Jurist: Amsterdam verzint list om gebedsoproep moskee te blokkeren
Het Amsterdamse gemeentebestuur heeft een list verzonnen door via een erfpachtconstructie de versterkte oproep tot gebed vanaf een moskee te verbieden, vindt mr. dr. Teunis van Kooten.
De Utrechtse advocaat zei dat vrijdag tijdens een netwerksessie aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). De kleinschalige bijeenkomst was georganiseerd door het centrum voor religie en recht, een samenwerkingsverband tussen de faculteiten godgeleerdheid en rechtsgeleerdheid van de VU. Het thema van de bijeenkomst was: Achter de voordeur of in de etalage?, over de verhouding tussen overheid en religie.
Van Kooten behandelde als praktijksituatie de komst van de nieuwe Boven IJ-moskee in Amsterdam-Noord, waarmee de gemeenteraad eind vorig jaar instemde. Twee bestaande Turkse gemeenschappen laten gezamenlijk een nieuwe megamoskee bouwen. Buurtbewoners vrezen voor overlast van de versterkte gebedsoproep vanaf de minaret. Amsterdam telt 42 moskeeën, maar de versterkte oproep tot gebed wordt nergens uitgezonden.
Niet gerust
Hoewel de initiatiefnemers van de te bouwen Emir Sultan-moskee in Noord beloven dat er geen oproep tot gebed wordt uitgezonden, zijn buurtbewoners daar niet gerust op. De Amsterdamse wethouder Van der Burg laat nu contractueel vastleggen dat het moskeebestuur afziet van zijn recht tot de gebedsoproep. Dat gebeurt door het stellen van voorwaarden aan de erfpachters. Door in het erfpachtcontract de bepaling op te nemen dat de gebedsoproep niet mag klinken vanaf grond die eigendom is van de gemeente Amsterdam wordt geluidsoverlast voorkomen.
Die erfpachtconstructie is onjuist, vindt Van Kooten. „De gemeente Amsterdam heeft een list verzonnen. Een dergelijke beperking mag niet via deze privaatrechtelijke constructie worden opgenomen. Alleen via de Algemene Plaatselijke Verordening mogen beperkingen aan de gebedsoproep worden gesteld en dan alleen over de duur en het geluidsniveau.”
De advocaat vindt dat er in dit geval ook sprake is van discriminatie. Het Amsterdamse gemeentebestuur wil immers klokgelui wel toestaan en de versterkte gebedsoproep niet. „Dat is in strijd met de vrijheid van godsdienst. Klokgelui en de gebedsoproep hebben evenveel rechten.” Ook is de erfpachtconstructie volgens Van Kooten in strijd met de tweewegenleer: dat de overheid in principiële zaken de publiekrechtelijke weg moet volgen en niet de privaatrechtelijke weg. Dat laatste gebeurt hier wel. „De gemeente Amsterdam kan hier niet op deze manier optreden in de rol van grondeigenaar.”
De jurist wees erop dat de Nederlandse overheid religieuze gemeenschappen in principe gelijk moet behandelen, maar dat er wel uitzonderingen zijn. Zo worden bijvoorbeeld bepaalde godsdienstopleidingen gesubsidieerd en andere niet. Ook krijgen sommige religieuze gemeenschappen administratieve gegevens door van de burgerlijke overheid, de zogenaamde SILA-stip. „Er mag echter alleen onderscheid gemaakt worden op basis van objectieve criteria,” aldus dr. Van Kooten.
Een aanwezige stelde dat er wel degelijk verschil is tussen klokgelui en de gebedsoproep. „Het klokgelui is multi-interpretabel. Het kan worden uitgelegd als: „Kom, kom”, maar ook als: „Draai je om.” Dat is met de gebedsoproep niet het geval.” Van Kooten: „De wetgever denkt er anders over. Juridisch gezien is zowel het klokgelui als de gebedsoproep gericht op het belijden van godsdienst of levensovertuiging.”
De jurist wees erop dat de klokken van de Domtoren in Utrecht wel mogen luiden met Pasen maar niet voor de actie Kerkbalans. Wel was hij het ermee eens dat er ook een cultureel element aan het luiden van de kerkklokken zit.
Akoestisch geluid
Jan Schippers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de SGP, stelde dat de gebedsoproep van de moskee anders overkomt dan klokgelui van de kerk, ook als er sprake is van hetzelfde geluidsniveau. Hij wees op de mogelijkheid van beperking tot akoestisch geluid: geluid dat wordt voortgebracht zonder versterking. Dan is er volgens hem toch sprake van objectieve regels voor de kerkklokken en de gebedsoproep.