie nemen bedrijven meer verantwoordelijkheid voor duurzaamheid als zij door de overheid vrij worden gelaten. Overheidsregulering zou dan per saldo een negatieve invloed hebben op duurzaam ondernemen. Hiertegenover staat de visie dat de overheid juist een belangrijke coördinerende rol heeft. Zonder (verstandige) regulering door de overheid is de prikkel voor bedrijven om grote investeringen te doen in milieubesparende technieken te klein. Hoewel de consument soms bereid is iets meer te betalen voor duurzamere producten, is de vraag te gering om bedrijven aan te zetten tot milieu-innovatie waardoor energiegebruik en CO2-uitstoot substantieel afnemen.

Om te onderzoeken hoe vrijemarktwerking dan wel overheidsregulering uitwerkt op duurzaam ondernemen, keek ik naar de milieu-inspanningen van ruim 5000 internationale ondernemingen van 2005 tot 2014. Dit heb ik vergeleken met de verandering in overheidsregulering in de landen waar deze ondernemingen gevestigd zijn.

Mijn analyse laat zien dat bedrijven duurzamer gaan ondernemen als overheden er niet voor terugdeinzen om markten te reguleren. Dit stemt overeen met de zogenaamde ”Porterhypothese”. De Amerikaanse bedrijfseconoom Porter beargumenteerde dat milieustandaarden van overheden, mits die bedrijven wel vrij laten in welke technologie ze gebruiken om aan deze standaarden te voldoen, innovatie en concurrentiepositie bevorderen. Gerichte regulering prikkelt bedrijven om daarop te anticiperen. Het is dus goed als de overheid een actieve rol speelt in het bevorderen van duurzaam ondernemen. Daarvoor zijn allerlei vormen van beleid denkbaar.

Economen benadrukken bijvoorbeeld het belang van een hogere CO2-belasting. Die is met name effectief als meerdere landen dit beleid toepassen, zodat de prikkel voor bedrijven om de belasting te ontwijken door de productie naar andere landen te verplaatsen afneemt. In vergelijking met andere Europese landen is de CO2-belasting in Nederland relatief laag. Daar liggen dus zeker mogelijkheden om het beleid aan te scherpen. Een voorspelbare, stapsgewijze invoering van een nationale CO2-prijs geeft bedrijven duidelijkheid en een prikkel om duurzamer te ondernemen. Bijkomend voordeel is dat zo’n belasting burgers duidelijk maakt dat de last van de energietransitie niet alleen op hun schouders komt. Indirect betaalt de consument natuurlijk wel mee aan de CO2-belasting, als bedrijven hun prijzen verhogen om de kosten van een hogere belasting te dekken.

Ook de Nederlandse Bank is voorstander van een CO2-belasting. Ze berekende dat een belasting van 50 euro per ton CO2 geen grote gevolgen heeft voor de Nederlandse economie. Daardoor neemt de werkgelegenheid nauwelijks af: tegenover minder banen in milieuvervuilende sectoren staan meer banen in schone sectoren. Dat levert dan een mooie combinatie op, waarbij zowel de overheid als het bedrijfsleven verantwoordelijkheid neemt voor de Nederlandse bijdrage aan het mondiale klimaatprobleem, die wij in Parijs beloofd hebben.

De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer