Theologenblog: Het Onze Vader is géén grote vertaalfout
Bidden christenen het Onze Vader in een verkeerde vertaling? Michael Mulder weerlegt de suggestie van David Uijl.
Je leest er niet gemakkelijk overheen, wanneer ”Het ‘Onze Vader’ is één grote vertaalfout” als aankondiging dient voor een conferentie. Wie dagelijks het gebed bidt dat Jezus ons leerde, kan van zo’n aankondiging onzeker worden. Bid ik dan de verkeerde woorden? Heb ik er altijd naast gezeten?
Ja, zegt David Uijl. Het gebed zoals het in onze Bijbel staat, is maar een slap aftreksel van Jezus’ bedoeling met dat gebed. Uijl noemt de in dit gebed gebruikte werkwoordsvormen „een gebiedende wijs in de verleden tijd”.
In werkelijkheid kan zoiets natuurlijk niet. Maar juist wat voor ons besef niet kan, zou in het Grieks bedoeld zijn: een gebod in de verleden tijd. Wie de gewone vertaling van het ”Onze Vader” gebruikt, onderschat de werkelijkheid die deze woorden aangeven, aldus Uijl. Het Grieks drukt een zekerheid uit die ons verstand ver te boven gaat.
Er zou dus niet staan: „uw Koninkrijk kome”. Zelfs niet: „Kom, met het Koninkrijk van U”. Maar: „Kwam!” Op het moment dat je de gebedswoorden uitspreekt, wordt Gods Koninkrijk metterdaad werkelijkheid. Wie dat beseft, zal de ware kracht van dit gebed gaan ervaren.
Het is aantrekkelijk om zo te kunnen bidden. „Je activeert het Koninkrijk van God in je leven met alle goede dingen die daarbij horen.” Voor Uijl is een belangrijk argument dat diezelfde werkwoordsvorm ook bij de schepping wordt gebruikt. In de oude Griekse vertaling van het Oude Testament hebben de Joodse vertalers het Hebreeuws voor „er zij licht” of „laat er licht zijn” uit Genesis 1:3 vertaald met hetzelfde woord als Jezus in het Onze Vader gebruikt. Met het uitspreken van dat woord is het licht aanwezig.
Ziedaar het geheim van de gebiedende wijs in de verleden tijd. Deze werkwoordvorm geeft je dus een macht om Gods Koninkrijk te activeren.
Uijl heeft dit alles voorgelegd aan een hoogleraar theologie. Die onderschrijft wat Uijl beweert, maar wil zijn naam er niet aan verbinden. Alsof er iets opzienbarends is ontdekt, waar je naam beter niet bij gevonden kan worden, omdat het anders ophef zou veroorzaken.
Al met al is de kop tamelijk rebels en riekt het slot naar een complottheorie. Zo trek je zeker aandacht. Graag lift ik even mee op de aandacht die deze zakenman weet te trekken, om twee dingen aan te tekenen.
In de eerste plaats: het Grieks kent geen gebiedende wijs in de verleden tijd, die zo af en toe voor speciale zaken wordt gebruikt. Er zijn inderdaad twee verschillende manieren waarop een gebiedende wijs gevormd kan worden. De ene drukt vooral de tijdsduur uit. Die vorm vind je boven het gebed: „Bid op deze manier’ (Matth 6:9). Dat wil zeggen: Blijf steeds zo bidden.
De andere vorm is de zogeheten aorist. De gebiedende wijs daarvan wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer iets moet beginnen, of wanneer je nadruk wilt leggen op een specifieke handeling. Wie in het Grieks bidt, gebruikt vrijwel altijd deze vorm. Deze vorm is inderdaad ook de vertaling van de Hebreeuwse wensvorm in Genesis 1 en ook in alle gebeden van het Joodse gebedenboek. Het Onze Vader past dus bij deze gebruikelijke vorm: „Laat uw Koninkrijk gevestigd worden.”
Als juist de Joodse gebedstraditie ons hierbij één ding wil leren, is het wel dat we de rollen niet mogen omdraaien. Het Koninkrijk komt niet doordat wij op een activeringsknop drukken, maar alleen door de Vader. Wij richten ons geheel op wat Hij doet en vragen erom dat Hij zijn belofte nakomt.
In de tweede plaats is juist daarom het Onze Vader zo krachtig. Die kracht ligt niet in een verdoezelde werkwoordsvorm, maar in de belofte van God. Daarop doet dit gebed een appèl. God wordt gebeden waar te maken wat Hij gezegd heeft. Zo bidt de synagoge. En zo leert Jezus ons te bidden. Laat wat U gezegd heeft gebeuren.
Dat zet jou als bidder op de beste plek. In afhankelijkheid van God, en in de zekerheid dat Hij doet wat Hij zegt.
Michael Mulder is universitair hoofddocent Nieuwe Testament en Judaica aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.