Kerk & religie

Erik-Jan Verbruggen, veldwerker met het Evangelie

De start van zijn loopbaan bij stichting De Vluchtheuvel combineerde Erik-Jan Verbruggen met hulpverlening bij evangelisatiepost ”Bij Simon de Looijer” in Amsterdam. Vanaf vrijdag gaat hij als veldwerker aan de slag bij evangelisatiepost ”In de Gouwstraat”. „Mijn taak is het zoeken naar nieuwe contacten, nieuwe doelgroepen en nieuwe mogelijkheden voor het grote doel: de verbreiding van het Evangelie.”

5 June 2018 08:37Gewijzigd op 16 November 2020 13:27
Erik-Jan Verbruggen. beeld RD, Henk Visscher
Erik-Jan Verbruggen. beeld RD, Henk Visscher

Betrokkenheid op de dingen van God en Zijn koninkrijk kreeg Erik-Jan Verbruggen met de paplepel mee. Toen hij twee jaar oud was, verhuisde hij met het ouderlijk gezin naar Nigeria. „Mijn vader was daar werkzaam als technicus; later ging hij ook voor in de zondagse diensten. Hij begon in de provincie Igede, na vier jaar verhuisden we naar het Izi-gebied.”

Hoe kijkt u op die periode terug?

„Heel positief. We waren in die periode als gezin veel samen. De werkplaats van mijn vader lag op enkele honderden meters afstand van ons huis. Als kind maakte ik iets mee van de lastige, maar ook de mooie kanten van het zendingswerk. Ik heb het altijd een voorrecht gevonden om als gezin betrokken te mogen zijn bij het werk in Gods Koninkrijk.”

Zo ontstond de interesse voor zending en evangelisatie?

„Mijn jeugd staat daar in ieder geval niet los van. Ook na de terugkeer van mijn ouders hield het zendingswerk bij ons een plek. Eerder heb ik gedacht dat de Heere mijn weg naar het zendingsveld zou leiden, maar het is nooit zo ver gekomen.”

Het werd evangelisatie.

„Ja, de Heere gaf me al jong het verlangen om in Zijn dienst werkzaam te mogen zijn. Het stagejaar tijdens mijn studie maatschappelijk werk heeft daaraan bijgedragen. Ik kreeg een stageplaats bij De Vluchtheuvel, waar me werd gevraagd of ik een deel van de stage bij de evangelisatiepost in Amsterdam zou willen doen. Daar werden ze geconfronteerd met veel psychosociale problematiek.

Ik voerde in dat jaar gesprekken met bezoekers, hielp mee bij het opstarten van een maaltijdproject en nam deel aan bestaande activiteiten op de evangelisatiepost. Later heb ik met mijn vriendin, intussen mijn vrouw, een aantal keren deelgenomen aan een evangelisatieweek in Lelystad en Almere. Daardoor raakten we betrokken bij het tienerwerk en de boekwinkel van De Wegwijzer in Almere. Na ons trouwen zijn we naar Dordrecht verhuisd. Daar werden we al snel ingeschakeld bij evangelisatiewerk van de gereformeerde gemeente in die stad.”

Wat leerde u door de stage bij Simon de Looier?

„Ik heb er iets gezien van het werk aan de fronten van Gods koninkrijk. Van de vreugde én de teleurstellingen die dat met zich meebrengt. En de mogelijkheden die zo’n stad biedt voor de verkondiging van het Evangelie. Een van de mensen die ik bezocht was een aidspatiënt, afkomstig uit reformatorische kring. Daar deed ik Bijbelstudie mee. Dit stagejaar heeft er middelijkerwijs aan bijgedragen dat er een verlangen kwam om ook zelf ingeschakeld te mogen worden bij de dienst van het Evangelie. Vanaf die tijd raakte zending geleidelijk op de achtergrond en kreeg evangelisatie een belangrijker plaats in mijn denken.”

Is dat onderscheid nog relevant, nu Nederland zendingsland is geworden?

„Dat kun je je inderdaad afvragen. De culturele context is in eigen land bekender, maar door de secularisatie wordt het verschil tussen zending en evangelisatie steeds kleiner. Evangelisatie is zending dichtbij.”

De evangelisatiemaaltijd zoals u die bij Simon de Looier opzette, is nu bekend in veel gemeenten. Wat is de kracht van dit concept?

„Veel mensen zijn eenzaam en staan open voor contact. Een maaltijd biedt op een ongedwongen manier de gelegenheid daarvoor. De ervaring leert dat mensen het helemaal geen bezwaar vinden als daarna een stukje uit de Bijbel wordt gelezen en daarover iets wordt gezegd. Een deel van de bezoekers raakt door de maaltijd betrokken bij andere evangelisatieactiviteiten, zoals een Bijbelcursus. Bij ”In de Gouwstraat” nemen intussen zo’n zeventig mensen deel aan de maaltijd. Dat is toch geweldig?”

Hoe reëel is de hoop dat je deze mensen naar de kerk krijgt?

„Dat moet een doel blijven, maar het gebeurt mondjesmaat. Zelf heb ik tieners van de tienerclub in Dordrecht een keer meegenomen naar de trouwdienst van een leidinggevende. Na het grote gebed vroegen ze al: „Is het nou klaar?” Er is een enorme kloof tussen de leefwereld van de doorsnee Nederlander en een kerkdienst binnen de Gereformeerde Gemeenten. Een aantal jaren heb ik een Bijbelcursus gegeven aan volwassenen; ook voor hen was de drempel naar de kerk hoog. Sommigen kwamen een paar keer en haakten dan toch weer af. Ik heb daar geen passend antwoord op. We leven als gereformeerde gezindte bij de Bijbel, en dat is een geweldig voorrecht. Tegelijk zijn we een subcultuur. Daar is niets mis mee, maar voor mensen uit een heel andere cultuur is de aansluiting moeilijk. Ook als ze oprecht geïnteresseerd zijn.”

Wat draagt u vanuit uw huidige werk mee naar uw nieuwe taak?

„Kennis van psychosociale problematiek en ervaring in het omgaan daarmee is in allerlei verbanden waardevol. Wat dat betreft is het nuttige bagage, maar ik ga niet naar Rotterdam als hulpverlener. Mijn taak is evangelisatiewerk: wegen vinden om het Evangelie door te geven.”

Heeft uw werk als hulpverlener uw blik op de gereformeerde gezindte veranderd?

„Ik ging zien dat ook de reformatorische kring veel gebrokenheid kent. Echtscheiding, misbruik, vreemdgaan, machtsspelletjes, de problemen zijn net zo heftig als in de zogenaamde buitenwereld. Omdat de mensen net zo zondig zijn. Tegelijk heb ik geleerd hoeveel je kunt betekenen door Bijbels genormeerde hulpverlening. In feite is het werk van De Vluchtheuvel een stuk van de dienst der barmhartigheid, die zo onmisbaar is, ook binnen de reformatorische kerken.”

U wordt nu veldwerker; wat is het verschil met een evangelist?

„Goede vraag. Ik heb hem zelf ook. De sollicitatieprocedure is niet significant anders. Ook als veldwerker moet je kunnen vertellen hoe je je tot deze taak door God geroepen weet. Door de term veldwerker wil het deputaatschap evangelisatie vooral onderstrepen dat het mijn taak is om het veld in te gaan. ”In de Gouwstraat” kent al tal van activiteiten, waarbij meer dan 200 vrijwilligers betrokken zijn. Mijn taak is het zoeken naar nieuwe contacten, nieuwe doelgroepen en nieuwe mogelijkheden voor het grote doel: de verbreiding van het Evangelie in Rotterdam. Van meerdere kanten kreeg ik de tekst toe gemaild: „Doe het werk van een evangelist.” Dat vond ik mooi. De taken van evangelist en veldwerker liggen dicht bij elkaar.”

U bent benoemd voor drie jaar, hoe ervaart u dat?

„Daar kan ik goed mee leven. De intentie is dat het langer wordt. Naast het evangelisatiewerk blijf ik twee dagen per week werkzaam bij De Vluchtheuvel.”

Welke vormen van evangelisatie zijn naar uw mening in deze tijd het meest geschikt?

„We hebben het al over de maaltijden gehad. Ook met kinder- en tienerwerk heb ik goede ervaringen. Een belangrijk voertuig voor de overdracht van het Evangelie is een opgebouwde relatie. Wat is er veel gebrek aan het vrijmoedig uitdragen van onze levensovertuiging in de eigen buurt en werkkring.”

Welke nieuwe mogelijkheden denkt u in Rotterdam aan te boren?

„Ik ga kijken of er iets te doen is op openbare scholen, bijvoorbeeld door er godsdienstlessen te verzorgen. Er liggen ook mogelijkheden in het contact met diverse organisaties die werkzaam zijn in Rotterdam. Verder is het de bedoeling dat het straatwerk wordt uitgebouwd. Mijn werkzaamheden zal ik verrichten in nauw overleg met de classicale commissie die mij aanstuurt.”

Binnen de Gereformeerde Gemeenten verschuift de nadruk op evangelisatieposten naar nadruk op evangeliserende gemeenten. Hoe waardeert u die ontwikkeling?

„Positief. In onze eigen straat en werkkring leven mensen die verloren gaan als ze Christus niet leren kennen. Dat legt een grote verantwoordelijkheid op elke gemeente en elke christen. In de gereformeerde gemeente van Dordrecht is een groot aantal gemeenteleden betrokken bij een scala aan evangelisatieactiviteiten; dat spreekt me geweldig aan. Ik vind het een voorrecht dat ik nu de mogelijkheid krijg om in Rotterdam drie dagen per week met evangelisatie bezig te zijn, maar mijn roeping daarin is niet fundamenteel anders dan die van elke gelovige.”

Is er behoefte aan toerusting van gemeenteleden voor dit werk?

„Zeker, al zie ik voor mezelf op dit gebied nog geen taak. Kort na mijn aanstelling kreeg ik het eerste verzoek om een toerustingsavond te verzorgen. Daar heb ik nee tegen gezegd. Voorlopig ga ik ontdekken wat ik allemaal tegenkom en hoop ik zélf toerusting te ontvangen van mensen met een rijke ervaring in evangelisatiewerk. Ik verlang ernaar om met het werk te beginnen. Op hoop van zegen.”

Erik-Jan Verbruggen

Erik-Jan Verbruggen (Emmeloord, 1979) bracht een deel van zijn jeugd door in Nigeria, waar zijn ouders werkzaam waren voor Zending Gereformeerde Gemeenten. Na de middelbare schoolopleiding aan de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen deed hij de hbo-studie maatschappelijk werk aan de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle. Later volgde hij aan de Christelijke Hogeschool Ede een maststerstudie contextuele hulpverlening. Bij de CGO-cursus van de Gereformeerde Gemeenten deed hij een hbo-opleiding theologie. Sinds 2001 is hij werkzaam bij stichting De Vluchtheuvel, waar hij opklom tot regiomanager. Verbruggen is gehuwd met Wilma; het echtpaar heeft vier kinderen in de leeftijd van 4 tot 14 jaar. Het gezin is aangesloten bij de gereformeerde gemeente van Dordrecht, waar Verbruggen ouderling is. Hij was ook betrokken bij verschillende vormen van evangelisatiewerk vanuit deze gemeente. Met ingang van 1 juni is Verbruggen voor drie dagen per week in dienst van het deputaatschap evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten, als veldwerker bij evangelisatiepost ”In de Gouwstraat” te Rotterdam. De overige twee dagen blijft hij in dienst van De Vluchtheuvel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer