Column: Zielige eerstejaarsstudenten
Hé eerstejaars, de mensen vinden jullie een beetje zielig. Ze hebben gelezen dat studenten in het eerste jaar 60 studiepunten moeten halen om een positief bindend studieadvies te krijgen. Zo’n pittige eis is vragen om moeilijkheden. Een studiepunt kost 28 uur, dus 60 studiepunten is 1680 uur studeren. Als je uitgaat van een week of tien vakantie, betekent dat 40 uur per week. Acht uur per dag. College lopen, studieboeken bestuderen, googelen voor een verplichte paper en je bijdrage leveren aan een werkgroepje. Als je niet oplet kan het zomaar zijn dat je ook ’s avonds nog aan de slag bent of zelfs een deel van de zaterdag gaat opofferen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Je bent jong en veelbelovend en op zulke mensen kan de maatschappij maar beter een beetje zuinig zijn.
Goed dat de minister zich er zelf mee is gaan bemoeien. Een plafond in het bindend advies van 40 studiepunten. Dat komt neer op ruim vijf uur per dag. Dat is beter. Als je –net zoals je leeftijdsgenoot in de bouw– om een uur of zes opstaat, kun je rond elf, twaalf uur klaar zijn. Heb je tenminste tijd voor een terrasje, feestje en een speels debatje met de amices van je studentenvereniging. Exact zoals je je voorstelde toen je ging studeren.
Wat ook best zielig is, is de prestatiedruk. Dat is ondertussen een flinke lijdensweg aan het worden. Je ouders, die wilden dat je naar de universiteit ging en nu stilletjes zitten te hopen dat je er een cum laude uitsleept; docenten die steeds hogere normen aanleggen; medestudenten die binnen 24 minuten teruggeappt willen worden; films die je gezien moet hebben; deadlines die je moet halen; op de achtergrond iemand die iets roept over een zesjescultuur en dan ten slotte nog je moeder die per se wil dat je elke week alle was mee naar huis neemt. Je moet wel een robot zijn als je hiervan niet emotioneel uitgeput raakt.
Mens en maatschappij lijken ervan uit te gaan dat je als student volwassen bent en nee kunt zeggen. Dat is een lelijke misvatting. Je hoeft namelijk geen sociologie, neurologie of pedagogiek gestudeerd te hebben om te begrijpen dat je anno 2018 op je negentiende nog niet voldoende ontwikkeld bent om zelfstandig prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Je brein is daar gewoon nog niet aan toe. Ik denk dan: Zou de minister hier ook niet iets aan kunnen doen? Ze heeft toch niet voor niets de portefeuille wetenschappelijk onderwijs?
En dan het geld. Als je niet oppast verlaat je de universiteit zomaar met een forse studieschuld. Als je dat niet wilt, moet je een bijbaantje zoeken. Zaterdags werken. Maar je hebt het al druk en er wordt al veel van je verwacht. Als je alles zo op een rijtje zet: een bindend studieadvies waarvoor je straks 26,3 uur per week moet studeren, prestatiedruk van alle kanten, tel daarbij op het dilemma: een baantje zoeken of met een grote studieschuld achterblijven, dan bekruipt je onvermijdelijk een soort slachtoffergevoel. Nu snap je ook waarom het zo lastig is om op tijd op te staan en niet de hele zaterdagmorgen op bed te blijven liggen. Logisch, dit verlamt je. Terwijl iedereen weet dat Nederland juist zulke slimme mensen als jullie nodig heeft om in allerlei internationale lijstjes hoog in de ranking te blijven. Je wilt daar natuurlijk best aan bijdragen maar hoe moet dat als je al zo veel te verstouwen hebt? Trouwens, die lijstjes en jouw verantwoordelijkheid voor de ranking van academisch Nederland vormen opnieuw een bewijs dat het niet ophoudt met die prestatiedruk.
De conclusie moet zijn dat jullie recht hebben op heel veel meeleven. Jullie krijgen enorm veel voor de kiezen. Lijkt me. Dus eerstejaars: sterkte met alles. Gewoon volhouden. Blijf buffelen. Ik kan verder ook niets voor jullie doen.
En tot slot nog even ”off the record”: weet je wie ik zielig vind? De minister met haar foute keuzes. Een minister die ervan uitgaat dat studenten watjes zijn. Dat is pas sneu.
De auteur is eigenaar van een adviesbureau voor mediation, coaching en training. Reageren? welbeschouwd@refdag.nl