Nieuwe lijmpoging ex-vrijgemaakten
Met een briefwisseling tussen de synodes van beide kerken proberen de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) en De Gereformeerde Kerken (hersteld) (DGK) de gesprekken over toenadering tot elkaar vlot te trekken.
In een dinsdag gepubliceerde verklaring geeft het moderamen van de GKN-synode uitleg over het zaterdag genomen besluit om DGK te herkennen „als kerken van Christus, staande op het fundament van de apostelen en profeten.”
In een brief die de synode heeft verstuurd aan zijn DGK-evenknie, refereert scriba ds. L. Heres aan een gezamenlijk persverslag van DGK en GKN uit februari 2017. Daarin werd uitgesproken dat „Schrift en belijdenis het fundament van de kerk vormen” en dat „de kerkorde, kerkelijke rechtspraak en kerkgeschiedenis niet tot het fundament behoren.” Ds. Heres: „Niet in ieder opzicht denken we helemaal gelijk, maar het is ook niet het fundament van de kerk dat we het in alles eens zijn.”
In juni stuurde de DGK-synode een brief aan de GKN, waarin ook gesproken werd over erkenning van beide kerken over en weer. Aan die brief gingen langdurige achtergrondgesprekken vooraf.
Beide kerkverbanden ontstonden vanaf 2004 uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en tellen samen naar schatting tussen de 1000 en 2000 leden en doopleden. Vertegenwoordigers van de kerken praten al jaren over eenwording. De besprekingen verzandden regelmatig, de ene keer door de visie op de kerk en het verleden, dan weer door verschillen in liturgische gewoonten of door publicaties en soms nadat er zich in plaatselijke gemeenten spanningen voordeden.
Predikanten van DGK zijn onder anderen dr. P. van Gurp, dr. S. de Marie en ds. H. G. Gunnink; aan de GKN zijn onder meer ds. E. Hoogendoorn, ds. J. R. Visser, ds. R. van der Wolf en prof. dr. J. Douma verbonden.