Gods ontferming
Handelingen 2:1
„En als de dag van het pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen.”
De feestvierenden in de menigte in Jeruzalem hadden van de opstanding van de Heere Jezus wel iets gehoord, maar dat waren zij weer vergeten. Aan de Heilige Geest dacht nauwelijks iemand. Daarentegen zaten allen gevangen in hun eigen godsdienst, in het werkverbond, om naar hun gewoonte feest te vieren. Gaat het niet nog zo? Hele steden en dorpen zijn in deze dagen op de been, maar vraagt ook iemand naar de Heilige Geest? God intussen denkt niet zoals wij mensen denken. Hij verdoemt niet, zoals wij mensen gewoon zijn onze naaste te verdoemen. De hoge God ontfermt Zich over wie Hij Zich ontfermt en is genadig wie Hij genadig is. Hij laat Zich niet weerhouden door ongerechtigheid van de mensen, door zonde, haat en vijandschap, maar Hij is Degene Die de harten verovert. Allereerst door overtuiging van zonde, dan door de kracht van Zijn liefde, door het bloed van Jezus Christus. Maar nogmaals: de stad is vol van feestvierende mensen, en daarnaast zijn er ook enigen die gehoord hebben wat de Heere Jezus tot Zijn jongeren gezegd had, dat zij in Jeruzalem bij elkaar blijven en de belofte van de Vader verwachten zouden. Dezen zijn dan ook bij elkaar gebleven, zonder te weten hoe dat geschieden zou. De een heeft de ander gesterkt, en opnieuw heeft de een de ander wankelmoedig gemaakt.
H. F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Preken”, 1896)