Laat diagnose stoornis aan deskundige over
Psychiatrische stoornissen komen steeds vaker voor. De cijfers liegen er niet om. De groeiende aandacht hiervoor is daarom terecht en noodzakelijk. Maar die aandacht kan ziekelijke vormen aannemen.
Vroeger hoorde je er minder over. Het gebeurde wel dat iemand een tijdje ‘overspannen’ was. En er waren mensen die in een instelling opgenomen moesten worden vanwege ernstige psychische aandoeningen. Maar dat was het wel zo’n beetje. Er werd verder ook weinig over gesproken. Gek zijn en psychisch gestoord zijn lagen dicht bij elkaar. En wie wil nu graag toegeven dat hij gestoord is?
De cijfers die uit diverse onderzoeken de afgelopen jaren naar voren komen, zijn echter tamelijk duizelingwekkend. En achter die cijfers zit onnoemelijk veel verborgen leed. Volgens een rapport van Trimbos Instituut uit 2015 heeft 40 tot 45 procent van alle volwassen mannen en vrouwen in Nederland ooit een psychiatrische stoornis gehad. Op jaarbasis geldt dat een op de zes volwassenen ermee te maken krijgt. Uiteraard zijn die stoornissen er in soorten en gradaties, en ze variëren van milde depressies die vanzelf overgaan tot ernstige persoonlijkheidsstoornissen die gepaard gaan met psychoses.
Ook bij kinderen en jongeren speelt deze problematiek. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) spreekt zelfs van een epidemie. Wereldwijd kampt ongeveer 30 procent van de jongeren (15-30 jaar) met psychische problemen. Hierbij komen vooral verslavingen voor (15 tot 20 procent), maar ook depressies (10 tot 15 procent) en allerlei angststoornissen (5 tot 15 procent).
Van de jongeren tussen de 14 en 25 jaar geeft zo’n 60 procent aan dat ze zich slecht voelen, omdat ze denken niet aan andermans verwachtingen te kunnen voldoen. En een op de drie jongeren heeft het gevoel dat hij zijn problemen niet aankan.
Cijfers over zelfmoord vertellen een vergelijkbaar verhaal. In België is suïcide inmiddels de belangrijkste doodsoorzaak onder jongeren tussen de 15 en 24 jaar. Jongeren doen meer dan anderen pogingen om zich van het leven te beroven: 10 procent van de 18-jarigen zegt dit al vaker te hebben overwogen. Bij meisjes is dit zelfs 20 procent.
Zorgwekkend
Psychiatrische stoornissen lijken tegenwoordig veel vaker voor te komen dan vroeger het geval was. Of dit werkelijk zo is, valt niet zo gemakkelijk vast te stellen. Wetenschappers verschillen erover van mening.
Het zou kunnen zijn dat er vroeger eenvoudigweg minder aandacht voor was. En dat deze stoornissen toen daarom even vaak voorkwamen als nu, maar niet als zodanig herkend werden. Mensen konden soms ‘gewoon’ heel driftig zijn, of zwaarmoedig, of onvoorspelbaar, of verslaafd, zonder dat dit direct geassocieerd werd met psychiatrische aandoeningen. Het is ook mogelijk dat er tegenwoordig met meer openheid over gesproken wordt, en dat daardoor de indruk ontstaat dat psychiatrische stoornissen veel vaker voorkomen.
Toch lijkt dat niet het hele verhaal te zijn. Er zijn aanwijzingen dat er sprake is van een daadwerkelijke toename die zorgwekkend is, hoewel het niet eenvoudig is om die met exacte cijfers te onderbouwen.
Op drift
De verklaringen liggen enigszins voor de hand. In haar blog ”toename in psychische problemen” noemt orthopedagoog Michelle Houtman voor wat betreft jongeren onder meer het niet kunnen voldoen aan steeds hogere verwachtingen en de stress die dat met zich meebrengt, allerlei vormen van ongezond leven (slechte voeding, te weinig slaap, gebrek aan beweging) en ingrijpende gebeurtenissen zoals echtscheidingen.
Onze maatschappij wordt steeds individualistischer, drukker en chaotischer. Vaste structuren verdwijnen. Digitale media overspoelen en prikkelen voortdurend en dragen eraan bij dat mensen hopeloos verstrikt raken in zonden. Ankerpunten zoals kerk en gezin verdwijnen. Absolute waarheden bestaan niet meer. Alles is relatief, en dus op drift. Het is geen wonder dat mensen in zo’n samenleving in toenemende mate met psychische problemen worstelen.
Daarom is het op zichzelf genomen noodzakelijk dat er meer aandacht voor deze stoornissen is dan vroeger het geval was. Het is ook goed dat er met meer openheid over gesproken wordt. De mogelijkheden voor behandeling zijn bovendien toegenomen. Daardoor is het te meer van belang om zo nodig deskundige hulp te zoeken. En dat is ook geen schande.
Toetsen en testen
Maar er is tegelijk een schaduwzijde. De aandacht voor psychische stoornissen kan obsessieve vormen aannemen. Dat is bijvoorbeeld waarneembaar in het onderwijs. Psycholoog dr. J. B. K. Lanser is een van degenen die hier al in 2011 de vinger bij legden. Hij deed dat in een lezing voor de Kontaktvereniging van Leerkrachten en Studenten op gereformeerde grondslag (KLS): „Dat zo veel kinderen als zorgleerlingen worden aangeduid, komt doordat het kind aan de verwachtingen van volwassenen moet voldoen. Er zijn meters boeken over opvoeding, dus eigenlijk kan er niets fout gaan. En dat houden we in de gaten: voor ieder aspect is er wel een lijstje.
Die batterij toetsen en testen begint al met de echo’s voor de geboorte. Daarna volgt het consultatiebureau. Bij alle goede bedoelingen zadel je een moeder onnodig met spanning op. Dan volgen de toetsen op school. Die hebben geleid tot medicalisering. Dyslexie, AAS, ADHD, het is niet te definiëren en te objectiveren. Veel te veel kinderen krijgen een etiket opgeplakt.”
Michelle Houtman zegt iets soortgelijks. „Is er echt een toename van ADHD? Ik betwijfel het. (…) Het gedrag doet denken aan ADHD, maar is het dat ook?” Ze wijst hierbij op de vele ‘gewone’ oorzaken die er kunnen zijn waardoor een kind ‘ADHD-achtig’ gedrag vertoont, zoals gebrek aan slaap.
Erg kwalijk
Ook bij volwassenen lijkt soms sprake te zijn van een bijna ziekelijke aandacht voor mogelijke psychische stoornissen. Het is of het in de lucht zit. Bijvoorbeeld bij huwelijksproblemen. Dat kan als volgt gaan. Een echtpaar is tien jaar getrouwd. Na een periode van groeiende verwijdering en toenemende ergernis vraagt de vrouw zich af of haar man wel helemaal normaal is. Zij googelt en komt terecht op een website waarop symptomen van autisme beschreven worden. Ze vertonen treffende overeenkomst met het gedrag van haar man zoals zij dat ervaart.
Ze trekt de conclusie. Hij is een autist. Alle puzzelstukjes vallen op hun plaats. Het geeft haar een gevoel van opluchting. Eindelijk begrijpt ze hoe het kon gebeuren dat hun relatie zo verslechterde. Na veel aarzelen stelt ze het aan de orde. Haar man wordt aanvankelijk boos, maar onderwerpt zich aan een onderzoek. Daaruit blijkt echter niet dat er sprake is van een stoornis. De vrouw laat zich hier niet door overtuigen. Wie kent haar man immers beter dan zij?
Zulke situaties lijken steeds vaker voor te komen. Psychische duiding (door mensen die er niet voor zijn opgeleid) als vermeende eerste oorzaak van problemen. Het komt in allerlei situaties voor. Op scholen. In kerken. In gezinnen. Er kunnen in dergelijke processen op subtiele wijze een paar dingen gebeuren die goedbeschouwd erg kwalijk zijn.
Stempel
In de eerste plaats: er wordt een diagnose gesteld (en soms gedeeld met anderen) zonder dat die door een deskundige is vastgesteld. Dat is als een veroordeling zonder bewijs.
Bovendien wordt op een subtiele manier de eigen onschuld geclaimd. Want wie de ander tot een narcist of autist verklaart, kan zichzelf gemakkelijk wijsmaken dat die ander dan ook de oorzaak is van alle problemen. Hij of zij kan dat weliswaar niet helpen, maar het is natuurlijk wel een probleem. „Zo kunnen we niet verder”, klinkt dan al snel.
En dan in de laatste maar niet de minste plaats: het kan neerkomen op een veroordeling tot levenslang. Een stempel kan zomaar een stigma worden. Een onbevestigd hardop uitgesproken vermoeden dat iemand autistisch is, kan in de beeldvorming over die persoon een grote rol spelen gedurende de rest van zijn leven.
Christenen moeten uitermate terughoudend zijn om elkaar psychisch de maat te nemen of van een stempel te voorzien. De diagnose moet aan deskundigen overgelaten worden. De mens met wie wij in een probleem verwikkeld zijn, is en blijft eerst en vooral een mens. Een mens met zonden en gebreken, zoals ik dat zelf ook ben. Ik zelfs meer dan hij.