ECB: Italië voorbeeld van vertrouwensbreuk
Italië is het levende bewijs dat het vertrouwen van beleggers snel kan verdwijnen op het moment dat zij geconfronteerd worden met beleidsonzekerheid. Dat schrijft de Europese Centrale Bank (ECB) in een rapport over de financiële stabiliteit, dat twee keer per jaar verschijnt. Daarin zegt de toezichthouder dat de bezorgdheid over de houdbaarheid van schulden is gestegen.
De risico’s van „wanordelijke correcties” op de aandelenmarkten en het vermogen van banken om krediet te verstekken zijn sinds het vorige rapport nauwelijks gewijzigd, aldus de toezichthouder.
Ondanks de zorgen om Italië benadrukte vicevoorzitter Luis de Guindos van de ECB dat, anders dan in 2012 tijdens de financiële crisis, minder sprake is van besmetting van andere landen. Hij wees daarbij op het rendement op obligaties. Ook zijn banken beter in staat om klappen op te vangen.
Stress in opkomende markten en aanhoudende handelsspanningen zorgen volgens hem wel voor extra risico’s, gelet ook op de impact van de wereldwijde economische groei. De aanstaande brexit doet dat ook. Volgens de ECB zijn banken en andere financiële instellingen wel in staat om de impact van een harde brexit op te vangen. Een dag eerder concludeerde ook de Britse centrale bank dat Britse banken het meest ongunstige brexit-scenario het hoofd kunnen bieden.
De verstoringen binnen het eurogebied zullen volgens het rapport tijdelijk van aard zijn. Ze zullen naar verwachting vooral zorgen voor hogere kosten in plaats van beperktere beschikbaarheid van bepaalde diensten.
Verder wijst de ECB op de bezittingen die door beleggingsfondsen buiten de bankensector worden aangehouden. Deze zijn in de voorbije tien jaar meer dan verdubbeld in de afgelopen tien jaar. Toenemende blootstellingen aan illiquide en risicovolle effecten maken ze kwetsbaar voor potentiële schokken in de wereldwijde financiële markten, aldus de ECB.