Evangelist G. Baan: Luister eerst hoe mensen in je omgeving denken
Evangelisatie onder hogeropgeleiden is anders dan onder lageropgeleiden. In gesprek met Gerrit Baan. „Begin met het maken van contact en heb belangstelling voor hun wereld.”
Tijdens de landelijke evangelisatiedag van de Gereformeerde Gemeenten, begin maart in Amersfoort, sprak gezondheidseconoom dr. Johan Polder over het bereiken van hogeropgeleiden. Hij stelde dat voor het evangelisatiewerk onder deze groep een omslag in het denken nodig is, en dat vraagt om toerusting.
Polder is lid van de kenniskring van het deputaatschap evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten, die beoogt de Bijbelse boodschap uit te dragen in een postmoderne samenleving. Evangelist Gerrit Baan is ook lid van deze kring en heeft al heel wat ervaring met evangeliseren onder hoogopgeleiden.
Momenteel –tot zijn pensionering in juni van dit jaar– is hij evangelist op de evangelisatiepost Bij de Bron van de Gereformeerde Gemeenten in Alkmaar. Daarvoor was hij onder meer betrokken bij het evangelisatiewerk in Amsterdam en Leeuwarden en werkte hij als landelijk toeruster voor het deputaatschap. Een deel van het evangelisatiewerk in Alkmaar is gericht op kinderen en kansarmen, maar Baan komt er ook regelmatig in contact met hogeropgeleiden.
Herseninfarct
Een aantal jaren geleden kwamen er veel onkerkelijke jongeren mee naar de jeugdvereniging in Alkmaar. „Er was veel gezelligheid. We spraken over allerlei actuele zaken, zoals aanslagen en het lijden in de wereld. Ik heb toen eens verteld over Job, zonder te moraliseren. Enkele jongeren van niet-kerkelijke afkomst werden aan het denken gezet en hebben zich aangesloten bij een christelijke kerk.”
Ook in zijn privéleven heeft Baan te maken gehad met niet-kerkelijke hogeropgeleiden die met hun problemen bij hem kwamen. Zoals een buurman die rondliep met vragen over euthanasie. „We hebben toen een toelichting gegeven op de christelijke visie.”
Een andere keer kwam een vrouw van wie de man een herseninfarct gehad had. „Zij wist zich geen raad met de situatie toen hij in coma raakte en men hem niet meer wilde behandelen. Ik ben toen samen met haar naar de medisch specialist in het ziekenhuis geweest. Dat heeft haar beslist geholpen.”
Baan wijst erop dat het steeds vaker gebeurt dat kerkelijke jongeren met een niet-kerkelijke jongen of meisje verkering krijgen. Hij kreeg daarover verscheidene e-mails waarin hem om advies werd gevraagd. Hij vindt het belangrijk dat ouders in zo’n geval contact houden en begrijpen dat ze niet alles kunnen sturen. Het is volgens hem van betekenis om aansluiting te zoeken bij de interesses van de ander.
Rijksmuseum
Dat is meteen een belangrijk punt voor evangelisatie onder hoogopgeleiden. „Heb interesse voor hun leefwereld, of die nu op het gebied van geschiedenis, natuur, techniek, kunst of muziek is”, vindt Baan. Toen hij in Amsterdam evangelisatiewerk deed, organiseerde hij een cursus om mensen elementaire Bijbelkennis bij te brengen, zodat ze bijvoorbeeld middeleeuwse schilderijen in het Rijksmuseum zouden kunnen begrijpen. Hij vertelde de Bijbelverhalen geheel vrijblijvend. Aan het einde was er gelegenheid om erover door te spreken. „Soms ging het dan over de Bijbel, soms niet.”
Hij noemt ook themabijeenkomsten in Bij de Bron over de geschiedenis van Alkmaar, met daarbij een rondleiding langs kerken, kloosters en hofjes. „De aanwezigen kunnen daarna aanschuiven voor de lunch waar de Bijbel opengaat.”
De evangelist wijst ook op huiskamerconcerten in Alkmaar waarvoor christelijke musici worden uitgenodigd. „Mensen die van muziek houden, kunnen hier iets van hun gading vinden. Na de pauze wordt er gezongen. Men kan blijven, maar men kan ook gaan.”
Die vrijblijvendheid vindt Baan belangrijk. „Luister eerst hoe mensen in je omgeving denken”, zegt hij. „Ieder mens is anders. Leer hun interesses en hun levens kennen en houd contact. Probeer aan te sluiten bij basiservaringen, bij vragen rond goed en kwaad, lijden, liefde en haat. Op een gegeven ogenblik komen ze wel met hun vragen. Neem hen mee in je gebed, opdat God je op het goede moment de juiste woorden laat zeggen. Dat kan soms jaren duren.”
Binnen de kenniskring denkt men na over het ontwikkelen van een toerustingscursus om hogeropgeleiden te bereiken, vooral door middel van gemeenteleden. Daarbij komen niet alleen praktische kwesties aan de orde maar bijvoorbeeld ook het verschil tussen alfa’s en bèta’s. Baan noemt daarbij de apologeten Lewis en Pascal. Pilots heeft hij al in Amersfoort, Ede en Lelystad gegeven.
Verder leven er plannen om informatie op een website te plaatsen, zodat mensen snel iets kunnen opzoeken over het christelijk geloof. Dan gaat het over woorden als ”lijdenstijd”, ”doop” en ”Pinksteren.” Samen met de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten en de kringen van studerenden zou er iets praktisch opgezet kunnen worden voor de studerende jeugd.
Het belangrijkste is volgens Baan echter een omslag in de gemeenten zelf. „Er zijn nogal wat gemeenteleden die in hun dagelijks leven nauwelijks contact hebben met niet-kerkelijke mensen. Ik heb wel eens de indruk dat men die vaak probeert te vermijden. Dat is niet goed. Geef aandacht aan de mensen om je heen, wie ze ook zijn. Predikanten zouden die houding kunnen stimuleren door het er in hun preken expliciet over te hebben. Evangelisatie begint vanaf de preekstoel. Christenen hebben toch een roeping in de wereld?”
Baan erkent dat het weerbarstig blijft. „Een mens buigt nooit voor de soevereiniteit van God, tenzij de Heilige Geest het hart verbreekt. Dat vraag gebed. De Heere belooft door te gaan met Zijn werk zolang de zon en maan er zijn. Zo is het ook zaaien op hoop.”
Aan het einde van het gesprek citeert Baan een deel van antwoord 1 van de Heidelbergse Catechismus over de enige troost in leven en in sterven. „Het gaat er in het leven om het eigendom van Jezus Christus te zijn. Zou je dat een ander niet gunnen?”