Predikant pleit voor aanraking bij pastoraat
Aanraking is waardevol tijdens het pastoraat, meent ds. H. G. de Graaff. „Huid is maar niet iets oppervlakkigs maar is plaats en medium van gevoel.”
De hervormde emerituspredikant uit Nieuwerbrug aan den Rijn presenteerde zaterdag zijn boek ”Gij die zo nabij zijt. Praktische handreikingen voor het pastorale gesprek onder ouderen in de gemeente”, onderdeel van de Artiosreeks (uitg. Groen, Heerenveen). Dat gebeurde tijdens de Lichtspoorochtend. Deze bijeenkomst in Amersfoort, die ongeveer tweehonderd mensen trok, was georganiseerd door de redactie van het Lichtspoor, een tijdschrift dat wordt uitgegeven door de IZB en dat veel gebruikt wordt bij het ouderenpastoraat en –bezoekwerk.
Aanrakingsangst
Ds. De Graaff signaleerde dat er in de maatschappij „aanrakingsangst” heerst. Die wordt vanwege de dreiging van ongewenste intimiteiten aangewakkerd door de #Metoo-beweging. Respectloze aanraking is hinderlijk en kan als handtastelijk worden ervaren, zo zei de predikant. Toch is communiceren door middel van aanraking volgens hem „een kwetsbare kernwaarde in het pastoraat.” Daarbij zijn „onderscheidingsvermogen, discretie, respect voor de privacy van de ander, zelfbeheersing, deskundigheid en ervaring” vereist, zo stelde ds. De Graaff. Als voorbeeld van een respectvolle aanraking toonde hij de omslag van zijn boek, waarop twee verbonden handen zichtbaar zijn.
Volgens ds. De Graaf kan „het ervaren van menselijke nabijheid iets doen oplichten en ervaren van de nabije Goede Herder. Daarom is menselijke nabijheid een kernwaarde in de pastorale ontmoeting en kan het geloofsbesef ontkiemen: zoals ik door de bezoeker aanvaard word, zo ben ik door de goede Herder liefdevol aanvaard.”
Het ervaren van nabijheid en gevoel heeft niet alleen te maken met empathie –met aandacht en invoelingsvermogen luisteren en samen bidden en zingen– maar ook met aanraking, aldus ds. De Graaff. „Menselijke nabijheid kan ook gecommuniceerd worden door aanraking, bijvoorbeeld je hand op de onderarm van de ander leggen of bij het bidden de handen van de ander omvatten. Huid is maar niet iets oppervlakkigs maar is plaats en medium van het gevoel.” De predikant wees op Jezus Die melaatsen, leerlingen en kinderen aanraakte en Zijn kleding liet aanraken door een bloedvloeiende vrouw.
Te ver gaan
Tijdens de vragenbespreking vroeg een aanwezige hoe je kunt weten wanneer je te ver gaat met een aanraking. Ds. De Graaff noemde eerst het adagium van het pastorale bezoek: maximale nabijheid met behoud van distantie, om te vervolgen: „Het gaat fout als je niet meer meevoelt met de bezochte persoon maar als de gevoelens samenvallen. Dan kun je een grens overgaan waardoor er gedachten bovenkomen die niet zuiver zijn en gevoelens die niet goed zijn.”
Hij waarschuwde ook. „Als mensen er niet van houden om aangeraakt te worden, moet je het niet doen. Als mensen verbitterd zijn, moet je het eerst daarover hebben. Misschien komt er aan het einde van het gesprek plaats voor verdriet en ontwikkelt er zich dan gevoel.”