Theologen Rutgers, Greijdanus en Deddens verbonden anderhalve eeuw kerkgeschiedenis
Tegenover een jonge theologiestudent deed prof. dr. S. Greijdanus in 1948 zijn verhaal over hoe hij in 1887 een voorman van de Doleantie, F. L. Rutgers, meemaakte. Die student, Detmer Deddens, wist daarmee de gedachte aan Rutgers tot in de 21e eeuw levend te houden.
Een soortgelijke ervaring als Deddens hadden bezoekers van een symposium in Kampen woensdag, bij de presentatie van het boek ”De collectioneur. De kerkelijke nalatenschap van D. Deddens”. Prof. dr. J. Veenhof (84), emeritus hoogleraar dogmatiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam, haalde daarbij herinneringen op aan prof. dr. Pieter Deddens (1891-1956), de vader van Detmer Deddens. Veenhof kreeg college van Deddens sr., die na de Vrijmaking van 1944 in Kampen hoogleraar werd aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
„Pieter Deddens droeg een klassiek kostuum met hoge boord. Door zijn brillenglazen keek hij zijn gehoor aandachtig aan. Zijn colleges heetten hoorcolleges, maar waren in feite schrijfcolleges. Ze waren methodisch opgebouwd”, aldus Veenhof.
Deddens sr. was een man van de oude stempel, die van zijn studenten eiste dat ze hele lappen tekst uit het hoofd konden opzeggen. De Drie Formulieren van Enigheid, de Dordtse Kerkorde en ook grote delen van een boek over de kerkgeschiedenis.
Een gezamenlijke interesse van vader Pieter en zoon Detmer vormden de puriteinen. Vader hield in 1947 zijn rectorale rede in Kampen over ”Van Dordt naar Westminster” en haalde daarvoor de nodige Engelse lectuur in huis. In een klimaat waarin feitenkennis en liefde voor met name het kerkrecht bij de puriteinen centraal stonden, werd de jonge Deddens gepokt en gemazeld. Bovendien stond alles in het licht van de Vrijmaking van 1944, waarbij het kerkrecht een belangrijke rol speelde. Veenhof daarover: „Bij P. Deddens werden de colleges kerkrecht gevuld met praktijksituaties rond de toepassing van de Dordtse Kerkorde rond 1944.”
Een belangrijke andere schakel tussen vader en zoon vormde de 19e-eeuwse kerkrechtdeskundige F. L. Rutgers. Die herintroduceerde ‘Dordt’ in de tijd van de Doleantie. Voor Detmer Deddens werd Rutgers een voorbeeld. Het interview dat Deddens begin 1948 hield met prof. Greijdanus, vormt een sleutelmoment, zo lichtte historicus prof. dr. George Harinck toe. „Voor Deddens was Rutgers via Greijdanus maar een handdruk van hem verwijderd. Greijdanus vertelde aan Detmer hoe hij Rutgers voor het eerst ontmoette toen deze tijdens een kerkdienst in een timmermansschuur een predikant bevestigde. Later studeerde hij bij Rutgers, die uit het hoofd lesgaf maar toch nauwkeurig en scherp was.”
Hoofdrolspelers
Het is niet moeilijk om anderhalve eeuw gereformeerde kerkgeschiedenis te reconstrueren via een beperkt aantal hoofdrolspelers: Rutgers-Greijdanus-Deddens, aldus dr. Leon van den Broeke, samensteller van ”De collectioneur”. De bibliofiel Deddens verzamelde er zijn honderden meters strekkende boekencollectie rondom, via de thema’s kerkgeschiedenis-kerkrecht-puriteinen. „Zul je nooit vergeten dat het allemaal genade is?” gaf zijn vader hem over de boekencollectie mee. Deddens stak dat in zijn zak. Van den Broeke: „Hij was bezittend als niet bezittende.”