Opinie

Theologenblog: Liever lokaal dan landelijk

Het te hopen dat zowel gemeentelijke als kerkelijke ”lokalo’s” beschikken over een zo breed mogelijke blik, over de grenzen van de eigen gemeente heen, schrijft Eric Peels.

Eric Peels
26 March 2018 09:37Gewijzigd op 16 November 2020 12:54
beeld Peter Leenhouts
beeld Peter Leenhouts

De raadsverkiezingen zijn achter de rug, de stemmen geteld, de uitslag duidelijk. Over de hele linie is een opmars van de lokale partijen te zien.

De analyse van deze ontwikkeling is niet heel ingewikkeld en resulteert in een mix van observaties. Verlies van vertrouwen in de landelijke politiek. Teleurstelling over stroperigheid en gerommel op landelijk niveau. „Ze doen maar wat in Den Haag.”

Lokale partijen leggen het volle accent op de behartiging van jouw belangen en jouw rechten in jouw directe woon- en leefomgeving, met zoveel mogelijk rechtstreekse invloed. Geen behoefte aan grote overkoepelende verhalen, maar aan een plaatselijke politiek die past bij wat voor jou in jouw leefomgeving belangrijk is. De wereld is al complex en bedreigend genoeg, laten we nu maar zorgen dat we het plaatselijk overzien en goed kunnen regelen, met mensen die jij kent en vertrouwt.

De opmars van de lokalen is politiek gezien een tamelijk recent fenomeen, een trend sinds een kleine 25 jaar geleden. Is deze begrijpelijk? Ja. Is deze ontwikkeling goed? Dat valt nog te bezien.

De concentratie op het lokale gebeuren kan zomaar het zicht op de bredere samenleving belemmeren. Bij de inrichting van de samenleving zijn normen en waarden van belang. Daarvoor moet liever niet elke gemeente op zich het wiel gaan uitvinden. Lokale beslissingen kunnen schuren met de belangen van andere gemeenten of met landsbelangen. Denk slechts aan het lokale verzet tegen de vestiging van een azc, of de uitvoering van de zorg.

Hoe het ook zij, het is te hopen dat veel ”lokalo’s” toch beschikken over een zo breed mogelijke blik, over de grenzen van de eigen gemeente heen.

De opmars van de lokale partijen komt eigenlijk niet als een verrassing. In zekere zin liepen de kerken hierin vóór op de maatschappij. In de kerken zien we een soortgelijke ontwikkeling, die al veel eerder dan 25 jaar geleden begon. Een tanende trouw aan het eigen kerkverband. Een snel afnemende interesse voor landelijke toog- of schooldagen. Een steeds groter accent op de plaatselijke gemeente ten koste van het landelijke kerkverband. Een uit elkaar groeien van wat op generaal-synodaal niveau gebeurt en wat lokaal beleefd en besloten wordt. Wat telt, is dat je het in je eigen gemeente maar goed weet te regelen en het met elkaar goed hebt.

Achter deze ontwikkeling liggen natuurlijk allerlei oorzaken. De grote verhalen over het ontstaan en het recht van bestaan van het eigen kerkverband spreken niet meer aan. Aan de ene kant omdat we steeds weer met leden van andere kerken samenwerken, aan de andere kant omdat we als kerk een kleiner wordende minderheid in Nederland zijn.

Er is ook teleurstelling over de gang van zaken in synodes: „Ze doen maar wat.” En plaatselijke gemeenten verlangen ernaar de eigen voorkeur in liturgische vormgeving en andere kerkelijke zaken gerealiseerd te zien. Verder speelt de vermoeidheid over geschilpunten die je kerkverband al zolang verdelen. „Geef ons alsjeblieft de vrijheid om in de eigen gemeente de dingen zelf te regelen.”

Is deze ontwikkeling begrijpelijk? Ja. Is ze goed? Dat is zeer de vraag. Bewust hebben de kerken in het verleden niet gekozen voor een independentistisch kerkmodel, waarin het volle accent valt op de lokale gemeente en wat daar bedacht en besloten wordt. Juist een breder kerkverband kan plaatselijke gemeenten behoeden voor eenzijdigheden, hulp bieden bij problemen, meenemen in gezamenlijke belangen. Denk slechts aan de opleiding van dienaren des Woords, aan zendingsactiviteiten of aan de verzorging van geëmeriteerde predikanten.

Het gaat pas echt schuren, als in de lokale gemeente sprake is van een nauw samenwerkingsverband met een andere kerk. Als de synodale beslissingen van de kerkverbanden waartoe men behoort, gaan uiteenlopen of zelfs gaan botsen. Dat vergt bezonnenheid van synoden, om deze gemeenten de ruimte te laten om lokaal zo goed mogelijk gestalte te geven aan de uitvoering van synodale besluiten. Dat vergt bezonnenheid van lokale gemeenten, om in eerlijke afweging en in optimale trouw aan het kerkverband een zo begaanbaar mogelijke weg te zoeken.

Hoe het ook zij, gelet op de landelijke trend dat de lokale partijen in opmars zijn, is het te hopen dat veel kerkelijke lokalo’s beschikken over een zo breed mogelijke blik, over de grenzen van de eigen gemeente heen.

De auteur is hoogleraar Oude Testament. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer