Jan Baan: De ondernemer die winst in het verlies vond
Het moest wel een keer misgaan, zegt Jan Baan. Anders zou er vandaag of morgen een monster uit het privévliegtuig zijn gekropen. „Beheersing van weelde is moeilijk.” Hij ervaart het zakelijk verlies als Gods genade.
De dag begint altijd met een douche. Eerst warm, en dan een minuut lang ijskoud. „Bammes! Dat geeft me toch een bult energie. Genoeg voor de hele dag. Zo doe ik het al veertig jaar.”
Hij glimlacht erbij. De emotie zit niet ver weg. Ook tranen zitten niet zo diep. Af en toe rollen er een paar op zijn overhemd. „Bij een stukje Bach voel ik ze al gauw opkomen. Of tijdens een kerkdienst.”
Energie heeft hij genoeg. Spreken doet hij snel en aanhoudend. Een gesprek met Jan Baan is een oefening in luisteren. Hij springt makkelijk van de petabytes naar de wederkomst. Het geheel is doorspekt met Engelse woorden.
Wat gaat voorop: praten of nadenken?
Resoluut: „Praten. Maar dan heb ik al nagedacht. Praten is voor mij heel snel denken.”
Zwijgen ligt me niet zo, zei u ooit. Hoe is dat nu?
„Dat hangt ervan af waar je me treft. In de trein naar Schiphol ben ik maar een gewoon mannetje, met een boek op schoot. Als we een kerk binnenlopen, zeg ik tegen mijn vrouw: ga jij maar voorop. Een receptie met vreemde mensen bezoeken, ligt me totaal niet. Ergens ben ik een beetje verlegen.
Maar zodra ik in mijn rol zit, compenseer ik dat volledig. Als ik op een podium sta, pak ik iedereen in.”
Wat kiest u: colbertje of slobbertrui?
„Colbertje. Maar tegenwoordig wel steeds vaker zonder stropdas.”
Rijk of godvrezend?
„Godvrezend. Dan ben je alleen rijk. Zonder godsvrucht is rijkdom de diepste armoede.”
Geld verdienen of weggeven?
„Weggeven. Er zit zoveel liefde en vreugde in het weggeven. Je moet niet vrekkig vastzitten aan wat je kunt missen.
Toen het met de zaken goed ging, hebben we als familie de Oikonomos foundation opgericht. De winsten staken we in ontwikkelingswerk. Van lieverlee werd het meer zendingswerk, vanuit de gedachte: Uw koninkrijk kome.”
Hij zit in zijn „eigen hok”, draaiend in zijn comfortabele stoel. In het midden staat een klein eiken bureau, met een gebogen scherm erop. Het beeld is haarscherp. Alle elektronica is dun uitgevoerd. De wanden zijn behangen met antieke boeken. De Erskines staan er naast Teellinck, Van Lodenstein en Van der Groe. Een serie Calvijn is in het Latijn binnengekomen. Van Peter van Mastricht heeft hij een boek met aantekeningen van ds. R. Kok. Hij waardeert John Owen over de Hebreeënbrief.
„Ik ben de hele dag bezig met het toppunt van zakelijke onzekerheden. Maar ik ben hier omringd door het toppunt van zekerheden.”
Tussen de boeken staat ook een foto van zijn zoon Jan Peter, die als evangelist in 2003 in Nigeria werd vermoord. „Elke dag kijk ik wel een keer naar hem. Wij zien maar een klein beetje van de heerlijkheid van Christus, maar hij mag Hem in Zijn volle glorie zien.”
Het raam ziet uit op een ruime tuin en een overdekte veranda. Hij is blij met dit huis in het centrum van Lunteren.
Baan is net hersteld van een griep, maar „het is nog niet veel hoor.” Daarom leest hij „een beetje een makkelijk” boek: ”SAP Nation: a runaway software economy” door Vinnie Mirchandani.
Software is nog altijd de passie van de 72-jarige Baan. Op het scherm werkt hij aan een lezing hierover. Zoals gewoonlijk staat die vol staatjes en grafieken. Zo deed hij het ook toen Baan Company in de jaren negentig de vleugels uitsloeg.
U drukte het grootste stempel op de it-sector in Nederland. Daarvoor kreeg u eind oktober de Gouden Computable Award. Hoe belangrijk is die prijs voor u?
„Voor mij niet zo belangrijk, maar voor mijn bedrijf wel. Een slager doet zijn best voor de prijs voor de beste worst, omdat dit belangrijk is voor zijn bedrijf. Precies zo is de Gouden Computable belangrijk voor Vanenburg Software. Verder is het gewoon een plastic dingetje.
Die prijs is gebaseerd op stemmen die zijn uitgebracht. Via LinkedIn heb ik zo’n 10.000 contacten onder vakmensen wereldwijd. Velen van hen hebben op mij gestemd.”
”Mijn leven als entrepreneur”, is de titel van het autobiografische boek dat u vorig jaar publiceerde. Wat bedoelt u met de onder-titel: winst uit verlies?
„Ik kan het standaardverhaal houden dat ik „rijk gezegend” ben. Maar mijn pijnlijke ervaringen lees ik in Hebreeën 12:11: „En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn.”
Denk niet dat dat aantrekkelijk is. Op het hoogtepunt was Baan Company een paar miljard euro waard. Het was gelukkig ontkoppeld van de familie en vanuit Oikonomos foundation belegd.
Ik keek dagelijks naar zeldzame schilderijen van een paar miljoen van Jan Lievens en Frans Hals. Als alles fout zou gaan, zou ik die werken verkopen. En zo is het gegaan. Ik heb ze geen dag gemist. Zo ging het ook toen ik Kasteel De Vanenburg moest verkopen.”
Soms merkt hij nog dat niet iedereen zich heeft neergelegd bij het verlies op de aandelen Baan. „Wij waren uitgegroeid tot het piramidespel voor de gereformeerde gezindte. Baan werd een gokaandeel waarvan men dacht dat verlies on-mogelijk was. Maar ik heb nooit iemand aangeraden aandelen Baan te kopen.”
Wat was het grootste verlies?
Hij denkt even na. „Twee dingen: het overlijden van Jan Peter; en de neergang van Baan Company. Het eerste was zoet als het pijn deed. Het tweede was bitter. Het bedrijf droeg mijn naam, dus zoiets is heel persoonlijk.
Toch kan ik aanvaarden dat die neergang is gekomen. Wat zou er zonder die correctie uit mij gekomen zijn? Beheersing van weelde is moeilijk.”
Hoe kan pijn zoet zijn?
„God nam Jan Peter naar huis. Ik zag gelijk: hij is er doorheen. Zonder dat zou onze andere zoon Jan Willem misschien nu niet op de preekstoel hebben gestaan. Jan Peters vrouw Gonda werd onze dochter, en we kregen er tien jaar later een nieuwe schoonzoon bij.”
Met de dood sterft de liefde niet, zo ervaarde Baan. En de liefde voor zijn zeven andere kinderen is gebleven. Dagelijks hebben ze contact via de familie-app. „Dat levert soms lawines op. We lachen veel. Dat we huilen, laten we niet altijd merken.” Enkele zoons laat hij ook meelezen met eerdere versies van dit artikel.
Succes
Op het hoogtepunt, rond 1997, stond Jan Baan met zijn broer Paul in het blad Quote op nummer 3 van de rijkste Nederlanders. „Dat streelde natuurlijk mijn hoogmoed. Toch klopte het niet. Het vermogen was van Oikonomos.
Ik was destijds te veel gespitst op de market cap van bedrijven. Op Schiphol zei ik eens tegen Paul: dat kun je toch niet geloven, dat wij meer waard zijn dan KLM. Toch was ik er niet echt mee bezig. Alle winst was voor het ontwikkelingswerk.”
Hij had een luxe leven kunnen gaan leiden, van vakantie naar vakantie. „Maar ik dacht nauwelijks aan mezelf. Ik ging steeds harder werken.”
Wat doet succes met een mens?
„Het motiveert je, want je hebt het nodig voor nieuwe successen. Maar bij succes horen ook disasters, tegenvallers. Als je het verlies durft te nemen, wordt ineens alles winst. Samen is dat heel vormend.”
Maakt succes ook ijdel?
„Zeker, om prestaties te leveren, moet je jezelf een beetje belangrijk vinden. Dat doet iets met je ego. Soms walg je van jezelf. Elke ondernemer moet leren zijn eigen hondenvoer te eten. Dat zijn pijnlijke momenten. Daarvoor heb je de goede mensen om je heen nodig. Als leider ben je vaak geïsoleerd. Het domste voor een ondernemer is om kopieën van zichzelf om zich heen te verzamelen. Of alleen broeders van dezelfde richting.”
In een lezing zei u eens: Manage je eigen ego. Is dat gelukt?
„Mijn omgeving zegt van wel. Ik denk dat ik redelijk gewoon ben gebleven. Maar ik ben wel zakelijker geworden.
Af en toe ben ik natuurlijk een blaaskaak. Maar wel voor de business. Voor de zaak moet je iets gedrevens hebben. Luther zegt: tegelijk zondaar en gerechtvaardigde. Zo kun je ook tegelijk blaaskaak en inspirerend leider zijn.”
Hij draait weer naar het scherm en klikt naar een schilderij met een pelgrim. „Ik heb niet zitten genieten als een rentenier, maar heb gereisd als een rentmeester. Als een pelgrim. Die heeft een taak en een roeping in de wereld waar hij doortrekt. Maar zijn thuis is ergens anders.”
Wat is uw roeping?
„Het ondernemerschap. Ik heb dat nooit gezocht, maar het is mij opgelegd. En ik zie ook Gods leiding naar de it. Ik zie de informatietechnologie als iets nieuws waarin God Zich ook openbaart.”
Hij draait weer naar het scherm en geeft een uiteenzetting over opslag van 50 petabyte (50.000 terabyte, EvV). Voor Baan is dat meer dan een technisch begrip. „De Bijbel spreekt over een gedenkboek voor Gods aangezicht. Alles wat ooit is geschreven, past in die 50 petabyte. Vroeger bestond software niet en was zoiets niet voor te stellen. Veel op deze wereld bestaat altijd al, maar de informatietechnologie niet.
Zonder it zou geen normaal leven mogelijk zijn. Schiphol zou kunnen sluiten en steden zouden een chaos worden. De productiviteit van kenniswerkers is enorm verhoogd en zal nog verdubbelen door de software in nieuwe telefoons. Door machine learning en big data kunnen we verbanden leggen die we eerder niet zagen.”
Een wereld vol informatietechnologie is voor veel mensen bedreigend. Maar Baan wil er „relaxed” in staan. Deze wereld is slechts tijdelijk. „Misschien is het over zes uur over. Of over 600 jaar. In Händels Messiah staat heel mooi dat alles in a twinkling of an eye zal veranderen: in één oogwenk. Mijn enige verlangen is: mogen al onze kinderen erbij zijn.”
Onrust
Als jongeman was Baan echter verre van relaxed. Hij was „één brok onrust”, zegt hij. „Dat was misschien compensatie voor een stuk onzekerheid. Mijn vader overleed toen ik 26 was en ik vond het moeilijk om zonder hem op de wereld te zijn.”
Het sterven van zijn vader was rijk. Er zat hoop en perspectief in. Dat deed iets met Jan; hij werd radicaal. „Als een boek me niet aanstond, verbrandde ik het. Zo verbouwde ik mijn boekenkast nogal eens.
Intussen werkte ik veel. Ik deed voorstellen aan mijn baas hoe dingen beter konden. Met een zwager knapte ik een paar keer ons huis op en verkocht dat door. Dat bracht een kapitaaltje op waardoor ik een jaar zonder inkomsten kon. Dat was een krachtig uitgangspunt om voor mezelf te beginnen. Als het zou floppen, zou ik in elk geval een betere baan terugkrijgen.”
Die eerste maandagochtend was heerlijk; die onafhankelijkheid, en dat rijden in de BMW die hij had gekocht. Glimlachend: „Dat gevoel heb ik sindsdien nooit meer gehad.”
Floppen deed de zaak niet. Integendeel, het boek ”Mijn leven als entrepreneur” is voor een groot deel een verhaal van groei, groei en nog eens groei. Duitsland kwam in zicht, en later Amerika en India. Baan Company werd een internationaal concern, en Jan Baan een captain of industry.
In de plaats van de BMW kwam een Falcon 900; een bedrijfsvliegtuig waarmee hij de wereld rondvloog. „Daar heb ik zoveel plezier van gehad. Zonder die private plane had ik mijn werk nooit kunnen doen. Net als een vrachtwagenchauffeur kon ik op zondag thuis zijn. En als ik de plane niet nodig had, verhuurden we het toestel aan de koningin of zo.”
Wijsheid
De ontwikkeling van Baan was alleen mogelijk als het bedrijf naar de beurs zou gaan. Zodoende zou er vers kapitaal komen. In 1995 was het zover.
Op een Amerikaanse toertocht om zijn bedrijf voor de beursgang te presenteren, overnachtte Jan Baan in Portland, Oregon. Hij had alleen een Bijbel in zijn koffer. Hij las hoe Salomo offerde en om wijsheid vroeg. Dat raakte hem diep en hij zei: „Heere, ik heb dit niet gezocht; het is me overkomen. Mag ik van U wijsheid ontvangen om mijn zaken te besturen.”
Op zaterdag trok hij door naar een simpel motel in Rock Valley, om op zondag in dat dorpje naar de kerk te gaan. Op zaterdagavond bladerde hij in de Dordtse Leerregels. „Die het levend geloof nog niet krachtig gevoelen, moeten niet mismoedig zijn”, leest Baan voor. „Dat kwam op mij af en gaf nieuwe moed. Ik kon vanaf dat moment niet meer opgaan in de successen. Op zondag kwamen in de kerk de emoties sterk op mij af.”
Vier jaar later, begin oktober 1999, was hij weer eens in de VS. Uitgebreid las hij over David en Jonathan. „Met een voldaan gevoel sloeg ik de Bijbel dicht, maar direct voelde ik me daar schuldig over. Daarom sloeg ik de Bijbel weer open, bij Johannes 11: „Ja Heere, ik heb geloofd dat Gij zijt de Christus.” Dat sloeg naar binnen. Ik was een halfuur van de kaart. Voor het eerst zag ik de mogelijkheid van zalig worden.”
Vanuit Denver ging hij op zaterdag opnieuw naar Rock Valley. „Die reis van duizend kilometer ben ik met blijdschap gegaan. Nog nooit had ik zo’n vreugde ervaren.”
Terug in datzelfde motel bekroop hem toch de twijfel. Totdat hij ’s avonds Philpot las over de stem van Christus in de Bijbel. „Die stem wordt niet uitwendig gehoord, maar met goddelijke autoriteit en kracht in de ziel toegepast”, zo las Jan Baan. „Zo mocht ik dat beleven.”
Er veranderde veel. „Ik kreeg meer behoefte om in de Bijbel te lezen. Ik maakte er routine van om dagelijks te beginnen met tien bladzijden te lezen. Dat was heel vormend. Je gaat structuren zien. Gaandeweg leidt zo’n gewoonte tot vermaak. Inmiddels lees ik minder bladzijden, maar doe ik er langer over en gebruik ik een Bijbelverklaring ter verdieping.”
Vorige week kwamen deze ervaringen tijdens een wandeling weer helder voor zijn geest, en kon hij het niet droog houden. Hij mailde erover aan zijn kinderen.
Dit vaderlijke had hij ook als zakenman. „Ik liep soms rond als papa Jan. Altijd ben ik de eerste, loop ik voorop, en probeer anderen mee te krijgen. Ik ben altijd bezig de zaak te verbouwen, denkend aan morgen. Ik ga rennend de trap op en kijk achterom waar de rest blijft. Voor anderen is dat weleens lastig. Maar charismatisch leiderschap is voor mij de sleutel. Dromen hoort bij de rol van de ondernemer.”
Hij opent het scherm bij een dia over de entrepreneur en de manager. „De ondernemer droomt. De manager vertaalt dat in denken, durven en doen. Als het vastloopt, is de ondernemer er weer om door te drukken.”
Narigheid
In de zaken bleef het echter niet bij dromen. Integendeel, er kwamen tijden van slapeloze nachten. „Ik ging weg bij Baan. Cordys heb ik moeten achterlaten. Toen dat laatste gebeurde, ben ik van de narigheid gaan lezen in theologische boeken.”
Hij pakt een bundel ingebonden kopieën uit de vensterbank. Het is een boek vol uittreksels en beschouwingen. In de inhoudsopgave staan Watchman Nee en Kohlbrugge gebroederlijk naast elkaar. Hier en daar staan tekeningen en grafieken die ook opduiken in alles wat Baan over business schrijft.
„Ik ben grote schrijvers gaan vergelijken en samenvatten. Ook heb ik preken uitgewerkt. Ik kon mijn energie erin kwijt. Dit vormt je natuurlijk. Het was een nuttige dagbesteding voor overdenking in de slapeloze nachten, die ik als zinvol heb ervaren.”
Er was best wat te verwerken. Hij moest toezien hoe de bedrijven die hij had opgebouwd, terugvielen en werden verkocht. Toch voelt hij geen bitterheid. „Wat zou er anders uit mij gegroeid zijn? Een monster vermoedelijk. Mijn leven lang hebben we met zijn drieën opgetrokken: I, me en myself. We hebben wat keren de bloemetjes buiten gezet. Misschien niet in de uitleving, maar toch wel in de inleving.”
Hij staart even door het raam. „De bitterheid van de zonde is veel erger dan de pijn om Jan Peter. Maar als we soms in zonde vallen, moeten we niet twijfelen aan Gods genade. Dat is de tegenhanger.”
Tegelijk is hij voor uitspattingen bewaard. „Mensen kenden mijn achtergrond en nodigden mij niet uit voor allerlei liederlijkheden.”
Baan zal fouten niet gauw toegeven, hebben sommigen gezegd.
„O, dat valt wel mee. Sorry zeggen is wel moeilijk. Maar fouten toegeven kan ik wel.”
Wat was de grootste fout?
„Ik denk dat het een aaneenrijging van tekortkomingen was. Voor mezelf zit er niet zo gauw een compliment in. En voor een ander ook te weinig. Als er geen genade was, zou het hopeloos zijn.”
U bent 72. Hoe blijft een mens fit?
„Ik loop elke dag een uur. Met stokken, anders loop ik te krom. Soms fiets ik zeventig kilometer op een elektrische fiets.
Ik was dat nooit gewend, maar een paar jaar geleden zei een arts dat ik daar echt aan moest beginnen. Het liefst zou ik gewoon hier in mijn werkhok blijven. Ik moet me echt van mijn werk losmaken.”
U hebt acht kinderen. Wat hebt u ze meegegeven?
„We hebben geprobeerd ze op te voeden met Gods liefdedienst. Vooral mijn vrouw. Zij bracht ook de warmte voor de kinderen. Toen de welvaart kwam, heb ik gezegd: zet je hart er niet op.
Toen we jonger waren, hingen we meer naar de wettische kant. We zaten in het lijdelijke, met zijn schijnbare zekerheden. Maar de wet is vervuld. Kohlbrugge heeft hierover een mooie preek vanuit Romeinen 6: „Wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is.” Het gaat erom of wij dit weten.”
Drie jongens wezen het zakendoen af en gingen de Evangeliebediening in. Welke rol speelde de opvoeding daarin?
Resoluut: „Dat is de vrucht van Gods werk, ook vanuit het voorgeslacht. Mijn vader dacht dat hij dominee moest worden. Toen hij geen attest kreeg, zag hij dat dit voor zijn nageslacht was. Pas toen Gert Jan werd aangenomen op de theologische school, is mij dit duidelijk geworden.
Zelf zag ik Gert Jan als oudste als opvolger. Maar hij is predikant geworden. De ondernemers zitten meer onder de jongere kinderen.
Jan Peter koos voor de pabo. Dat werd een voorbereiding op zijn taak in Nigeria; lesgeven in preekkunde aan de theologische school daar. Hij heeft zelf maar achttien preekjes gehouden; elke maand één. De laatste hebben mijn vrouw en ik meegemaakt, een paar dagen voor de moord. Hij sloot af met de woorden uit Johannes 12: Waar Ik ben, zal ook Mijn dienaar zijn; amen. Zo staat het ook op zijn graf.”
Jan Baan
Jan Baan (1946) is oprichter van softwarebedrijf Baan Company. Een contract met vliegtuigbouwer Boeing bracht in 1994 een doorbraak. In 1995 leidde Jan Baan, die samenwerkte met zijn broer Paul, het bedrijf naar de beurs. In juli 1998 trok hij zich terug. Hij investeerde in andere bedrijven en richtte in 2001 Cordys op. Dit werd in 2013 na verlies verkocht. Baan is momenteel actief in Vanenburg Software en de stichting Oikonomos. Jan en Rinie Baan hebben acht kinderen, van wie één zoon is overleden, en 38 kleinkinderen.