Theologenblog: Hoe verkeerd is plagiaat eigenlijk?
Plagiaat wordt een wetenschapper of schrijver zwaar aangerekend. Echt iets van onze westerse cultuur, vindt Gert Kwakkel.
Regelmatig komt iemand negatief in het nieuws vanwege plagiaat. Onlangs was het oud-minister Vermeend die betrapt werd en zijn excuses aanbood. Velen zijn hem de laatste jaren voorgegaan. Waarom gebeurt dit vaker dan vroeger?
Er zal ongetwijfeld sprake zijn van een sneeuwbaleffect: als er in de media enkele gevallen aan de orde komen, gaan mensen scherper opletten. Ook is de verleiding om de toevlucht te nemen tot plagiaat groter geworden, althans in de universitaire wereld. Onderzoekers moeten met originele gedachten en resultaten komen. Zij staan onder een zware tijdsdruk.
Daar komt bij dat het kopiëren van het werk van een ander veel gemakkelijker is geworden: met een paar muisklikjes is het voor elkaar. Als je niet goed noteert waaraan je iets hebt ontleend, denk je later dat je het zelf geformuleerd hebt. Dan loop je het risico plagiaat te plegen, terwijl je je van geen kwaad bewust bent.
Bij plagiaat pretendeer je zelf iets bedacht of gevonden te hebben, terwijl je het van iemand anders overneemt. Door dat er niet bij te vertellen, ontneem je die ander de eer van zijn of haar prestatie. Dat kan niet in een samenleving waarin originele prestaties en eigen gedachten in hoog aanzien staan.
Dat laatste spreekt echter niet vanzelf. Ik zat ooit op de binnenplaats van een hotel in Lubumbashi (Congo). Een man, die christen was geworden, vroeg mij of ik hem kon vertellen wat de gereformeerde leer van de uitverkiezing inhield. Ik ging er enige minuten voor zitten en probeerde het ingewikkelde leerstuk in zo duidelijk mogelijk Frans te vertolken.
Toen ik klaar was, zei hij: „Dank u wel.” Waarop ik antwoordde: „Ja, mooi, maar wat vind je er nu zelf van?” Ik verwachtte enkele bezwaren of kritische vragen vanuit zijn niet-calvinistische achtergrond, maar hij antwoordde: „Nee, dank u wel, het is goed.” Hij was het er helemaal mee eens.
Ik dacht erover na waarom dit zo anders ging dan in Nederland. Ik kwam tot de conclusie dat het samenhing met de manier waarop deze Afrikaanse man aankeek tegen de overgang naar een andere kerkgemeenschap. Ik was voor hem een deskundige op het gebied van de leer en gewoonten van, zeg maar, een andere stam. Door zijn beslissing om naar die stam over te gaan, had hij ook meteen heel de daarbij behorende ”adat” (traditie) overgenomen. Als deskundige hoefde ik hem alleen maar uit te leggen wat de adat van de gereformeerde kerk inhield. Zelf daarover nadenken was niet nodig. Misschien was het zelfs wel arrogant.
In een dergelijke samenleving is plagiaat plegen geen grote fout of zonde. Deze man ging het veel meer om het aanleren van een bepaalde traditie dan om het ontwikkelen van eigen gedachten. Voor iemand met zijn achtergrond is het helemaal niet verkeerd iets over te schrijven van iemand die het beter weet. Dat is nog eerder een kwestie van respect. Door iets over te schrijven zonder bronvermelding pretendeer je niet dat je origineel bent. Daar maalt geen mens om.
In het huidige West-Europa is het begrijpelijk en terecht dat plagiaat veroordeeld wordt. Zeker christenen moeten wars zijn van de schone schijn die met plagiaat wordt opgebouwd.
Dat neemt niet weg dat het zware accent op originaliteit in onze samenleving niet per se christelijk is. In de middeleeuwen bijvoorbeeld ging het anders: van vele prachtige kunstwerken is de maker onbekend.
Hoe vind je je weg tussen de roep om originaliteit en het kritiekloos volgen wat een ander zegt?
Het antwoord ligt in het dankbaar aanvaarden van wat God geeft. Dan ben je aan de ene kant blij met wat God je door middel van anderen leert. Je let erop dat je hun de eer geeft van hun werk. Aan de andere kant pak je ook inzichten die Hij jou persoonlijk verleent dankbaar aan. Je doet dat niet om ermee te pronken, maar om verder te bouwen aan de traditie waarin je mag staan. Het blijft namelijk allemaal mensenwerk. Daarom hoef je geen schone schijn op te houden, maar je hoeft je ook niet over te geven aan een grote goeroe, die evenmin als jij de wijsheid in pacht heeft. Dat grote bezit is namelijk voorbehouden aan God zelf en aan zijn Zoon Jezus Christus.
De auteur is hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Kampen en de Faculté Jean Calvin in Aix-en-Provence. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegetisch and Systematisch Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.