Verslaving krijg je in je eentje het huis niet uit
Verslavingsproblematiek heeft ingrijpende gevolgen voor de naaste omgeving. Je ziet machteloos aan hoe je kind, partner of vader zichzelf en ook zijn naasten langzaam kapotmaakt. De kerk kan een grote rol spelen in het proces van verandering.
De Finse therapeut Tommy Hellsten beschrijft de gevolgen van verslaving in het gezin op een beeldende manier: „Er is wel gezegd dat een gezin dat lijdt aan alcoholisme (of een andere verslaving, JT en HSJ) een nijlpaard in huis heeft staan, waarvan het bestaan ontkend moet worden. Niemand kan eraan ontkomen het nijlpaard op te merken, want zowel zijn fysieke omvang als zijn angstaanjagende verschijning vervult werkelijk de hele kamer. Hij is massief aanwezig en slorpt een groot deel van de energie van de gezinsleden op. Het ontkennen van het bestaan van het nijlpaard maakt de taak nog een stuk veeleisender. Het gezin slaagt er echter in zich aan te passen aan deze situatie, maar niet zonder de persoonlijkheid van de gezinsleden en hun onderlinge omgang verregaand opnieuw in te richten.”
Gevolgen
De gevolgen van verslaving voor een gezin of relatie kunnen (in lijn met Ann Sheffield) onderscheiden worden in vijf fasen: 1. verwarring, 2. gebrek aan zelfvertrouwen, 3. moedeloosheid, 4. woede en 5. het verlangen te ontsnappen. Het veranderende gedrag van partner, ouder of kind leidt tot verwarring. Het roept vragen op naar de schuld, verklaringen en oplossingen.
De soms heel sterke schuldvraag kan leiden tot een gebrek aan zelfvertrouwen. Vaak doet iemand die verslaafd is ook een duit in het zakje door de schuld van zijn problemen buiten zichzelf te leggen. Houden de problemen voor langere tijd aan, dan kan de hoop op verbetering verdwijnen en ligt moedeloosheid op de loer. Vaak ligt dat heel dicht bij de enorme boosheid en frustratie die naar boven kunnen komen. Het wisselt elkaar ook af. Degene met een psychische aandoening of verslaving kent diezelfde gevoelens. Die beïnvloeden elkaar. En boosheid kan weer tot een schuldgevoel leiden.
Uiteindelijk, na alle pogingen en teleurstellingen, kan een verlangen ontstaan om zonder partner, ouder of kind verder te leven. Ook dat kan weer voor een schuldgevoel zorgen. Als man en vrouw ben je immers samen een verbond aangegaan, zonder het probleem was de ouder of het kind lief en zorgzaam.
De omgeving van het gezin, waarvan de kerk deel uitmaakt, kan de gevoelens ook aanwakkeren. Enerzijds is er vaak onbegrip over het bij elkaar blijven in zo’n situatie, anderzijds is er vaak onbegrip over het verlangen om de relatie te beëindigen. Wat het nog veel complexer maakt, is dat het probleem niet ligt in je partner, ouder of kind zelf, maar in zijn of haar aandoening. Overigens kunnen de verschillende fasen zichzelf herhalen en ook in een andere volgorde voorkomen.
Basiswantrouwen
Wat geldt in het gezin, kan ook gelden in de kerk: het nijlpaard is er, maar wordt ontkend. „Dat speelt bij ons niet zo”, horen we dan. Of: „Onze jongeren zijn daar niet zo mee bezig.” Uit de klinische praktijk en een verkennend onderzoek blijkt inderdaad dat verslaving aan harddrugs binnen onze achterban minder vaak voorkomt dan gemiddeld in Nederland. Verslaving aan alcohol, cannabis en gamen komt onder ons echter meer voor dan we denken. Dit moeten we onder ogen zien, want de gevolgen kunnen leden van de gemeente pijnlijk raken en ernstig beschadigen.
Hellsten noemt drie belangrijke regels die gelden in een gezin met verslavingsproblemen. Deze regels kunnen ook het omgaan met verslaving in de kerk bepalen.
A. Bespreek niets. Het nijlpaard wordt met rust gelaten, doordat niets openlijk wordt besproken. De gezinsleden (gemeenteleden) weten vaak niet van elkaars worsteling.
B. Voel niets. Het nijlpaard krijgt ook ruimte in de persoonlijkheid van de andere gezinsleden. De gevoelens die het nijlpaard oproept, zoals angst, verdriet, eenzaamheid en woede, worden weggestopt, zowel thuis als in de kerk.
C. Vertrouw nergens op. Er ontstaat een basiswantrouwen in anderen, zelfs binnen het gezin. Deze regel belemmert het contact met anderen. Ze verhindert het laten zien van de eigen gevoelens. En dat is juist belangrijk voor het contact met anderen. Zo kan het nijlpaard ook voor andere mensen, buiten het gezin, onopgemerkt blijven. Familieleden (vooral de kinderen van verslaafden) zijn vaak erg eenzaam.
Uitweg
Hoe kunnen schadelijke patronen worden doorbroken? Het kan wel tien jaar duren voordat iemand met verslavingsproblemen zelf hulp gaat zoeken. Kunnen omstanders al die tijd alleen machteloos toezien? Gelukkig niet.
Een uitweg, een eerste stap naar verandering, kan liggen in een omkering van genoemde regels. Concreet betekent dat: bespreek, voel en vertrouw. Maak bespreekbaar wat in het gezin speelt rond verslaving. Dat biedt ruimte voor het maken van andere en eigen keuzen. In het pastoraat is het nodig ruimte te geven aan de gevoelens die het gevolg zijn van het vaak jarenlang samenleven met iemand met verslavingsproblemen. Daarbij mag uitgestraald worden dat deze gevoelens het logische gevolg daarvan zijn.
Ten slotte is het nodig te werken aan vertrouwen in ambtsdragers en andere gemeenteleden. Wie worstelt met verslaving in eigen leven of gezin moet er zeker van zijn dat de ander vertrouwelijk, niet oordelend en oprecht meelevend omgaat met deze tere zaken. Dat de ander meezoekt, dat er steun, nabijheid en gebed is, dat mensen het niet alleen hoeven doen. Nijlpaarden krijg je in je eentje het huis niet uit. Essentieel is daarom dat er een beroep gedaan kan worden op praktische, emotionele en pastorale steun. Die kan alleen geboden worden als er niet ook een nijlpaard in de kerk staat.
Drs. Jan Teerds is klinisch psycholoog bij De Hoop ggz. Prof. dr. Hanneke Schaap-Jonker is psycholoog, theoloog en rector van Kennisinstituut christelijke GGZ. Dat doet (samen met ZorgmarktAdvies) in opdracht van Dep. Diaconale Maatschappelijke Zorg (Geref. Gemeenten) en interkerkelijk Platform Jeugdhulpverlening onderzoek naar verslaving in de gereformeerde gezindte. >> kicg.nl/verslaving