Schrap onopgeefbare verbondenheid met Israël niet uit grondslag PKN
Een steen in de vijver. Zo noemt ds. J. Offringa, betrokken bij de predikantengroep Op Goed Gerucht in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), zijn manifest over de Protestantse Kerkorde en de daarin uitgesproken onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Ds. Offringa pleit ervoor om deze zinsnede te schrappen. Volgens hem hangt de al zeer veel bediscussieerde regel in de kerkorde van vaagheden en misverstanden aan elkaar. Mensen zouden de zin lezen als een onvoorwaardelijke steunverklaring van de Protestantse Kerk aan de staat Israël en aan de politiek van de Israëlische regering. En daarbij: de zin zou ook duidelijk maken dat er in de kerk geen verbondenheid is met de Palestijnen. Kortom: genoeg redenen om de regel te schrappen, meent de predikant. En dan kan ook direct de Israëlzondag bij het grofvuil. En de onopgeefbare verbondenheid van de kerk zou dan de strijd tegen antisemitisme en racisme moeten gelden.
Wie het manifest van ds. Offringa leest, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het inderdaad bedoeld is als de knuppel in het hoenderhok. De kritiek is amper inhoudelijk en het lijkt erop dat ds. Offringa de bekende zin gebruikt om weer eens een discussie over Israël en de Palestijnen in de Protestantse Kerk te beginnen. Zelf zegt hij vrijdag in het dagblad Trouw dat het erop lijkt dat je in de Protestantse Kerk niet over deze zinsnede in de kerkorde mag praten omdat er dan ruzie komt. Hij meent echter dat het leuk wordt in de kerk als mensen zich blijven profileren.
Inderdaad is er in de Protestantse Kerk diverse keren intensief gesproken over de relatie die de kerk heeft met het volk Israël en met de Palestijnen. Maar een discussie is nog geen ruzie. Waar ds. Offringa de mist in gaat, is dat hij de zin in de kerkorde uitlegt als een politieke uitspraak. Dat is het vanzelfsprekend niet, het gaat om een theologische uitspraak. De Protestantse Kerk geeft daarmee aan dat ze onopgeefbaar verbonden is met haar wortels. Het is immers het volk Israël dat door God werd uitverkoren als het volk waarmee Hij Zijn verbond oprichtte. Het was dit volk dat de woorden Gods kreeg toebetrouwd, en het was dit volk waaruit Jezus, de Messias, geboren werd.
Het is op z’n minst naïef, om geen sterkere woorden te gebruiken, als je als predikant pleit voor het doorsnijden van je wortels. Het is nog erger als je die wortels wilt vervangen door de strijd tegen antisemitisme en racisme. Dat zijn weliswaar kwade uitingen waartegen een christen zich per definitie verzet. Maar die hebben niets te maken met de wortel van de christelijke gemeente.
Als de zinsnede in de Protestantse Kerkorde inderdaad niet begrepen wordt, is het de taak van de kerk om die uit te leggen. Predikanten moeten zich in ieder geval verre houden van een oproep om de wortels van de kerk maar door te snijden. Want een plant zonder wortels sterft af.