Huisgodsdienst moet rijpen en groeien
Hoe eerder we ermee beginnen, hoe vanzelfsprekender huisgodsdienst is, ook voor kinderen, reageert A. E. Knöps.
„Tegen een zwakke identiteit is het Woord het enige middel”, schreef drs. A. M. P. C. van Hartingsveldt-Moree (RD 26-3). Haar bijdrage op Forum trof mij. Zij houdt al langere tijd een pleidooi voor huisgodsdienst. Dat raakt ons allemaal, of we nu een gezin (met kinderen) hebben of niet. Huisgodsdienst betekent heel eenvoudig dat we God op een praktische en geestelijke wijze dienen.
We maken ons in de gereformeerde gezindte terecht zorgen om onze identiteit, maar zijn dat geen zorgen van alle tijden? De vraag is waarin onze identiteit bestaat. Naar Gods beeld zijn wij geschapen, in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid (Heidelbergse Catechismus, zondag 3). In Hem ligt onze identiteit.
Wij hebben onze identiteit zoals God die bedoelde in het paradijs verloren. Toch ligt alleen in onze Schepper het diepste wezen van ons mens-zijn. Hier vinden we dan ook de diepste oorzaak van de identiteitscrisis van zowel jongeren als ouderen.
Dat mag geenszins een kille constatering zijn. Daarom onderschrijf ik van harte het pleidooi om de huisgodsdienst (opnieuw) gestalte te geven. In de weg van de huisgodsdienst zullen we knielen bij het Woord, waarin de levende God Zichzelf bekendmaakt in Zijn Zoon Jezus Christus, dé identiteit van God. De Heere Jezus heeft het in Joh. 5 gezegd: „Onderzoekt de Schriften… Die zijn het die van Mij getuigen.” Alleen in het kennen van Jezus Christus krijgen we weer identiteit.
Argwanend
De opdracht om werk te maken van huisgodsdienst is er trouwens niet pas sinds de Heere Zijn verbond met Abram oprichtte. Heeft Hij die opdracht niet al in de schepping gelegd? De Heere bracht de vrouw tot Adam, opdat ze een hulpe voor hem zou zijn. Waarin zou dat anders bestaan dan in het samen de Schepper van hemel en aarde dienen en zich in Hem verblijden?
De identiteitscrisis heeft dus alles te maken met onze verhouding tot God en hoe wij Hem dienen. Waar wij het beeld van onze Schepper zijn kwijtgeraakt, zijn we ten diepste het wezen van de eenheid tussen God en ons kwijtgeraakt. Onze identiteit ligt in het wezen van ”Ik zal zijn Die Ik zijn zal”. Onze identiteit is een Persoon: de levende God Zelf.
Deze identiteitscrisis is wel dubbel zo groot als wij niet beseffen dat de Heere er alles aan gelegen is om ons uit deze crisis te verlossen. Wat zijn wij argwanend tegenover Hem en wat koesteren wij vijandige gedachten over Hem.
Gewoon beginnen
Van Hartingsveldt-Moree wijst ons terecht op het Woord als het enige middel tegen onze zwakke identiteit. Van alle kanten worden (goedbedoelde) oplossingen aangedragen. Maar als ze ons niet brengen bij het Woord van God, zoeken we dan niet „de Levende bij de doden”?
Nog nooit is er een tijd geweest waarin er zo veel middelen beschikbaar waren om de huisgodsdienst vorm en inhoud te geven als nu. Helaas zijn er veel gezinnen die geen tijd vrijmaken voor de wezenlijke dingen.
In het pastoraat kom ik gelukkig ook gezinnen tegen (en dat zijn er niet weinig) die wel het verlangen hebben om de Heere te dienen. Alleen geven zij vaak aan dat ze niet weten hoe ze dat in de praktijk vorm moeten geven. Op dat gebied is er sprake van veel onzekerheid en nood.
Mijn bescheiden advies is: begin er gewoon mee. Gebruik de middelen die er zijn. Lees naast de Bijbel met elkaar een goed boek. Overdenk de catechismus of bijvoorbeeld ”De Christenreis” van John Bunyan. Zing psalmen en geestelijke liederen en ga met elkaar in gebed. Maar nogmaals: begin er gewoon mee. In alle gebrek, maar met de vensters open naar Boven.
Zegen van de gewoonte
Huisgodsdienst is iets wat moet rijpen en groeien. Hoe eerder we ermee beginnen, hoe vanzelfsprekender het is, ook voor kinderen. Dat noemen wij de zegen van de gewoonte. Goede gewoonten zijn vaak véél zegenrijker dan we beseffen, als het ons er maar om te doen is God te (leren) kennen. Hij zegt: „Die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den Heere” (Spr. 8:35).
Laten we met elkaar spreken over de Heere en Zijn dienst, maar dan wel vanuit Zijn Woord. Dat moet ons uitgangspunt zijn. Eenvoudig de Bijbel naspreken, om daar lessen uit te trekken voor ons persoonlijke leven. Want wie het Woord kwijtraakt, raakt zijn identiteit kwijt. Of op z’n minst verzwakt dan zijn identiteit. „Dient den Heere met blijdschap (…) want Zijn getrouwheid is van geslacht tot geslacht” (Ps. 100).
De auteur is ambtsdrager binnen de Hersteld Hervormde Kerk.