Opinie

Theologenblog: Donordebat hangt samen met goed rentmeesterschap

Wat voor systeem je ook kiest: als christen draag je hoe dan ook zelf verantwoordelijkheid voor je beslissing over orgaandonatie, stelt Myriam Klinker-De Klerck.

Myriam Klinker-De Klerck
6 February 2018 14:21Gewijzigd op 16 November 2020 12:34
„De stemming in de Eerste Kamer over het voorstel van D66-Kamerlid Dijkstra voor een Actief Donorregistratiesysteem is een week uitgesteld.” beeld ANP, Valerie Kuypers
„De stemming in de Eerste Kamer over het voorstel van D66-Kamerlid Dijkstra voor een Actief Donorregistratiesysteem is een week uitgesteld.” beeld ANP, Valerie Kuypers

De stemming in de Eerste Kamer over het voorstel van Pia Dijkstra voor een Actief Donorregistratiesysteem is een week uitgesteld. Ondertussen gaat het debat natuurlijk door.

Voor de christelijke partijen lijkt een ”opt-outsysteem” (als je geen actie onderneemt, ben je automatisch donor) alvast geen optie. Een van de argumenten is dat het voorstel voorbijgaat aan wat ”doneren” in essentie is: een vrijwillig iets. Die vrijheid komt principieel onder druk te staan wanneer de overheid op een systematische manier alvast de beslissing voor mij neemt en ik alleen nog bezwaar kan aantekenen.

Dat geven in essentie vrijwillig moet zijn, is absoluut een waardevolle gedachte. Maar wie is hier feitelijk de donor? Bij een christelijk plan kan juist de gedachte helpend zijn dat donorschap in een ruimer kader staat dan dat van de ”aardse” gever. In een bijdrage in het Nederlands Dagblad refereren Roel Kuiper en Govert Buijs beiden aan het concept van rentmeesterschap. Ze benadrukken echter elk een ander aspect van dit concept.

Kuiper kant zich tegen het wetsvoorstel. Hij verwijst naar het rentmeesterschap en vraagt daarmee aandacht voor het bijzondere van het menselijke lichaam dat wij beheren: „Wij bestaan maar niet uit een ziel en wat vergankelijk vlees. Ons lichaam, dat zijn wijzelf. Wie wil doneren moet dat weloverwogen en met een goed motief doen.” Ofwel: geen systeem kan ons zomaar worden opgelegd. Dat zou een vergaande ingreep vanuit de overheid zijn. Wij dragen voor ons lichaam individueel verantwoordelijkheid.

Het gaat Kuiper natuurlijk niet om platte zelfbeschikking, maar juist ook om een appèl op de verantwoordelijkheid die van het rentmeesterschap uitgaat. Zijn argument wordt bovendien geflankeerd door een sociale gedachtenlijn: laat de overheid niet alvast een beslissing nemen over het lichaam van (kwetsbare) burgers die door omstandigheden onvoldoende vrij zijn om bezwaar te maken.

Govert Buijs stuurt aan op een acceptatie van het wetsvoorstel. Met zijn verwijzing naar het rentmeesterschap benadrukt hij dat het lichaam uiteindelijk van God is, een geschenk. Hij is de Eigenaar, wij (slechts) de beheerders. Ofwel: de christelijke partijen moeten in dezen geen overdreven nadruk leggen op zelfbeschikking, dat past juist hen niet.

In de Bijbel is ”rentmeesterschap” geen uitgewerkt concept. Uit het scheppingsverhaal blijkt dat God de mensen Zijn schepping in beheer geeft (Gen. 1:28). Dat de mens over dit beheer verantwoording moet afleggen, wordt dan weer gekoppeld aan Matth. 25:14-30, de bekende gelijkenis van de talenten.

Hoewel de Griekse term voor rentmeester (oikonomos) in die gelijkenis niet voorkomt, is het concept duidelijk aanwezig. En dan blijkt goed beheer ook boven het louter ”bewaren” uit te stijgen. Het gaat juist om het vermeerderen van wat je in beheer gekregen hebt. De beheerders hebben hier elk voor zich een duidelijke verantwoordelijkheid, maar het bezit is en blijft natuurlijk van hun heer. Kuiper en Buijs hebben beiden een punt.

Misschien kan juist die tweepoligheid binnen het concept van het rentmeesterschap de spanning tussen overheid en (christelijke) burger relativeren. Opt-out of opt-in (dit laatste houdt in dat Nederlanders van twaalf jaar of ouder door een geschreven document of door inschrijving in het Donorregister aangeven of zij na hun overlijden orgaandonor willen zijn): als christen draag je hoe dan ook zelf verantwoordelijkheid voor je beslissing inzake orgaandonatie.

Het gaande debat scherpt dit bewustzijn aan. Hoe ben ik een goede rentmeester? Hoe draag ik zorg voor de belangen van mijn Maker? Tegelijk hoeft juist een kwestie als orgaandonatie niet uit te monden in een overspannen debat rondom zelfbeschikking. Want wie is hier feitelijk de donor? In een christelijke optiek geef je van wat je zelf gekregen hebt – zo ook als het over je organen gaat. God is, in Zijn absolute vrijheid, de eigenlijke Gever van leven. Daar heeft Hij, aan het kruis, allang voor getekend.

De auteur is docent Nieuwe Testament. Zij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer